bestuursleden

Ingezonden brief NRC: leiders van bedrijven dienen meer vanuit moreel kompas te handelen

Lotte RooijendijkAlgemeen, Corruptie, Feature, Integriteit, Internationaal, Media, Nationaal, Nieuws, Wetgeving

Amsterdam, 24 april 2017 – Op 12 april j.l. stond er in de NRC een hoofdredactioneel commentaar met de titel “Bedrijven dienen, net als burgers over een moreel kompas te beschikken”. Dat artikel was geschreven naar aanleiding van onderzoeken van het Italiaanse en Nederlandse Openbaar Ministerie naar mogelijke omkoping in verband met de aanschaf van Shell van een olieveld in Nigeria. Transparency International Nederland (TI-NL) gaat niet in op deze kwestie aangezien de bevoegde autoriteiten zich daar mee bezig houden. Wel heeft TI-NL een mening over de interpretatie die de redactie van NRC vervolgens bood, welke verkondigt dat de kwestie te wijten is aan een gebrekkig “moreel kompas” van een bedrijf, en gaf daarom commentaar op het artikel.

Als bestuur van TI-NL meenden wij dat een antwoord gepast zou zijn. Immers, wij hechten er waarde aan dat bij laakbaar gedrag maximale transparantie, voor zover mogelijk, nagestreefd wordt. Dat betekent dat we wilden waarschuwen voor onduidelijkheden rond “moreel kompas van een bedrijf”. Het is mogelijk om te spreken van het “morele kompas” van een bedrijf, zoals je ook kunt spreken van de “identiteit” van een bedrijf of de cultuur van een bedrijf. Maar het is gevaarlijk als dat los wordt gezien van de aansprakelijkheid van relevante beslissers in of rond het bedrijf. Juist het aanspreken van individuen op hun gedrag toont of er sprake is van een “moreel kompas”. Joop Remmé, bestuurslid van TI-NL, schreef namens TI-NL een brief als reactie op het artikel van NRC. Helaas besloot de redactie van NRC om de ingezonden brief niet te plaatsen.

Ingezonden brief NRC over moreel kompas

“Geachte redactie,

Mede namens het bestuur van Transparency International Nederland, wil ik hierbij reageren op het hoofdredactioneel commentaar van donderdag 13 april jongstleden, getiteld “Bedrijven dienen, net als burgers over een moreel kompas te beschikken”. De aanleiding voor dit commentaar is de kwestie rond de aanschaf door Shell van een olieveld in Nigeria, in 2011. Op die kwestie wil ik hier niet ingaan, omdat die kwestie momenteel wordt onderzocht door het Italiaanse en het Nederlandse Openbaar Ministerie.

Wel wil ik opmerken dat het problematisch is om te spreken van “het morele kompas van het bedrijf”. In de management-literatuur gebeurt het wel dat antropomorfe termen aan organisaties worden toegedicht (geweten, identiteit, mentaliteit, etc.). Maar in de  daadwerkelijke aanpak van misstanden blijkt het zinvoller om te kijken naar wie er bij betrokken (kunnen) zijn en wat hun aansprakelijkheid is. Zo kunnen we kijken naar wat vandaag de dag waarschijnlijk het belangrijkste instrument in de aanpak van corruptie is, de Foreign Corrupt Practices Act van het Department of Justice (DoJ) van de VS. Dat instrument is in 2015 gepreciseerd met de “Yates memo”, die aangeeft dat bij de verdenking van corruptie door bedrijven (ook) altijd gekeken moet worden naar de individuen die binnen dat bedrijf verantwoordelijk moeten zijn geweest. Het DoJ wil met deze beleidslijn voorkomen dat individuen zich verschuilen achter hun bedrijf, ook als daar een “moreel kompas” aan wordt toegeschreven.

Het heeft altijd de sterke voorkeur van Transparency International Nederland om zo duidelijk mogelijk te zijn over wie verantwoordelijk is, terwijl wij ook aandacht besteden aan de context. Maar die context mag niet verbloemend werken.

De kop boven uw commentaar had naar ons inzicht beter kunnen luiden “de leiders van bedrijven dienen meer vanuit een moreel kompas te handelen”. Is dat niet wat u wilde bepleiten?”

Individuele aansprakelijkheid in Nederland

Transparency International Nederland acht het, net als Sally Yates, grondlegger van de Yates Memo, van groot belang dat men nooit in de veronderstelling mag zijn dat iemands criminele activiteiten ongestraft blijven enkel omdat deze worden gepleegd in opdracht van een bedrijf. Nederland kan veel leren van de Yates memo. Het invoeren van soortgelijk beleid als in de Verenigde Staten zou een interessante optie kunnen zijn, zodat individuen die hun handen vuil hebben gemaakt daadwerkelijk verantwoordelijk worden gehouden en zich niet langer verschuilen achter het bedrijf.

Tenslotte onderstreept Transparency International Nederland het belang van het moreel kompas specifiek bij leiders binnen bedrijven. Zij zijn immers de rolmodellen van het bedrijf en zetten de toon aan de top. Wanbeleid en corruptie aan de top kunnen leiden tot cynisme, onverschilligheid en demotivatie binnen het bedrijf. Als leiders van bedrijven de strategie en de targets niet realistisch of te ambitieus formuleren, is de kans groot dat de werknemers bochten afsnijden.