Amsterdam, 23 maart 2016 – Afgelopen maandag lekte het voorstel voor openbare country-by-country reporting (CBCR) van de Europese Commissie uit. De Commissie is momenteel bezig om op basis van een impact assessment de voorwaarden voor het openbaren van belastinginformatie op te stellen. Door multinationale bedrijven te verplichten informatie te publiceren over hun belastingbetalingen in ieder land waar zij opereren, zou openbare CBCR moeten helpen belastingontwijking op te sporen. Het uitgelekte voorstel, dat naar verluidt op 12 april zal worden gepresenteerd, geeft alvast een kijkje in de plannen van de Commissie.
Opvallende keuzes in voorstel
In het uitgelekte voorstel zijn enkele opvallende keuzes van de Europese Commissie te noteren. Ten eerste heeft de Commissie in het huidige voorstel ervoor gekozen CBCR voor multinationals alleen te verplichten voor activiteiten binnen de EU. Voor activiteiten buiten EU-lidstaten geldt dat multinationals moeten rapporteren over hun totale belastingbetalingen. Hierbij is dus geen onderscheid te maken tussen de belastingbetalingen in de verschillende landen buiten de EU, met als risico dat multinationals nog steeds gebruik kunnen maken van belastingparadijzen buiten de EU. Bedrijven kunnen dan hun winsten verschuiven van landen met een hoger belastingtarief naar landen met een laag of nultarief, ook wel profit shifting genoemd.
Verder lijkt de Commissie er voor te kiezen een minimumomzet van €750 miljoen te hanteren voor bedrijven, zoals te verwachten viel. Dit is namelijk in lijn met actiepunt dertien van het Tax Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) pakket van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), waar veel EU-lidstaten al akkoord mee zijn gegaan. In praktijk zal dit betekenen dat 10 tot 15% van de in de EU opererende multinationals, samen goed voor 90% van de omzet, rapportage zal moeten doen over hun belastingbetalingen. Deze omzetgrens staat in contrast met de minimumomzet voor bedrijven in de bosbouw en grondstoffenwinning. Voor deze bedrijven geldt dat zij aan CBCR moeten voldoen wanneer zij als grote onderneming worden aangemerkt. Dit betekent dat zij aan twee van de drie volgende criteria moeten voldoen: €40 miljoen netto omzet, meer dan €20 miljoen balanstotaal en gemiddeld meer dan 250 werknemers in dienst hebben.
Ook heeft de Commissie er voor gekozen enkele gegevens buiten beschouwing te laten in het CBCR-voorstel. Zo wordt er bijvoorbeeld niet gevraagd om het publiceren van informatie over de vestiging van dochterondernemingen in verschillende landen. Vaak is onduidelijk in welke jurisdicties een multinational aanwezig is en CBCR zou daar informatie over kunnen geven. Verder vallen betalingen aan overheden ook buiten beschouwing van het voorstel. Dergelijke informatie kan goed van pas komen in het opsporen van corruptie en verkapte staatssteun, maar dit zal naar alle waarschijnlijkheid geen onderdeel vormen van het voorstel.
Tot slot is besloten de publicatie van de informatie te verplichten op de website van het bedrijf zelf. Het bedrijf wordt geacht de informatie op begrijpelijke en toegankelijke manier beschikbaar te stellen. Sommigen hadden gehoopt op een centrale online database waar de informatie overzichtelijk zou kunnen worden bekeken en vergeleken, maar de Commissie lijkt niet zo ver te willen gaan.
Veel kritiek op het voorstel
De reacties op het uitgelekte voorstel zijn kritisch. Richard Murphy van Tax Research UK geeft in zijn blog aan: “This is not, of course, country-by-country reporting. It is EU zone reporting at best. It fails the demand made by the Parliament of the Commission, which was in effect for the publication of the full OECD template for country-by-country reporting for all countries in which the multinational group trades, without exception.” Ook Europarlementariër Sven Giegold, een fervent voorstander van verhoogde transparantie binnen de EU, is teleurgesteld met het voorstel: “Tax havens outside of the EU would remain in darkness. This is not the country-by-country reporting the European Parliament demanded. The Commission has to revise its final proposal.”
In reactie op het uitlekken van het voorstel hebben werknemers van de Europese Commissie laten weten dat een ambitieuzer, rigoureuzer voorstel niet mogelijker was omdat dit de EU in een juridisch mijnenveld zou brengen. Op zijn blog betitelt Murphy dat als onzin: “To pretend that there is anly legal reason that prevents the publication of country-by-country data should candidly be bluntly dismissed as straightforwardly untrue.” In plaats daarvan zou tegenstand van de Verenigde Staten de reden zijn voor het op een hoop gooien van belastingbetalingen buiten de EU. “In the USA the inclusion of country-by-country reporting data in tax returns is seen as a European imposition on US companies even though it is actually an OECD issue,” aldus Murphy. Ook international political economist Rasmus Corlin Christensen ziet dit als de reden: “[The proposal] aligns with comments made by Bob Stack of the US Treasury, who made it clear that full public disclosure was not a US preference.”
Het voorstel zal worden gepresenteerd op 12 april, maar het uitgelekte document geeft alvast een kijkje in de ambities van de Commissie. Hieruit blijkt dat het voorstel zwakker wordt dan veel organisaties hadden gewild. Zonder te verplichten informatie vrij te geven over de belastingbetalingen buiten de EU, kunnen bedrijven evengoed gebruik blijven maken van belastingparadijzen zoals de Maagdeneilanden, Bermuda of Zwitserland. Verder zorgt de minimumomzet van €750 miljoen er voor dat 85 tot 90% van de in de EU opererende multinationals geen belastingrapportage zal hoeven doen. Tot slot zou het toevoegen van meer informatie aan CBCR anderen dan belastingautoriteiten helpen belastingontwijking, corruptie en verkapte staatssteun op te sporen. De kans dat de Commissie deze kritieken serieus neemt en veranderingen aanbrengt voor 12 april is echter zeer beperkt.