Amsterdam, 27 februari 2018 – Vandaag kopte het FD ‘Bedrijf moet schuld erkennen om schikking met OM te krijgen‘. Dit is nieuws, omdat het woord ‘schuld’ niet voorkomt in de Aanwijzing hoge transacties en bijzondere transacties. Het is een kwestie van aanbod en aanvaarding, maar over de motieven van de verdachte om het aanbod te accepteren zwijgt de beleidsregeling. Nu schuldbekentenis een voorwaarde blijkt, krijgt de vraag omtrent de SBM schikking wederom een nieuwe dimensie: hoe volledig moet die schuldbekentenis zijn?
Marianne Bloos, hoofdofficier van justitie van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie (OM) zei in reactie op vragen over een mogelijke schikking tussen het OM en ING: “Alleen in zaken waar de verdachte ook zelf het foute van zijn handelen inziet”, verschijnt de transactie ten tonele. Opnieuw wordt dit aangevuld met de argumentatie dat “[m]et een hoge transactie, inclusief het uitbrengen van een persbericht daarover, kan dezelfde uitkomst worden bereikt als bij een – langdurige – behandeling ter zitting”. Ook de voordelen voor opsporings-, vervolgings- en zittingscapaciteit worden door Bloos aangestipt.
Met name de gedachte dat een schikking voor benadeelden, de pers en maatschappij dezelfde uitkomst hebben als bij een “langdurige behandeling ter zitting”, wordt door TI-NL niet gedeeld. Zeker omdat de strafzaken tegen individuen, waar misschien wel de volledige strekking van het misdrijf aan het licht komt (inclusief waarheidsvinding en expliciete schuldvraag), uitblijven. Maar ook het testen van wetgeving, beschikbare bevoegdheden en bewijs blijft in belangrijke mate achterwege. Ook andere nadelen, zoals het gebrek aan een voldoende afschrikwekkend effect dat van een transactie uitgaat en het gebrek aan rechterlijke toetsing, worden onvoldoende weersproken.
Wel bericht FD dat de transactie voorwaarden nog verder naar Amerikaans model gevormd zullen worden, met een ‘monitor’ (door ING gezien als ‘ondercuratelestelling’), die de implementatie van de compliance voorwaarden om herhaling te voorkomen zal volgen en waar nodig bijsturen.
Naar een internationale standaard
Ondanks de voornoemde nadelen kiezen steeds meer landen voor schikkingen bij de bestrijding van buitenlandse omkoping. Een ongereguleerde ontwikkeling van dit beleid leidt mogelijk tot uitholling van de diverse anti-corruptieverdragen. Om dit te voorkomen is het dringend nodig dat er een internationaal geldende standaard wordt vastgesteld. Transparency International stelde in een rapport uit 2015 al dat er een ‘drempel test’ zou moeten zijn bij de afweging om tot een schikking over te gaan. Indien er voor een schikking wordt gekozen moet er sprake zijn van voldoende transparantie, een eerlijk proces, verantwoording en schadevergoeding voor de slachtoffers. Ook op dit laatste punt schiet het huidige schikkingsbeleid nog volledig tekort.
Corruption Watch sluit aan bij de aanbevelingen van Transparency International en stelt onder andere de volgende uitgangspunten voor:
- Vervolging wordt de norm, schikkingen zijn slechts onderdeel van een breder vervolgingsbeleid;
- Individuen worden bij een schikking ter verantwoording geroepen en vervolgd;
- Er moet evenveel openbaarheid over de strafbare gedraging zijn als bij een gerechtelijke procedure;
- Een groot deel van het schikkingsbedrag moet als schadevergoeding worden uitbetaald aan het gedupeerde land;
- Er wordt niet geschikt met een bedrijf dat eerder in aanraking is geweest met handhaving.
Indien er op internationaal niveau geen hervormingen plaatsvinden blijven bedrijven de écht zware sancties ontlopen en leggen individuen vooralsnog geen verantwoording af voor ernstige corruptiedelicten. Met dit besef komt de verantwoordelijkheid om actie te ondernemen. Een internationale standaard voor schikkingen zal wereldwijd de nationale bepalingen gebaseerd op de anti-corruptieverdragen weer de nodige kracht bij zetten.