Amsterdam, 11 december 2017 (door Hugo Gilden) – Het regime van de premier Hun Sen uit Cambodja maakt zich al decennia lang schuldig aan stelselmatige onderdrukking en machtsmisbruik. Aankomende verkiezingen lijken volgens critici de reden te zijn voor een recentelijke intensivering van censuur en de arrestatie van oppositieleider Kem Sokha.
Cambodja scoort bijzonder slecht op de jaarlijks door Transparency International gepubliceerde transparantie index. Ook uit onderzoek van de Wereldbank in 2016 blijkt hoe diepgeworteld de corruptie is in Cambodja. Kijkend naar het percentage overheidstransacties waarbij een gift of steekpenning werd gevraagd door de betrokken overheidsfunctionaris of -functionarissen valt Cambodja ernstig uit de toon bij het gemiddelde van 13,7%, waar bij maar liefst 62% van de transacties een gift of steekpenning werd gevraagd. Dit povere presteren lijkt te worden veroorzaakt door het bewind van premier Hun Sen en zijn Cambodian People’s Party (CPP). Hun Sen, die reeds 32 jaar aan de macht is in het Zuidoost-Aziatische land, wordt beschuldigd van corruptie, verkiezingsfraude, het onderdrukken van onafhankelijke media en het vastzetten, martelen en vermoorden van critici en rivalen.
De belangrijkste oppositiepartij was de laatste jaren de Cambodia National Rescue Party (CNRP). De CNRP kon rekenen op steun uit het Westen en de CPP onderhoudt steeds sterkere banden met Vietnam en China. Koude oorlog sentimenten zijn dan ook nog altijd duidelijk zichtbaar op het Cambodjaanse politieke toneel. In september van dit jaar is oppositieleider Kem Sokha gearresteerd wegens verraad en in november is het bestaansrecht van de CNRP opgeheven.
De opmars van premier Hun Sen
Hun Sen’s opmars begon in 1970, toen hij zich aansloot bij de communistische Rode Khmer en haar strijd tegen een door de Verenigde Staten ondersteunde coupe. De hongersnood en genocide die zich voordeden onder het bewind van de Rode Khmer waren voor de inmiddels tot commandant gepromoveerde Hun Sen reden om naar Vietnam te vluchten, waaruit hij in 1978 naar Cambodja terugkeerde om met de Vietnamezen de Rode Khmer te verjagen. Tijdens de Vietnamese bezetting van Cambodja werd Hun Sen minister van Buitenlandse zaken en in 1985 werd hij benoemd tot premier.
Elitevorming rondom Hun Sen en zijn familie
Hoewel Hun Sen claimt maar $1.105 per maand te verdienen, lijkt de realiteit heel anders. Het Cambodja van Hun Sen wordt door Global Witness omschreven als een netwerk van corruptie, vriendjespolitiek en geheimzinnige zakendeals waarin Hun Sen en zijn familieleden doorgaans de grote winnaar zijn. De Hun familie is bovendien verbonden aan diverse grote (internationale) merknamen en domineert het Cambodjaanse handels- en investeringsklimaat. De familie wordt daarnaast regelmatig gelinkt aan illegale ontbossing en onrechtmatige land-grab praktijken, waarin land van arme boeren wordt ontnomen om commerciële doeleinden te kunnen dienen.
Geweld en censuur in Cambodja
Belangrijk voor het voortbestaan van Hun Sen’s bewind is zijn bereidheid en vermogen om tegenspraak stelselmatig de kop in te drukken. In een uitgebreid rapport bericht Human Rights Watch dat vele politici, journalisten en vakbondsleiders hun kritiek op het regime met de dood hebben moeten bekopen. Het meest recente voorbeeld hiervan is de moord op activist Kem Ley op 10 juli 2016. Voormalig CNRP-oppositieleider Sam Rainsy heeft zich openlijk uitgesproken over zijn vermoeden dat Hun Sen achter de moord op Kem Ley zit. Rainsy woont momenteel in ballingschap in Frankrijk.
In de afgelopen maanden heeft een intensivering van censuur en onderdrukking plaatsgevonden. Zo zijn verschillende radiozenders uit de ether gehaald en is een democratisch non-profit instituut opgeheven. Deze werden alle gefinancierd vanuit de Verenigde Staten. Ook is oppositieleider Kem Sokha veroordeeld wegens verraad, nadat uit videobeelden uit 2013 zou zijn gebleken dat Sokha een plan smeedde om met hulp vanuit de VS het Cambodjaanse regime omver te werpen. Ondanks oproepen uit de internationale gemeenschap om Sokha vrij te laten, hangt hem een celstraf van 15 tot 30 jaar boven het hoofd.
Verkiezingsfraude 2013 en een blik op de toekomst
Deze intensivering van censuur kan volgens critici worden gezien als een middel om Hun Sen’s overwinning in de verkiezingen van juli 2018 veilig te stellen. Groeiende onvrede over corruptie, land grabbing (oftewel landje pikken) en de onschendbaarheid van de elite lijkt voor veel voormalige CPP-stemmers in 2013 reden te zijn geweest om op andere partijen te stemmen. Ook zou Hun Sen, met name dankzij onafhankelijke online media, op weinig jeugdige stemmers hebben kunnen rekenen. Het heeft er dan ook alle schijn van dat de verkiezingen van 2013 frauduleus zijn verlopen. Om een herhaling hiervan te voorkomen is voor de aankomende verkiezingen nieuwe technologie geïnstalleerd. De verbanning van de CNRP maakt de aankomende verkiezingen echter op voorhand al ondemocratisch en weinig legitiem.
Hun Sen dreigt met burgeroorlog Cambodja
Hun Sen heeft aangekondigd een burgeroorlog te zullen ontketenen als hij de aankomende verkiezingen niet wint. Dergelijke dreigende taal is Hun Sen niet vreemd en het verleden wijst uit dat hij daadwerkelijk tot zulk handelen in staat is. Deze uitspraken bevestigen echter vooral de ernst van de situatie in Cambodja en de noodzaak om de corrupte en gewelddadige praktijken van Hun Sen aan te blijven kaarten.