Amsterdam, 14 oktober 2015 – Vorige week werd een agent uit Weert aangehouden voor het doorspelen van vertrouwelijke informatie aan de onderwereld. De 48-jarige ambtenaar wordt verdacht van corruptie, plichtsverzuim en witwassen. Integriteit is de ruggengraat van de politie – althans, zo zou het moeten zijn. Hoe komt het dan tot dit soort zaken?
Het omkopen van agenten is een klassieke criminele methode. Criminelen weten precies welke agenten ontvankelijk zijn voor corruptie en hoe ze daar misbruik van kunnen maken. Ze brengen bewust in kaart wie de gevoelige ambtenaren zijn en spelen daar dan ‘terloops’ op in; in de kroeg, op het voetbalveld, in de supermarkt, etc. Bovendien weten criminelen precies hoe ze agenten moeten manipuleren om morele bezwaren te neutraliseren, zo stelt Cyrille Fijnaut, hoogleraar criminologie aan Tilburg University.
Volgens Fijnaut zijn ‘rechercheurs met privéproblemen of die een luxeleven nastreven’ het meest ontvankelijk voor corruptie. Jaap Timmer, universitair hoofddocent Maatschappelijke Veiligheid aan de Vrije Universiteit, zegt dat er met name goed gelet moet worden op mensen met een schaars specialisme omdat zij breed inzetbaar zijn, over veel kennis beschikken en in de loop van de jaren gelegenheid en tijd hebben gehad relaties op te bouwen binnen het criminele circuit.
Maar hoe kan deze vorm van corruptie worden voorkomen?
Anders dan men zou verwachten, verschuilen corrupte agenten zich namelijk vaak niet op de achtergrond. Ze zijn meestal juist erg aanwezig, communicatief, collegiaal en ze worden gezien als harde werkers. Hierdoor zou niemand ze ooit verdenken van het onderhouden van hechte banden met criminelen. Collega’s zijn dan ook gedesillusioneerd als ze erachter komen dat een persoon waar ze jarenlang intensief mee hebben samengewerkt een mol blijkt te zijn.
Voornamelijk bij grootschalige onderzoeken naar criminaliteit zoals drugshandel is het van groot belang dat de politie haar agenten grondig screent op persoonlijke situatie, mogelijke schulden, geschiedenis met depressies, etc., om op deze manier de risicogroep te minimaliseren.
Naast het screenen van betrokkenen zijn er andere afweermechanismen die kunnen helpen bij corruptiebestrijding. Aangezien alles tegenwoordig gedigitaliseerd is, kan er bijvoorbeeld gemakkelijker in de gaten gehouden worden welke informatie in systemen wordt geraadpleegd, en worden agenten gedwongen uitleg te geven voor het opzoeken van bepaalde dossiers. Vertrouwenspersonen en meldsystemen kunnen positieve bijdrage leveren, zodat agenten kunnen melden wanneer ze een collega verdenken van corrupte activiteiten, zonder gelijk te moeten vrezen voor consequenties.
Corruptie binnen de politie heeft zwaarwegende negatieve gevolgen voor het vertrouwen in de integriteit van de politie. Als de politie niet integer is, wie dan wel? Het is vandaar van groot belang dat er nodige maatregelen worden genomen. Het is echter niet makkelijk: “er bestaan allerlei maatregelen om [corruptie onder agenten] tegen te gaan maar het blijft mensenwerk,” zo Gerrit van de Kamp, voorzitter van de grootste politiebond ACP.