Amsterdam, 28 januari 2016 – Een nieuw hoofdstuk kan worden toegevoegd aan het dossier van de zogenaamde Teevendeal. Afgelopen maandag bracht tv-programma Nieuwsuur nieuwe feiten aan het licht over de afspraak die staatssecretaris Fred Teeven in 2000 maakte als Officier van Justitie met drugshandelaar Cees Helman. Het ‘bonnetje’ dat duidelijk zou maken welke omvang deze deal had, bleef lange tijd zoek. Nu blijkt dat dit bonnetje al gevonden zou zijn door de medewerkers van de Gemeenschappelijke Dienst ICT, maar dat zij van hogerhand opdracht kregen de bestanden niet te herstellen.
De Teevendeal
Nadat drugshandelaar Cees Helman in 1993 wordt gearresteerd, probeert Justitie beslag te leggen op zijn vermogen. Dit wordt op ongeveer 2 miljoen gulden geschat. Echter, het lukt niet om te bewijzen dat zijn vermogen drugsgeld is. Daarop wordt besloten een deal met Helman te treffen in 2001. Namens de Officier van Justitie is het Fred Teeven die met de drugshandelaar om tafel heeft gezeten.
Teeven en Helman komen tot een schikking waarbij Helman een boete van 750.000 gulden betaalt in ruil voor het restant van zijn 2 miljoen gulden. Verder regelt Teeven als Officier van Justitie dat de drugshandelaar vervroegd zal worden vrijgelaten. Het geld wordt overgemaakt naar het Openbaar Ministerie en vervolgens naar een privérekening van Helman. De belastingdienst wordt niet op de hoogte van deze transactie gesteld als onderdeel van de deal, waarmee het volgens sommigen witwassen is. De deal verdient duidelijk geen schoonheidsprijs, maar de nasleep maakt de zaak nog veel pijnlijker.
Details komen aan het licht
Eind 2013 start Nieuwsuur-journalist Bas Haan een onderzoek naar de zaak op basis van staatsgeheime documenten waaruit blijkt dat Teeven als officier van justitie alle regels heeft geschonden. Het wordt duidelijk dat de belastingdienst buiten spel is gezet en dat Teeven vervroegde vrijlating heeft geregeld voor Helman. Het lijkt erop alsof er een deal is gesloten om aan informatie te komen maar als journalist Haan navraag bij het Openbaar Ministerie doet, blijkt dat er geen zwaarwegende redenen waren om deze deal te sluiten.
Vervolgens melden voormalig advocaat van Helman, Piet Doedens, en huidig advocaat Jan-Hein Kuijpers aan Haan dat Helman ongeveer 4,7 miljoen aan de deal heeft overgehouden. Ook andere bronnen lijken deze suggestie te wekken, zo meldt Nieuwsuur in een uitzending. Na onthullingen van Haan in Nieuwsuur moet Minister Opstelten van Justitie zich verantwoorden voor de deal. Hij houdt vol dat het slechts om een som van 2 miljoen gulden ging: “Er is 750.000 gulden naar de Staat gegaan. […] Vervolgens is er 1.250.000 gulden gegaan naar de door Cees H. aangewezen rekening. […] Een kleine 50% van het bedrag dat uiteindelijk in beslag is genomen, is door de Staat binnengehaald via het Openbaar Ministerie. Dat wil ik als feit meedelen.”
Wat de zaak nog moeilijker maakt, is dat er volgens Opstelten geen afschrift meer te vinden is van de deal en er dus niet kan worden nagegaan welk bedrag is overgemaakt. Dit zou het gevolg zijn van “verlopen bewaartermijnen en veranderingen van ICT-systemen.” De Minister gaf aan het te betreuren dat er geen helderheid kan worden verschaft en dat wellicht de mogelijkheid zou bestaan dat de bankafschriften alsnog door derden zouden worden overlegd.
Bonnetje tóch boven water
Enkele dagen later, op 9 maart 2015, berichtte De Telegraaf dat het bonnetje wel degelijk zou zijn gevonden op het Ministerie van Justitie. Een schermafbeelding van de transactie was uit een back-up van een informatiesysteem gehaald en hersteld. Het bonnetje liet zien dat er inderdaad een transactie van 4,7 miljoen gulden had plaatsgevonden buiten de belastingdienst om. Voor deze som en constructie was nooit toestemming gegeven door het Openbaar Ministerie. Nog dezelfde dag stapten zowel Opstelten als Teeven op. Wel meldde Teeven dat er niks mis was met de schikking: “Dat is gebeurd voor volk en vaderland.”
Naar aanleiding van het terugvinden van het ‘bonnetje’ werd een onafhankelijke onderzoekscommissie opgezet onder leiding van oud-ombudsman Martin Oosting. De commissie-Oosting bracht op 9 december haar rapport uit waarin het keihard uithaalde naar de handelswijze van Opstelten en Teeven. Na de onthullingen van commissie-Oosting besloot ook Kamervoorzitter Van Miltenburg op te stappen. Zij had een brief van een klokkenluider met informatie over de zaak versnipperd.
Zoektocht bonnetje stopgezet
Afgelopen maandag meldde Nieuwsuur dat zij documenten in bezit hadden waaruit blijkt dat er opdracht was gegeven het ‘bonnetje’ niet te vinden. Uit een e-mailwisseling tussen medewerkers van de Gemeenschappelijke Dienst ICT komt naar voren dat ambtenaren al in 2014 de back-up van het afschrift hadden gevonden en dat zij bovendien al bezig waren met het herstel van het bestand voor inzage. Op 5 juni 2014 kregen zij vervolgens de opdracht de herstelwerkzaamheden te stoppen. Als reden werd gegeven dat het “voldoende is als feitelijk is vastgesteld dat er een back-up tape beschikbaar is. Hiermee is (blijkbaar) voldaan aan de meer ‘politieke’ vraag of er inderdaad een back-up tape beschikbaar is.” Het is niet bekend wie de opdracht gaf tot het staken van het herstel.
Het stopzetten van het herstel vond plaats twee dagen nadat Minister Opstelten had aangegeven dat het bonnetje niet te vinden was en dat er ook geen back-up kon worden gebruikt. Het daadwerkelijke herstel vond negen maanden later alsnog plaats. Dat het bonnetje toen pas ‘gevonden’ is, lag volgens de nieuwe Minister van Justitie Art van der Steur aan de ICT’ers zelf: “Dat had een jaar eerder gekund, als ze de juiste mensen op de ICT hadden gehad. Daar zat natuurlijk de fout die is gemaakt.”
Doofpot
Als reactie op de onthullingen heeft Minister van der Steur de commissie-Oosting verzocht het onderzoek naar de Teevendeal te heropenen. Oosting laat weten dat het erg op een doofpot lijkt: “Mij dunkt dat kan worden gesproken van een doofpot als beschikbare informatie bewust wordt achtergehouden,” zo laat hij weten aan Nieuwsuur. De commissie zal nu spreken met betrokken ICT-medewerkers. Wel is hier van belang dat mogelijke klokkenluiders goede bescherming genieten. D66 en SP stelden hier al Kamervragen over.
“Het is duidelijk dat de suggestie lijkt alsof er opdracht zou zijn gegeven om de zoektocht stop te zetten. Het moet duidelijk worden of dat zo is. Dat wachten we af maar er moet wel zo snel mogelijk duidelijkheid komen,” aldus Minister van der Steur. Oud-minister Opstelten: “Verbijsterd, ik ben verbijsterd. Het is heel goed dat de commissie-Oosting dit oppakt en tot op de bodem uitzoekt.” Oud-staatssecretaris Teeven sluit zich bij Opstelten aan: “Verbijsterd, zeg dat wel. Wij wisten hier helemaal niks van.” Of dat zo is, zal moeten blijken.
De recente bevindingen van Nieuwsuur voegen in ieder geval weer een nieuw hoofdstuk toe aan het dossier Teevendeal. Er is vanaf het begin geheimzinnig gedaan over de deal, met als meest-gebruikte excuus dat het ‘bonnetje’ niet te vinden was. Toen dat uiteindelijk wel gevonden werd, waren de politieke gevolgen aanzienlijk. Nu blijkt dat het vinden van het bonnetje niet voor niets zo moeilijk is gebleken en dat het bijna in de doofpot is verdwenen. De vraag is wat de nieuwe onthullingen betekenen voor het kabinet, wat al de nodige kritiek te verwerken heeft gekregen over de Teevendeal. Voor het vertrouwen van de burger in de overheid is het te hopen dat commissie-Oosting de onderste steen boven krijgt in dit nieuwe onderzoek.