Amsterdam, 21 mei 2015 – In een interview met Vrij Nederland, gepubliceerd op woensdag 20 mei 2015, pleit minister Dijsselbloem voor een afkoelingsperiode van een aantal jaar voor politici die overstappen naar de financiële sector. Hij uit in dit interview zijn zorgen over belangenverstrengelingen bij bewindslieden en politici die eerst verantwoordelijk zijn voor een bepaald beleidsterrein en die dan direct of kort daarna gaan werken bij bedrijven in dezelfde sector. Zo’n overstap wekt de schijn van belangenverstrengeling, ook al hoeft dit niet zo te zijn. Hij pleit voor een afkoelingsperiode, waarin een voormalig ambtenaar of minister niet direct in de private sector aan de slag kan, maar eerst een periode moet wachten. Dit is niet hetzelfde als een beroepsverbod.
Draait Dijsselbloem bij?
Opvallend is dat minister Dijsselbloem dit vorig jaar nog niet nodig vond. Kamerlid Arnold Merkies (SP) deed in een overleg over de Kabinetsvisie Bankensector een aantal voorstellen om de mogelijke invloed van lobbyisten te beperken. Merkies deed ook een voorstel voor een afkoelingsperiode voor beleidsmedewerkers en politici. Minister Dijsselbloem vond dat dit breder getrokken moest worden en dat dit niet alleen voor de financiële sector moest gelden en dus dat dit een aandachtsgebied voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties moest worden. Ook vond hij het logisch dat ambtenaren en politici op zoek gaan naar nieuw werk dat aansluit op hun ervaring en competenties. Hoewel de regering terughoudend is wanneer politici een nieuw baan vinden in de private sector, vond hij het toen nog niet nodig om nieuwe regels in te stellen. Minister Dijsselbloem stelde dat er een duidelijk kader was, waarin het uitgangspunt het vinden van nieuwe werk was, die voortvloeit de verplichting om te solliciteren naar een nieuwe functie.
Er is dus niet zoveel geregeld op het gebied van de draaideurconstructie, juist door deze sollicitatieplicht, maar ook door het grote vertrouwen in de integriteit van de ambtenaren. De nadruk wordt gelegd op maatregelen die de integriteit van de overheid in het algemeen beschermt, zoals de eed om niet corrupt te handelen. Deze algemene regel wordt vaak gezien als een goede garantie om de integriteit van ambtenaren te verzekeren.
Lobbyen en draaideuren
Afgelopen april heeft Transparency International Nederland een rapport uitgebracht over het verhogen van het vertrouwen in het publieke besluitvormingsproces in Nederland, die precies dezelfde conclusie trok (“Lifting the Lid on Lobbying – Enhancing Trust in Public Decision-making in the Netherlands”) als Dijsselbloem afgelopen woensdag. In dit rapport worden verschillende vormen van lobbyen besproken, waaronder ook de draaideurconstructie. Oud politici en ambtenaren zijn voor sommigen gewilde lobbyisten vanwege hun kennis en netwerk. De gevaren zijn duidelijk: draaideurconstructies kunnen de integriteit van een bewindspersoon aantasten, en belangenverstrengelingen en machtsmisbruik liggen op de loer.
Ook de OESO benadrukt de gevaren van deze draaideur: een minister werkzaam in een bepaalde sector kan extra sympathiek zijn naar deze sector, omdat hij of zij weet dat diegene werkzaam wordt in die bepaalde sector. Ook hebben voormalige politici de contacten om zo hun nieuwe sector positief te beïnvloeden.
Toch komt de draaideurconstructie regelmatig voor in Nederland: voormalig ministers of beleidsmedewerkers die in dezelfde sector te komen werken op welk terrein ze eerst ook werkzaam waren. Een recent voorbeeld is Camiel Eurlings, na zijn werk als minister van Verkeer en Waterstaat ging hij werken bij de KLM. Hoewel de draaideur tussen de politieke wereld en zakelijke en/of lobbywereld hoge risico’s met zich meebrengt, is op dit gebied weinig geregeld.
Vertrouwen
Het voorkomen van de schijn van belangenverstrengeling is belangrijk bij ethisch ondernemen. Volgens Paul Arlman, voormalig voorzitter van TI-NL, valt op dit gebied nog genoeg te halen in Nederland. Draaideurconstructies binnen bedrijven, zoals een bestuurder die in een keer overstapt naar de raad van commissarissen, zijn niet gereguleerd. Net zo min als dat voor politici is geregeld (met als uitzondering topambtenaren van Defensie die als enige een wachttijd hebben). Arjen Tillema, huidig voorzitter van TI-NL, stelt dat door draaideurconstructies het beeld dat de gemiddelde Nederlander over instituties heeft wordt versterkt. Als er geen aandacht aan deze onderwerpen wordt besteed, kan dat uiteindelijk het vertrouwen in de Nederlandse instituties, de politiek en het economisch model schaden.
Transparency International pleit dan ook voor een afkoelingsmodel dat breder is dan alleen de financiële sector om zo het publieke vertrouwen in Nederlandse instituties te waarborgen en openheid en betrouwbaarheid te garanderen.
Dit stuk is geschreven door Sanne Bannink, stagiair van TI-NL