Amsterdam, 23 mei 2016 – Lobbyen in Brussel is een populaire bezigheid voor vele bedrijven en organisaties. Met verschillende toegangspunten is de EU een interessant toneel waar vele uiteenlopende belangen samenkomen. Momenteel is het nog niet verplicht om je als lobbyist te registreren en zo toegang te krijgen tot het besluitvormingsproces, waarmee de transparantie van lobbyactiviteiten te wensen overlaat. Wel bestaat er een vrijwillig lobbyregister, genaamd het Joint Transparency Register, waar lobbyisten zich in kunnen schrijven wanneer zij met leden of medewerkers van het Europees Parlement of de Europese Commissie willen spreken. Dit is verre van optimaal, maar kan desalniettemin een interessant kijkje geven achter de schermen in Brussel. Welke Nederlandse bedrijven en organisaties komen wij tegen in het register?
De cijfers
Volgens Integrity Watch, een website van Transparency International EU, staan er 446 Nederlandse organisaties en bedrijven geregistreerd in het Joint Transparency Register. Met dat aantal bedrijven en organisaties is Nederland het zevende land in de lijst, onder grote lidstaten als Duitsland (1055), het Verenigd Koninkrijk (941), Frankrijk (855), Italië (589) en Spanje (527). België voert de lijst aan met 1749 organisaties, wat niet verwonderlijk is gezien het feit dat de belangrijkste bestuurlijke organen van de EU in Brussel gevestigd zijn.
Van bijna de helft van de Nederlandse organisaties en bedrijven is niet duidelijk hoeveel zij aan lobbyen spenderen. Gezien het vrijwillige karakter van het lobbyregister kunnen bedrijven en organisaties er ook voor kiezen deze informatie niet vrij te geven. Ongeveer een derde (152) van de geregistreerde organisaties geven aan minder dan €100.000 uit te geven aan lobbyen; 74 organisaties zitten boven dat bedrag, met twee enorme uitschieters die hebben aangegeven meer dan €5 miljoen uit te geven aan lobbyen. Omdat er weinig tot geen controle van de gegevens plaatsvindt, heeft het register regelmatig te maken met foutieve invoeren. Naar alle waarschijnlijkheid is dat hier ook het geval, maar daarover later meer.
Kijkend naar het type Nederlandse organisatie dat lobbyisten inzet in Brussel, valt op dat bijna de helft (205) bedrijfsorganisaties zijn. Verder staan er 143 NGO’s geregistreerd, 38 consultants, 34 denktanks en 25 gemeentes. Van de groep bedrijfsorganisaties is ongeveer de helft (101) een vertegenwoordiger van individuele bedrijven en zijn er 86 handels- en bedrijfsorganisaties. Verder zijn er 11 vakbonden en 7 in-house lobbyisten te vinden in het register.
Welke organisaties lobbyen het meest?
Als we het register mogen geloven geeft hightechbedrijf ASML het meest uit aan lobbyisten: volgens de invoer in het register spenderen zij €20 miljoen. Dat deze invoer niet klopt blijkt wel wanneer gekeken wordt naar andere invoeren: het bedrijf geeft aan slechts één lobbyist in dienst te hebben en nog nooit een meeting te hebben gehad met een van de besluitvormende organen. Ook omroepbedrijf SBS lijkt een foutje te hebben gemaakt: een budget van €10 miljoen is erg veel voor de aangegeven 0,25 lobbyist. De volgende op de lijst is oliebedrijf Shell met een lobbybudget van €4,5 miljoen. Met dit budget zou het bedrijf zeven lobbyisten in dienst hebben. In totaal heeft Shell 26 meetings gehad met beleidsbepalers. De cijfers lijken wat vertekend, maar als deze worden vergeleken met concurrent BP (28 meetings, 4 lobbyisten en een budget van €2,75 miljoen) lijken deze cijfers wel te kunnen kloppen. Ook technologiebedrijf Philips staat hoog op de lijst met een lobbybudget van €1 miljoen en 4 lobbyisten.
Kijkend naar het aantal meetings en badges voor het Europees Parlement, een indicator van de toegang tot het besluitvormingsproces, wordt Shell overtroffen door vliegtuigbouwer Airbus, dat zich voor het lobbyregister heeft geregistreerd in Nederland. Met 53 meetings met beleidsbepalers en elf badges wordt duidelijk hoe sterk de lobby van de Europese vliegtuigfabrikant is. Ook de European Climate Foundation, gevestigd in Den Haag, heeft behoorlijk wat meetings en badges, respectievelijk 31 en acht. De Nederlandse voedingsmiddelenproducent Unilever en de luchtvaartmaatschappij KLM lijken evenzo een aardige voet tussen de deur te hebben in Brussel, met achtereenvolgens negentien en elf geregistreerde meetings.
Wat zeggen de cijfers?
Het vrijwillige lobbyregister geeft weliswaar een indruk van de lobbyactiviteiten van Nederlandse bedrijven in Brussel, maar echt betrouwbaar zijn deze gegevens eigenlijk niet. Zoals gezegd heeft het huidige register veel te maken met foutieve invoeren. Uit onderzoek van Transparency International bleek vorig jaar dat meer dan de helft van de invoeren van het register foutief, incompleet of onbruikbaar waren. Omdat het secretariaat dat het register moet controleren slechts uit vier parttime medewerkers bestaat, kunnen de invoeren nooit allemaal worden gecorrigeerd. De hilarische fouten die momenteel in het register staan, maken de noodzaak voor een verbeterd systeem pijnlijk duidelijk. ASML en SBS zijn namelijk niet de enigen met een foutieve invoer: de Amerikaanse Ford Foundation aan €610 miljoen uit te geven aan lobbyen in Brussel, ondanks het feit dat zij niet eens op EU-niveau lobbyen; de Poolse TV-zender Telewizja Polska voerde per ongeluk in €337 miljoen te spenderen; en het Roemeense district Timiş zou volgens het register €81 miljoen uitgeven aan lobbyactiviteiten.
Naast de fouten in het register ontbreekt een hoop informatie. Het vrijwillige karakter van het lobbyregister zorgt ervoor dat bedrijven niet alle gegevens invullen. Immers, een echte straf voor het foutief of niet invullen van gegevens bestaat niet. Daarnaast zullen er bedrijven zijn die besluiten zich niet te registreren, waardoor het gissen blijft naar de werkelijke omvang van lobbyactiviteiten in Brussel. Dit maakt de vergelijkbaarheid en bruikbaarheid van de gegevens moeilijk. Een vergelijking van lobbybudgetten, aantal lobbyisten en toegang tot het besluitvormingsproces zoals in dit artikel wordt gemaakt, kan eigenlijk niet met volledige zekerheid worden gedaan. Omdat ook de Europese Commissie ziet dat de informatie uit het huidige register weinig bruikbaar is, heef het daarom besloten een voorstel op te stellen voor een vernieuwd, verplicht lobbyregister. De openbare consultatie voor dit voorstel zal morgen sluiten. Naar verwachting zal het voorstel in juni worden besproken in de Raad van Ministers, nog tijdens het Nederlandse voorzitterschap.
Een verplicht lobbyregister, met een goede monitoring en passende straffen voor foutieve of ontbrekende informatie, zal een vergelijking van lobbygegevens van verschillende bedrijven en organisaties daadwerkelijk mogelijk maken. Het zal meer licht schijnen op de lobbypraktijken binnen de EU en zorgen dat journalisten, burgers en civil society beter toezicht kunnen houden op besluitvorming. Een kanttekening is wel op zijn plaats: de nationale Permanente Vertegenwoordigingen (PV’s) zullen naar alle waarschijnlijkheid geen onderdeel uitmaken van het register, ondanks hun grote populariteit bij lobbyisten. Ook voor Nederlandse lobbyisten lijkt deze ingang tot het besluitvormingsproces de voorkeur te hebben, zo blijkt uit eerder onderzoek. Desalniettemin kan het verplichte lobbyregister bijdragen aan verbeterde transparantie binnen de EU.