Amsterdam, 11 januari 2016 – Graag delen we het stuk van Michael van Woerden (KeyCompliance) van de website Risk & Compliance Platform Europe, over (het gebrek aan) bescherming van klokkenluiders. Op 9 en 16 februari zal het Wetsvoorstel Huis voor Klokkenluiders in de Eerste Kamer behandeld worden.
Hoe lang blijft de klokkenluider vooral een tragische figuur die persoonlijk nadeel ondervindt van het doen van een melding? Voor klokkenluiders in Nederland wordt dit jaar het jaar van de waarheid. Aan instroom van meldingen is geen gebrek. Het waren werknemers bij Nederlandse bedrijven en instellingen als Ordina, SBM Offshore, Theodoor Gillissen, BallastNedam, Imtech, NZA, diverse provinciebesturen, gemeentes en ziekenhuizen die misstanden aan het licht brachten.
Dat gaat gepaard met zware verwijten over en weer. Er lijkt sprake van een vast patroon. Zodra de klokkenluider naar buiten treedt volgt vrijwel direct een poging van de bestuurder om de ontstane commotie in te dammen. Gedreven door angst voor reputatieverlies en aantasting van gevestigde belangen moet de klokkenluider het nogal eens ontgelden. De melding wordt door de bestuurder in eerste instantie afgedaan als ‘te vaag’, ‘ongefundeerd’, ‘niet materieel’ en de aantijgingen worden soms ook direct gekwalificeerd als ‘smaad’, ‘schending van geheimhouding’, ‘poging tot chantage’ en kwade trouw. De beschuldigingen van de klokkenluider zijn vaak eveneens heftig: ‘de bestuurder probeert strafbare feiten onder de pet te houden’, ‘anderen in de organisatie te ontmoedigen om ook naar buiten te treden’, de melder ‘te intimideren’ of ‘persoonlijk af te branden’.
Zo dreigde de Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland, Johan Remkes, eind 2011 direct met aangifte bij de politie tegen een vastgoedhandelaar uit de provincie. In dit geval maakte toenmalig PVV-fractievoorzitter Hero Brinkman tijdens een Statenvergadering bekend dat hij van deze vastgoedhandelaar een brief ontvangen had met beschuldigingen van fraude en corruptie aan het adres van een zittend gedeputeerde en een oud-gedeputeerde. Dit lag extra gevoelig aangezien reeds een onderzoek liep naar een andere oud-gedeputeerde, Ton Hooijmaijers. “Wie met beschuldigingen komt moet deze kunnen staven of zijn mond houden”, aldus Johan Remkes.
Ook het Bestuur van Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC) deed in november 2015 direct aangifte in reactie op een aangekondigde televisie uitzending van Zembla wegens het lekken van vertrouwelijke patiëntinformatie. De uitzending ging toch door en het beeld van een angstcultuur op de afdeling keel- neus- en oorheelkunde (KNO) van het UMC was gezet. Het bracht de Inspectie van gezondheidszorg (IGZ) ertoe om nader onderzoek te doen naar de calamiteiten en klachten wegen gevaar van de patiëntveiligheid. Ook het UMC besloot alsnog om onafhankelijk, extern onderzoek te laten uitvoeren van alle sterfgevallen op de afdeling KNO sinds 2011. Het doorbreken van een impasse lukt kennelijk alleen met inzet van zwaar geschut.
Als klap op de vuurpijl ontstond er in december 2015 ophef over de strafrechtelijke vervolging van twee topmannen van SBM Offshore door het Openbaar Ministerie in Brazilië en een opmerkelijke civielrechtelijke procedure bij de Rechtbank Rotterdam tussen SBM Offshore en klokkenluider Jonathan David Taylor. Taylor was als bedrijfsjurist betrokken bij het interne corruptie onderzoek van SBM Offshore. Na verwijten aan het adres van voormalig bestuurder en commissaris Sietze Hepkema relevante informatie achter te houden kon hij zijn biezen pakken. Taylor verzamelde een grote hoeveelheid interne onderzoeksgegevens op een USB stick, maakte geluidsopnames van zijn interne telefoongesprekken en put daar nu uit ter verdediging tegen verwijten van smaad, onrechtmatig handelen en kwade trouw. Heel Nederland kan meelezen met zijn op Internet geplaatste processtukken; een lange lijst van getuigen is door hem opgeroepen ter onderbouwing van zijn stellingen. De opening door de advocaat van Taylor in de Conclusie van Antwoord is veelzeggend: “Deze rechtszaak is er één van superlatieven. Het gaat om de grootste corruptiezaak ooit waar een Nederlandse beursgenoteerde vennootschap bij betrokken is. Het gaat om de grootste schikking ooit met het Nederlands Openbaar Ministerie. En het is de grootste zaak ooit waarin een Nederlands bedrijf probeert om een ex-werknemer die met de autoriteiten samenwerkt het zwijgen op te leggen.” De kwestie zal de komende maanden nog voor het nodige vuurwerk zorgen.
Door escalatie heeft de klokkenluider vaak niets meer te verliezen en is hij bereid om alles op het spel te zetten om zijn gelijk en/of gram te halen. Maar in 2016 wordt alles anders, althans dat is de bedoeling. De initiatiefwet Huis voor klokkenluiders wordt naar verwachting binnenkort door de Eerste Kamer worden goedgekeurd. Hierdoor zal de positie van de klokkenluider worden versterkt. DNB heeft in haar Nieuwsbericht van 24 december 2015 aangekondigd een eigen meldpunt in te richten voor professionals in de financiële sector die weet of gegronde vermoedens hebben van ernstige overtreding van wet- en regelgeving, zoals fraude, corruptie en belangenverstrengeling. Ook de AFM en de ECB hebben een dergelijk loket geopend. Wie niet binnen de eigen instelling terecht kan is dus welkom bij het Huis voor klokkenluiders in oprichting en bij de toezichthouders.
Dergelijke loketten hebben het karakter van een noodventiel. De positie van de klokkenluider blijft precair zolang partijen niet bereid of in staat zijn tot vroegtijdige dialoog en de-escalatie. Het is daarnaast nodig dat bedrijven en instellingen hun procedures voor het doen van een melding op orde brengen, kritische tegengeluiden stimuleren en ook de moed opbrengen om gemaakte fouten te erkennen en daarvan te leren. Dit vraagt om een cultuurverandering. Het Huis voor klokkenluiders en de meldpunten van toezichthouders zullen minder aanloop krijgen wanneer duistere zaken niet worden weggemoffeld, maar eerder worden herkend, aangepakt en opgelost.
Michael van Woerden
Utrecht, 10 januari 2016