Amsterdam, 8 februari 2017 – Volgens de Vlaamse krant De Morgen, die een interne analyse van OLAF heeft ingezien, doen de nationale Openbare Ministeries van EU-lidstaten aanbevelingen van de Europese anti-fraudedienst af als onvoldoende bewezen, niet strafbaar of onbelangrijk. Van de 317 dossiers die OLAF tussen 2008 en 2015 naar de EU-lidstaten stuurden, zijn er naar verluidt 169 geseponeerd. OLAF spreekt van onkunde of onwil bij de lidstaten, die de bewijslast van het anti-fraudebureau simpelweg zouden weigeren te erkennen.
De nationale openbare ministeries binnen de EU zouden aanbevelingen van OLAF over corruptie en fraude, waaronder gesjoemel met onder meer EU-subsidies en de handel in valse sigaretten, opvallend vaak afdoen als onvoldoende bewezen, niet strafbaar, of onbelangrijk.
Wat doet OLAF?
Het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) heeft tot doel fraude, corruptie en andere onrechtmatige activiteiten in de Europese Unie te bestrijden. Hieronder valt ook de bestrijding van wanbeheer binnen EU-instellingen zelf. Hiermee beschermt OLAF de financiële belangen van de Europese Gemeenschap.
De belangrijkste werkzaamheden van het Europees anti-fraudebureau zijn het verrichten van onderzoek, het bevorderen van de samenwerking tussen autoriteiten in de lidstaten en het verstrekken van hulp aan de EU-lidstaten bij hun activiteiten in het kader van fraudebestrijding. Bovendien draagt OLAF bij tot het opzetten van de fraudebestrijdingsstrategie van de Europese Unie en neemt het initiatieven die nodig zijn om de betrokken wetgeving te verbeteren. OLAF kan bij het verrichten van zijn onderzoeken volledig onafhankelijk optreden.
Burgers en EU-ambtenaren kunnen OLAF via e-mail, telefoon en een elektronisch Fraude Notificatie Systeem alarmeren als zij misbruik met EU-geld vermoeden. Het Fraude Notificatie Systeem is toegankelijk via de website van OLAF. Meldingen kunnen ook anoniem worden gedaan.
Noodzaak van een Europees Openbaar Ministerie
OLAF onderstreept de noodzaak van de oprichting van een Europees Openbaar Ministerie (EOM) dat grensoverschrijdende vervolgingen kan instellen. Het EOM moet het mandaat krijgen om in alle EU-lidstaten onderzoek te doen naar fraude met EU-gelden. Bijzonder aan het mandaat is dat de aanklager elke lidstaat de verplichting kan opleggen om binnen het eigen juridische systeem een onderzoek te beginnen.
Voor de oprichting van een EOM is echter unanimiteit van de 28 lidstaten nodig. Het Europees Parlement sprak op 12 maart 2014 steun uit voor het voorstel van de Europese Commissie een EOM op te richten om fraude met Europese gelden te voorkomen. Veel lidstaten hadden bezwaar tegen de eerste opzet. Nationale parlementen, waaronder zowel de Eerste als de Tweede Kamer, trokken hierom een gele kaart. Hierop kwam de Commissie met een nieuw voorstel, waarmee de Nederlandse regering in november 2016 wel akkoord gingen. De Tweede Kamer echter niet omdat het de bevoegdheden van Europa teveel zou oprekken. Dit betekende dat Nederland geen goedkeuring voor het Europees Openbaar Ministerie kon geven in Brussel. Zweden zou zich definitief hebben afgemeld voor de oprichting van een EOM. Na jaren onderhandelen door de ministers van Europese Zaken in Brussel is er nog steeds geen consensus bereikt. De EU-leiders kunnen in maart nog een laatste poging doen om wel tot overeenstemming te komen wat betreft een EOM.