Amsterdam, 31 mei 2017 – De 750 Europarlementariërs die de Europese Unie telt, ontvangen jaarlijks in totaal 40 miljoen euro belastinggeld aan algemene onkostenvergoeding (AOV) die onder meer kan worden gebruikt voor het huren van kantoorruimte in eigen land. Uit een Europees onderzoeksproject van 48 samenwerkende journalisten blijkt dat ruim een derde helemaal geen werkruimte heeft buiten Brussel. Onduidelijk is hoe ze hun riante, belastingvrije onkostenvergoeding van 4342 euro per maand dan wel besteden.
De Algemene Onkostenvergoeding (AOV) krijgen de parlementsleden maandelijks belastingvrij bovenop hun salaris, maar ze hoeven hier geen verantwoording over af te leggen. De AOV is vooral bedoeld voor de huur van kantoorruimte in het thuisland. Maar van de 751 ondervraagde Europarlementariërs geven maar 494 aan dat ze een lokaal kantoor hebben. Een derde van de parlementariërs heeft helemaal geen kantoor in eigen land, zo blijkt uit het onderzoek van 48 Europese journalisten, waaronder van NOS.
In het geval ze wel een kantoorruimte huren, wordt zelden duidelijk hoeveel ze daaraan kwijt zijn. Volgens NOS gaf slechts acht procent van de ondervraagde Europarlementariërs volledige inzage in hun bestedingen. Het gros van de Europarlementariërs stond helemaal niet open voor vragen over de besteding van hun onkostenvergoeding, onder wie de gehele delegatie uit Bulgarije en Polen.
Hoe open wil het Europees Parlement zijn?
In Europa zijn het met name de linkse partijen die transparant zijn. De Groenen kwamen met voorstellen voor meer transparantie in de bestedingen van Europarlementariërs maar hier was niet genoeg steun voor binnen het Europees Parlement. Ook de fractie van de SP en de Partij voor de Dieren, GUE-NGL zijn grote voorstanders van meer openheid. De rechtse partijen stemden over het algemeen tegen een reeks amendementen voor meer transparantie en controle, waaronder de Europese christendemocraten, de EVP en de ALDE.
De landen met de grootste tegenstand zijn Bulgarije met 9 op 10 stemmen tegen meer openheid en Polen gevolgd met 84 procent tegenstemmen. Op de Belgen na, stemden de Nederlandse Parlementsleden het meest voor meer transparantie op de uitgaven. In Duitsland bleek ook de cultuur mee te spelen in de tegenstand voor meer transparantie. De parlementariërs uit dit land willen zich niet laten controleren door ambtenaren, omdat dit in strijd zou zijn met hun mandaat.
Duidelijk wordt dat er binnen het Europees Parlement grote culturele verschillen bestaan. Het argument dat wordt aangevoerd om geen monitoring plaats te laten vinden, vanwege de hoge kosten die dit met zich meebrengt, gaat niet op. Indien Europarlementariërs hun bonnetjes inleveren en controleurs steekproefgewijs controleren, kijkend naar grote uitgaven, dan is veel extra mankracht en dus hoge kosten onnodig.
Hoe zit het met de Nederlandse Europarlementariërs?
De helft van de Nederlandse parlementariërs is na de vorige verkiezingen in juli 2014 begonnen. Sinds die tijd hebben zij zo’n 150.000 euro per persoon aan AOV ontvangen. De NOS vroeg de Nederlandse Europarlementariërs om de administratie van hun onkostenvergoeding te delen, iets wat slechts 17 van de 26 politici uiteindelijk deden. In april stemde driekwart van de Nederlandse Europarlementariërs vóór meer controle en transparantie in de besteding van de onkostenvergoeding maar in de praktijk blijken ze lang niet allemaal transparant te zijn over de besteding van hun AOV.
Ook in Nederland lijken vooral de linkse partijen grotere voorstanders te zijn van meer transparantie en openheid wat betreft de uitgaven van de AOV. Van de Nederlandse Europarlementariërs gaven de leden van de VVD, de PVV en de SGP geen antwoord op vragen. De VVD meldde enkel dat de partij zich aan de regels houdt en er geen plicht tot specificatie is voor de onkostenvergoeding. De langstzittende Nederlandse Europarlementariër is Bas Belder van de SGP. Hij zit al sinds 1999 in het Europees Parlement en kreeg het hoogste bedrag aan algemene onkostenvergoeding: minimaal 790.000 euro. Hij gaf geen antwoord op vragen van de NOS over de besteding van de AOV.
Vier Nederlandse Europarlementariërs (van CU, CDA en D66) zeiden dat ze, behalve in Brussel, ook een kantoor in Nederland houden hebben. Het CDA zegt zich te houden aan interne regels en geeft ook een accountantsverklaring van de uitgaven. De D66 stort een deel naar de gezamenlijke delegatiepot en laat de uitgaven jaarlijks controleren door een externe accountant. Het overgebleven geld stort de partij terug naar het Europees Parlement. Ook de PvdA stort de vergoeding op een aparte rekening van de partijdelegatie, waarop de parlementariërs een beroep kunnen doen voor hun onkosten. GroenLinks stopt de vergoeding in een stichting, die toeziet op juiste besteding ervan. Een externe accountant controleert dat en de resultaten publiceert de partij op haar website.
Er zijn ook partijen die wél volledig open kaart spelen zoals de ChristenUnie die alle onkosten specificeert en laat controleren door een accountant en het bestuur van de partij, om vervolgens op de website verantwoording af te leggen. Europarlementariërs van de SP maken het minst gebruik van de onkostenvergoeding en geven desgevraagd in detail aan welke kosten ze hebben gemaakt, vooral voor telefoon- en computerkosten en kantoorbenodigdheden. Het geld dat ze overhouden storten ze terug naar het Europees Parlement.
Wat doen de Europarlementariërs die geld overhouden?
Duidelijk wordt dat niet alle Europarlementariërs de onkostenvergoeding volgens de regels besteden. Zo gaven twee Estse parlementsleden een gedeelte van de vergoeding aan goede doelen. Ook de Groenen hebben een speciale regeling die het overige geld bestemd voor vergoedingen schenken aan goede doelen en hebben hier een stichting aangehangen. Een Duits parlementslid bestelde ooit 1000 T-shirts om die uit te delen en een landgenoot stortte geld in verschillende stichtingen en doneerde aan een voetbalclub. Een andere Duitse Europarlementariër gaf er een groot feest van.
In het NOS Radio 1 Journaal noemt Transparency International Nederland het onhoudbaar dat de besteding van de AOV niet transparant verloopt. “De meerderheid van de parlementariërs weigert verantwoording af te leggen over belastinggeld dat wordt uitgegeven. Dit schaadt duidelijk het vertrouwen in de Europese instituties. Deze regeling is voor ons echt een doorn in het oog”, aldus directeur Anne Scheltema Beduin.