Door Erik Hoenderkamp, beleidsmedewerker CBA, Rijksrecherche
In november 2010 heeft de Rijksrecherche gerapporteerd over beeldvormend onderzoek naar omkoping van ambtenaren en bestuurders van de civiele openbare sector. Hiervoor zijn ruim 200 meldingen geanalyseerd, net als meer dan 70 strafrechtelijke onderzoeken naar die meldingen. Het onderzoek is gericht op kwetsbaarheden die een rol spelen bij omkoping van ambtenaren. Op basis van de uitkomsten van dit dossieronderzoek zijn vragen voorgelegd aan 28 materiedeskundigen van buiten de opsporing, zodat de resultaten enigermate in perspectief zijn geplaatst. De Rijksrecherche pretendeert overigens niet hiermee ‘de’ staalkaart te hebben geproduceerd van kwetsbaarheden voor omkoping. Hiervoor is onderzoek nodig dat veel breder is dan de bestudering van opsporingsdossiers.Het aantal ambtenaren in meldingen en onderzoeken bij de Rijksrecherche, de fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst FIOD en de sociale inlichtingen- en opsporingsdienst SIOD, is een fractie van het totale ambtenarenapparaat van de civiele openbaar bestuur. De gebruikte meldingen stammen uit de jaren 2003 tot en met 2007. In die periode komt van alle ambtenaren jaarlijks er gemiddeld één van de 6.300 voor in meldingen. In onderzoeken is dit één op 19.200. Het beeld duidt er dus niet op dat omkoping van ambtenaren in de civiele openbare sector wijdverbreid is. Het is wel aannemelijk dat er meer zaken zijn dan bij opsporingsdiensten bekend is, maar hoeveel weet de Rijksrecherche niet.
De ongelijke verdeling van meldingen en onderzoeken over sectoren van overheid en samenleving levert stof tot nadenken op. Rijksrechercheonderzoek blijkt vooral gericht op functionarissen van rijk en gemeenten. Onderzoeken in waterschappen of civiele rechtspraak ontbreken terwijl ook hier kwetsbaarheden kunnen bestaan. Is in die sectoren niets aan de hand, of wordt omkoping er niet
opgemerkt of aangegeven? Hoe komt het dat van onderzoeken meer dan de helft gaat over belangen in onroerend goed of de bouw, terwijl de Rijksrecherche vrijwel geen ambtelijke omkoping onderzoekt waarbij bijvoorbeeld de industrie, delfstoffenbedrijven of grootschalige dienstverleners bij betrokken zijn? De Duitse politie heeft wel onderzoeken waarbij deze branches voorkomen.
In het rapport komen meer aan de orde. Zo zijn de onderzochte ambtenaren ouder dan het gemiddelde van het hele ambtenarenkorps, en het gaat bijna alleen om mannen. Komt dit (alleen) door het ‘glazen plafond’ (de Rijksrecherche onderzoekt naar verhouding veel hoge(re) ambtenaren), of ook door een verschillende kwetsbaarheid voor omkoping van mannen en vrouwen, zoals een meerderheid van geïnterviewde materiedeskundigen denkt? Allochtone afkomst speelt binnen de meldingen en onderzoeken geen rol van betekenis. De zienswijze van ruim de helft van de geïnterviewden wijkt hiervan af. Zij spreken van kwetsbaarheid van groepsdruk vanuit de sociale omgeving. Rijksambtenaren in onderzoeken wonen relatief vaak in Utrecht en Limburg, gemeenteambtenaren in Zuidoost Nederland.
Ambtenaren die in een publiek privaat samenwerkingsverband (PPS) werken kunnen kwetsbaar zijn door hun positie waarbij zij soms meerdere, tegengestelde, publieke en private belangen tegelijk moeten dienen. De grens tussen netwerken en lobbyen of andere vormen van beïnvloeding enerzijds en strafrechtelijke omkoping is soms moeilijk precies te trekken.
De komende periode gaat de Rijksrecherche meer actief informatie verzamelen om de witte vlekken die naar voren komen nader te verkennen. Zij zoekt meer samenwerking met sectoren die weinig in Rijksrecherchezaken voorkomen, maar wel kwetsbaar kunnen zijn voor omkoping van ambtenaren.
Voor wie alle bevindingen van het onderzoek wil weten: het rapport ‘Niet voor persoonlijk gebruik!’ is openbaar. U kunt het inzien en downloaden via www.rijksrecherche.nl.