Amsterdam, 26 januari 2017 – Uit de Panama Papers werd duidelijk dat talloze financiële dienstverleners, ook in Nederland, via brievenbusfirma’s belastingontduiking faciliteren. Vaak blijven de uiteindelijke belanghebbende achter deze constructies onbekend. Naar aanleiding hiervan heeft De Nederlandsche Bank (DNB) aangifte gedaan tegen meerdere Nederlandse trustkantoren. De inhoud van de aangiftes of om welke trustkantoren het gaat, is niet bekendgemaakt door de toezichthouder.
In de gelekte interne administratie van de Panamese juridisch dienstverlener Mossack Fonseca kwamen meerdere Nederlandse financiële dienstverleners voor. Het ging daarbij onder meer om trustkantoren, banken, notarissen en belastingadviseurs. DNB doet sindsdien onderzoek naar de financiële dienstverleners die via brievenbusfirma’s mogelijk belastingontduiking faciliteren.
Onderzoek naar trustkantoren
In een interview met Trouw en het Financieele Dagblad (FD) stelt Marieke van Gorkum, directeur integriteit van DNB, het volgende: “We hebben op basis van de openbaar gemaakte gegevens dataonderzoek gedaan en acties ondernomen bij individuele instellingen. Niet alleen bij banken en trustkantoren, maar ook bij pensioenfondsen en verzekeraars. Daarvan loopt nog een aantal onderzoeken, mede in samenwerking met andere toezichthouders”.
DNB stelt dat een strafrechtelijke vervolging van een trustkantoor of een trustbestuurder een reden kan zijn tot het nemen van bestuursrechtelijke stappen. Dit zou kunnen betekenen dat de toezichthouder de trustvergunning opnieuw gaat evalueren en de bestuurder gaat toetsen op geschiktheid om een functie in de financiële sector te vervullen.
Meerderheid Kamer pleit voor strengere eisen brievenbusfirma’s
GroenLinks stelt dat er snel een einde moet komen aan de brievenbusfirma’s in Nederland om zo belastingontwijking aan te pakken. Tweede Kamerlid Rik Grashoff vroeg in een Kamerdebat opnieuw aandacht voor strengere eisen voor bedrijven die zich hier vestigen. Een meerderheid van de Kamer, schaarde zich afgelopen dinsdag achter de oproep van GroenLinks, die hij naar aanleiding van de Panama Papers eind vorig jaar ook al in stemming bracht. De motie van Grashoff regelt dat brievenbusfirma’s een minimum aantal medewerkers in dienst hebben en er meer eisen worden gesteld aan het eigen vermogen.
In de strijd tegen belastingontduiking moeten aan brievenbusfirma’s strengere eisen worden gesteld. Deze ondernemingen, gekenmerkt door enkel met een postadres in Nederland aanwezig te zijn om zo hogere belastingen elders te vermijden, moeten bijvoorbeeld een minimaal aantal medewerkers hebben. Om de kans op brievenbusfirma’s te verkleinen is het ook nodig meer eisen te stellen aan het vermogen van deze firma’s. Grashoff spreekt van “een bizarre situatie, waarbij er 4000 miljard euro door Nederland wordt gesluisd, via lege brievenbusfirma’s die niets toevoegen. Dat een meerderheid in de Kamer nu strenge eisen wil stellen aan deze bedrijven is een enorme overwinning voor de rechtvaardigheid. Het is nu aan staatssecretaris Wiebes om deze motie zo snel mogelijk uit te voeren”, aldus Grashoff van GroenLinks. Met een meerderheid in de Kamer moet het kabinet voor 1 april laten weten op welke manier de strengere regels worden omgezet in wet- en regelgeving.
Kritiek op trustsector
Al langere tijd wordt er stevige kritiek geuit op de trustsector, onder andere door DNB, omdat trustkantoren zich volgens de toezichthouder niet voldoende inspannen om illegale transacties te voorkomen. Zo concludeerde DNB in 2014 na onderzoek al dat trustkantoren hun werk lang niet altijd goed doen. Volgens DNB controleerden ze niet goed genoeg wat het doel is van de vennootschappen die ze beheren en waar het geld van hun klanten vandaan komt. Daardoor bestaat het risico dat de bv’s gebruikt worden voor het witwassen van geld of het financieren van terrorisme. DNB maakte gisteren bekend dat het gericht onderzoek gaat doen naar de wijze waarop financiële instellingen transacties controleren op mogelijke betrokkenheid bij terrorismefinanciering.
Begin 2016, voor de publicatie van de Panama Papers stonden er in het register van DNB 269 afgegeven trustvergunningen. Afgelopen jaar zouden er in ieder geval 25 kleine trustkantoren uit het register verdwenen zijn, deel gedwongen en deels omdat zij niet in staat waren of niet wilden voldoen aan de wet-en regelgeving.
Ook Van Gorkum uit in het interview kritiek op de trustsector. Hoewel ze wel individuele verbeteringen heeft gezien, stelt ze dat er sectorbreed ernstige tekortkomingen zijn. Zo zou een lidmaatschap van brancheorganisatie Holland Quaestor, die in keurmerken voorziet waar kwaliteitseisen aan verbonden zijn, geen verschil maken voor het kwaliteitsniveau van de kantoren.
WWFT & WTT
Trustkantoren zijn verplicht om voorafgaand aan elke transactie cliëntenonderzoek te verrichten en ongebruikelijke transacties te melden, waarbij ze bijzondere aandacht dienen te besteden aan ongebruikelijke transactiepatronen en hoog-risico transacties. Dit is vastgelegd in de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (WWFT). In deze wet en de Wet Toezicht Trustkantoren (WTT) is ook vastgelegd dat een trustkantoor de verplichting heeft om de identiteit van de uiteindelijke belanghebbende (UBO) van een cliënt te verifiëren en inzicht te krijgen in de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de cliënt.
Meer slagkracht voor toezichthouder
Volgend jaar wordt de WTT op verzoek van DNB aangescherpt. De toezichthouder hoopt daarmee meer slagkracht te krijgen om de trustsector te kunnen verbeteren. Zo wordt het onder de aangescherpte WTT eenvoudiger om vergunningen in te trekken, bestaat de mogelijkheid om genomen maatregelen te openbaren en kan bepaalde dienstverlening worden verboden als deze te hoge risico’s met zich meebrengen.
Afhankelijk van de ernst van de bevindingen in het onderzoek treft DNB maatregelen tegen de trustkantoren. Dit kunnen bestuursrechtelijke maatregelen zijn, zoals een boete of last onder dwangsom. DNB heeft in dit geval, vermoedelijk vanwege de ernst van de overtredingen, strafrechtelijke aangifte gedaan tegen de trustkantoren.
Al zijn strengere wetgeving en handhaving natuurlijk niet de enige voorwaarden om de trustsector op orde te krijgen. “Wij zijn toezichthouder, maar de sector heeft een eigen verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat zij een schoon klantenbestand heeft. Onze rol is toezicht houden en daarbij hoort handhaving, maar uiteindelijk moet de sector het wel zelf doen”, aldus Willemieke van Gorkum, directeur integriteit bij DNB.