Shell

Eerste ‘hoogtepunt’ in Nigeriaanse corruptiezaak Shell en ENI

Lotte RooijendijkAlgemeen, Corruptie, Extern nieuws, Internationaal, Nieuws, Private sector, Rechtspraak

Amsterdam, 21 september 2018 – Afgelopen donderdag nam het strafproces inzake de Nigeriaanse corruptiezaak waarbij Shell en Eni betrokken zouden zijn een nieuwe wending. Het proces dat speelt bij de rechter in Milaan kwam lastig op gang maar heeft nu geleid tot de veroordeling van twee natuurlijke personen. Het gaat daarbij om een Nigeriaan en een Italiaan, beiden veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar. 

Volgens de aanklagers kwalificeren de veroordeelden als tussenpersonen in de betaling van een grote hoeveelheid steekpenningen aan Nigeriaanse ambtenaren. In de aankoop van olieconcessie in Nigeria door Shell en Eni zou aan deze ambtenaren (indirect) bijna 1,3 miljard dollar zijn betaald. De Milanese rechter stelde in dit kader vast dat de Italiaanse en Nigeriaanse tussenpersonen maar liefst 114 miljoen dollar aan ‘kickback-betalingen’ ontvangen hebben. Deze gelden dienen terugbetaald te worden.

Betrokkenheid van Shell en ENI

De veroordeling van de twee natuurlijke personen is de eerste ‘doorbraak’ in de strafzaak waarbij de twee olieconcerns zijn betrokken. Eind vorig jaar werd bekend dat de ondernemingen vervolgd worden voor betrokkenheid bij corruptie, en dat ook een aantal (oud-) bestuurders zich tegenover de rechter moeten verantwoorden. De zaak heeft te maken met de gezamenlijke aankoop van een olieveld aan de Nigeriaanse kust. Het aankoopbedrag, van ruim 1 miljard dollar, zou zijn doorgesluisd aan een bedrijf dat toekomt aan de Nigeriaanse minister Dan Etete, eerder veroordeeld wegens witwassen.

De procedure zou aanvankelijk starten op 5 maart van dit jaar. Wegens de overvolle agenda van de aangewezen Italiaanse rechter werd het uitgesteld naar 14 mei. Voorts is door een beroep van een van de verdachte natuurlijke personen, een voormalig Shell-bestuurder, het proces opnieuw uitgesteld tot eind juni.

Samenwerking Nederland en Italië

Weliswaar is de strafzaak voorgelegd aan de Italiaanse rechter, toch betekent dit niet dat het Nederlandse Openbaar Ministerie (‘OM’) zich volledig afzijdig houdt. Sinds februari 2016 vormt het OM namelijk een zogenaamd ‘Joint Investigation Team’ met het Italiaanse OM. Naar aanleiding van het onderzoek naar het aangekochte olieveld is onder meer een inval gedaan op het hoofdkantoor van Shell in Nederland. Ook het Anti-Corruptie Center van de FIOD voert een onderzoek uit, onder leiding van het Nederlandse Functioneel Parket. Of dit onderzoek aanleiding biedt tot een tweede officiële aanklacht is nog niet bekend.

De veroordeling betekent overigens nog niet het einde van de rechtszaak. De twee veroordeelden hebben gekozen voor een speciale versnelde rechtsgang naar Italiaans recht. Dit brengt met zich mee dat hun zaak sneller wordt afgedaan, dat er geen getuigen worden opgeroepen en dat de strafmaat lager ligt. Voor de overige verdachten zal de strafzaak aanstaande woensdag verder gaan in Milaan. Shell heeft inmiddels in een persbericht aangegeven dat geen van de veroordeelde natuurlijke personen werkzaam waren bij Shell. Ook zou volgens het NRC het olieconcern blijven volhouden dat er geen basis zou zijn voor de vervolging van Shell, noch voor die van de oud-medewerkers.