hoofdverdachten

OM eist tot bijna 5 jaar cel tegen twee hoofdverdachten in schandaal Vestia

Lotte RooijendijkAlgemeen, Corruptie, Feature, Fraude, Nationaal, Nieuws

Amsterdam, 1 juni 2018 – Het Openbaar Ministerie eist tot bijna 5 jaar cel tegen de twee hoofdverdachten in het financiële schandaal rondom Vestia. Volgens de rechtbank in Rotterdam hebben zij zich schuldig gemaakt aan omkoping, oplichting, fraude en witwassenDe twee verdachten zouden jarenlang bij diverse banken voor 23 miljard aan derivatencontracten voor Vestia hebben afgesloten. De affaire leidde in 2012 bijna tot de val van de toen nog grootste woningbouwcorporatie van Nederland.

Het OM eist vier jaar cel tegen de Vestia kasbeheerder Marcel De V., die zelf vindt dat hij niets verkeerd heeft gedaan. Tegen de financieel tussenpersoon Arjan G. werd vier jaar en negen maanden cel geëist. G. heeft de omkoping bekend en werkt mee aan het onderzoek. Maar hij heeft volgens het OM iets meer op zijn kerfstok. Zo zou G. belastingfraude hebben gepleegd en heeft hij zijn geld deels bij familieleden weggezet. Zijn vader hoorde voor witwassen een celstraf van 7,5 maand tegen zich eisen en G.’s ex-vrouw vijf maanden. Het OM diende tegen alle verdachten ontnemingsvorderingen in.

Hoe zat het ook alweer in het schandaal rondom Vestia?

Naast de kasbeheerder van Vestia en de financieel tussenpersoon was ook de voormalig bestuursvoorzitter van Vestia één van de hoofdrolspelers in de zogenaamde Vestia-affaire welke draait om de financiële constructies die de woningcorporatie aan de rand van de afgrond hebben gebracht. Tussen 2008 en 2011 werd de corporatie met ruim 24 miljard euro aan derivaten volgepompt. Marcel de V. en Arjan G. hebben tot eind 2010 honderden derivatencontracten afgesloten. In ruil daarvoor zouden zij zelf heimelijk miljoenen euro’s op hebben gestreken aan provisie. De banken betaalden G. ruim 20 miljoen euro. Hij zou de helft hebben doorgesluisd naar de kasbeheerder.

Door te speculeren met derivaten viel de landelijke woningbouwcorporatie in 2012 bijna om. Vestia kocht deze risicovolle financiële producten om zich tegen renterisico’s in te dekken. De corporatie gokte op een rentestijging, terwijl de rente tegen alle verwachtingen in juist daalde. Door de rentedaling kregen de derivaten een negatieve marktwaarde. De betrokken banken eisten daarom extra onderpand-betalingen van Vestia. De corporatie moest de derivatenportefeuille uiteindelijk bij de banken voor ruim 2 miljard euro afkopen. Om de woningcorporatie overeind te houden werd dit voor een deel opgebracht door andere woningcorporaties die in totaal bijna 700 miljoen euro hebben opgehoest.

Na een bekentenis werd duidelijk dat de corporatie in deze kwestie door fraude is getroffen. De verdachten zouden steekpenningen hebben aangenomen en Vestia voor grote bedragen hebben opgelicht met de handel in derivaten. Ze werden onder meer vervolgd voor omkoping, witwassen, valsheid in geschrifte en oplichting. De voormalig bestuursvoorzitter en oud-commissarissen van Vestia werden niet vervolgd. Vestia zag af van een rechtszaak en er werd een schikking getroffen van €4,8 miljoen. De totale schade voor Vestia bedroeg 2,7 miljard euro. Andere corporaties moesten bijspringen, personeel werd ontslagen, huren zijn verhoogd en nieuwbouwprojecten zijn gestopt. Topman Erik Staal moest uiteindelijk opstappen.

Verduistering sociale woningbouwprojectgelden

Twee jaar geleden trof Vestia een schikking met oud-topman Erik Staal, die in 2012 vertrok bij de corporatie. In ruil voor de schikking van 4,8 miljoen euro trok Vestia een zaak tegen Staal en een aantal oud-commissarissen in, die toezicht hadden moeten houden op het financiële beleid. In 2014 bepaalde de rechter dat Staal zijn vertrekpremie van 3,5 miljoen euro mocht houden. De nieuwe directie van Vestia had gevraagd de toekenning daarvan terug te draaien, maar daarvoor zag de rechter geen juridische grond.

Staal werd in april vorig jaar gearresteerd in een andere zaak op verdenking van verduistering en witwassen van 1,2 miljoen euro die was bestemd voor hulp aan sociale woningbouwprojecten in Zuid-Afrika. De voormalig topman is tevens bestuurder van een stichting met als doel het bevorderen van sociale woninghuisvesting in Zuid-Afrika. Deze stichting werd in 1996 opgericht door meerdere Nederlandse woningcorporaties, waaronder Vestia, om in Zuid-Afrika een systeem van sociale huisvesting op te zetten waarbij honderden huizen met geld van de Nederlandse corporatiesector zouden worden gebouwd. Onder leiding van de voormalig bestuursvoorzitter nam Vestia als grootste woningcorporatie van Nederland het voortouw. Ook de zus van Staals ex-vrouw is verdachte in de zaak. Zij zou geld hebben witgewassen. De zaak is nog onder de rechter.