Amsterdam, 16 maart 2018 – Uit internationaal onderzoek van twee hoogleraren Corporate Governance blijkt dat directieassistenten van grote bedrijven en organisaties vaak getuige zijn van wangedrag in de top. Uit angst voor vergelding durft twee derde van de respondenten niets over het onethisch gedrag van hun baas te zeggen. Het onderzoek werd gedaan in 25 landen onder 204 executive assistants van grote bedrijven en instellingen op initiatief van Dilemma-Assist, een platform voor directieassistenten met integriteitsdilemma’s.
Die dilemma’s komen veel voor, is de voornaamste conclusie uit het onderzoek onder 204 directieassistenten uit 25 Europese landen, waaronder Nederland. Bijna de helft (48 procent) gaf aan in de laatste 12 maanden getuige te zijn geweest van wangedrag (misconduct). In grofweg een derde van de gevallen ging het om misbruik, mismanagement of verspilling van bedrijfseigendommen. Dat varieert van exorbitante hotelrekeningen tot onnodige investeringen. Ook het negeren van belangenconflicten kwam relatief veel voor (14 procent). Gevraagd naar de belangrijkste oorzaken van wangedrag in de top noemen de meeste directieassistenten de prestatiedruk die samenhangt met de noodzaak om targets te halen.
“The Secret Power in the Office”
Uit het onderzoek “The Secret Power in the Office” blijkt dat integriteitskwesties en wangedrag in de top van grote bedrijven en organisaties een veelvoorkomend probleem zijn. In ruim twee derde van de 204 onderzochte gevallen is sprake van wangedrag. De belangrijkste vormen zijn misbruik van geld, tijd en eigendommen van de onderneming (33%), gevolgd door belangenverstrengeling en misbruik van vertrouwelijke informatie (14%). Als belangrijke oorzaken van wangedrag geven de directieassistenten de druk aan die collega’s voelen om ‘alles te doen wat nodig is’ om targets en doelstellingen te realiseren, om bonussen veilig te stellen en kans op promotie te maken. Daarnaast worden disfunctionele procedures en regels genoemd als een belangrijke reden voor wangedrag. “Vele wetenschappelijke studies hebben laten zien wat de nadelen en perverse effecten van targets, budgetten en bonussen zijn. Dit onderzoek laat bovendien zien dat dit de belangrijkste oorzaken zijn van wangedrag bij ondernemingen.”, aldus hoogleraar Kees Cools.
Directieassistenten regelmatig geconfronteerd met integriteitskwesties
Directieassistenten worden persoonlijk regelmatig geconfronteerd met integriteitskwesties. De studie laat zien dat ‘respectloos en grof gedrag’ van directe collega’s (33%) en van leidinggevenden (22%) het meest voorkomende integriteitsprobleem is. In slechts een kwart van de gevallen geven de directieassistenten aan daar iets van zeggen als het hun leidinggevende betreft en in 33% van de gevallen als het directe collega’s betreft. De belangrijkste redenen om integriteitsproblemen niet te bespreken zijn ‘het zich niet veilig voelen’, ‘carrière risico’ en ‘te veel gedoe’. “De top van een grote organisatie is blijkbaar vaak geen veilige plek, Executive Assistants durven zich niet te uiten over belangrijke zaken als respectloos en grof gedrag en andere vormen van wangedrag”, zegt Ingrid de Jong van Dilemma-Assist.
Cultuur aan de top ervaren als belemmerend
Uit het onderzoek blijkt tevens dat in 30% van de ondernemingen de top zich niet of nauwelijks houdt aan het ‘practice what you preach’-principe. Slechts 17% van de directies doet vrijwel altijd wat zij zeggen. Ook blijkt dat slechts 29% van de directieleden onderling goed samenwerken, terwijl in 28% van de gevallen de sfeer in de directiekamers afstandelijk, gespannen of zelfs vijandig is. “ In een dergelijke omgeving waar de cultuur aan de top als belemmerend wordt ervaren, is het niet snel te verwachten dat mensen zich op hun gemak voelen en elkaar durven aan te spreken op ongepast of respectloos gedrag”, aldus Brigit de Lange van Dilemma-Assist.
Volgens het onderzoek zien de meeste directieassistenten het als hun belangrijkste rol om ‘gatekeeper’ te zijn. Bijna driekwart van de respondenten voelt zich vertrouwenspersoon van de leidinggevende en ruim tweederde ‘trusted advisor’ van degene voor wie zij/hij werkt. En over zaken als beoordelingen en promoties van directieleden wordt de helft van de directieassistenten om advies gevraagd. “Je kunt het gerust verontrustend noemen dat EA’s, ondanks hun rol als vertrouwenspersoon van hun leidinggevende en hun positie als spin in het web aan de top van een onderneming, in verreweg de meeste gevallen ongepast gedrag en wangedrag niet durven of willen aankaarten”, vult de Jong aan.