Amsterdam, 11 mei 2018 – Binnenkort zetten Nederlandse banken en verzekeraars politiek prominente personen (politically exposed persons, PEPs) op een PEP-lijst als hulpmiddel om risico’s in te kunnen schatten en witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen. Het gaat hier om mensen die invloedrijke functies bekleden zoals prominente Nederlandse politici en bestuurders, maar ook hun familie- en vriendenkring die scherp in de gaten worden gehouden of ze zich niet schuldig maken aan omkoping, witwassen of corruptie.
De PEP-lijst wordt gehanteerd om ongebruikelijke transacties, witwassen en financiering van terrorisme te melden. Als het saldo op de betaal-, spaar- of beleggingsrekening van een PEP merkwaardig snel toeneemt of als er verdachte transacties naar die rekening worden gedaan, moeten de financiële instellingen dat melden bij hun toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB). In het geval dat zij verzuimen te melden, kan DNB hoge boetes opleggen.
Wet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering (Wwft)
De verplichting is onderdeel van een wetsvoorstel ter implementatie van de vierde Europese anti-witwasrichtlijn uit 2015. Hiermee worden de bestaande regels uit de Wwft aangevuld, die moeten voorkomen dat het financieel stelsel wordt gebruikt voor witwassen of terrorismefinanciering.
Banken, financiële instellingen en verschillende andere beroepsgroepen moeten meer aandacht besteden aan de risico’s op witwassen en financieren van terrorisme. Deze instellingen, waartoe bijvoorbeeld ook trustkantoren, advocaten, notarissen, accountants en makelaars behoren, worden verplicht om de risico’s op witwassen en financieren van terrorisme in kaart te brengen en om beleid en procedures te ontwikkelen om deze risico’s te beheersen. Nederlandse financiële instellingen moeten buitenlandse PEPs al langer scherp in het vizier hebben. Het nieuwe wetsvoorstel breidt deze verplichting uit naar Nederlandse politici en bestuurders en hun families. Eigenlijk had de wetswijziging al in juni 2017 in moeten gaan, maar door de lange kabinetsformatie heeft de wet vertraging opgelopen.
Wie staat er op de PEP-lijst?
Onder de definitie PEP vallen niet alleen kabinetsleden maar ook topbestuurders van staatsbedrijven, partijvoorzitters, leden van de Hoge Raad, leden van de Algemene Rekenkamer, directieleden van centrale banken en directe familieleden van politiek prominente personen, zoals de echtgenoot, ouders en kinderen. Als iemand op de lijst voorkomt, kan dat betekenen dat banken aanvullend onderzoek doen als iemand een rekening opent of een transactie doet. De financiële sector is niet blij met de nieuwe verplichting, omdat het banken en verzekeraars zou dwingen een kostbaar controleapparaat op te zetten. Om die reden deelde de Turkse Garantibank, die in Nederland spaarrekeningen afgeeft, mee geen Nederlandse politici meer te accepteren als klant. Ook Moneyou, de spaarbankdochter van ABN Amro, zou politici en familieleden met hetzelfde argument hebben geweigerd.
Het is de vraag op basis van welke informatie de financiële instellingen de PEP-lijst gaan hanteren. Banken zijn wettelijk verplicht te letten op criminele geldstromen en terreurfinanciering en maken, bij gebrek aan een internationale overheidsdatabase, gebruik van commercieel verkochte lijsten, zoals de databank World-Check. De databank, samengesteld door de financiële dataverstrekker Thomson Reuters, kwam vorig jaar negatief in het nieuws vanwege de verouderde data die het zou bevatten. Volgens Thomson Reuters zelf bevat de databank meer dan twee miljoen namen van PEPs en personen en organisaties met een verhoogd risico, en maken 40 van de 50 grootste banken ter wereld en meer dan 300 overheidsinstanties gebruik van de lijst.
Noodzaak tot snelle en ambitieuze implementatie anti-witwasrichtlijn
Terwijl Nederland nog bezig is met de implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn is de nieuwe herziening van de richtlijn op 19 april al goedgekeurd door het Europees Parlement. Deze nieuwe regels zullen de strijd tegen corruptie en het witwassen van geld in de EU en ontwikkelingslanden versterken door publiekelijk bekend te maken wie Europese ondernemingen bezit en controleert. Het gaat hierbij vooral om een verruiming van de bevoegdheden van toezichthouders en maatregelen ten aanzien van geldstromen uit risicolanden, crypto-valuta en anonieme prepaid betaalinstrumenten. Na de publicatie van de Panama Papers en de Paradise Papers zijn er ook nog een aantal maatregelen toegevoegd om misbruik van fiscale constructies te voorkomen, onder andere door de transparantie te vergroten door middel van openbare registers van uiteindelijke belanghebbenden – het UBO-register.
In 2017 bracht Transparency International Nederland het rapport: “Behind The Scenes: Beneficial Ownership Transparency in the Netherlands”? uit waaruit blijkt dat ons land internationale standaarden met betrekking tot het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering nog altijd niet voldoende implementeert. Uit het in april 2018 gepubliceerde rapport G20 Leaders or Laggards blijkt eveneens dat Nederland nog flinke slagen te maken heeft op het gebied van wettelijke kaders voor transparantie van uiteindelijke belanghebbenden. TI-NL spoort Nederland dan ook aan om te zorgen voor een snelle en ambitieuze implementatie van deze belangrijke richtlijn, zodat kan worden voorkomen dat diegenen betrokken bij corruptie zich achter een sluier van geheimhouding blijven verbergen.