Amsterdam, 12 februari 2019 – Na de witwasaffaire met ING wil de Nederlandse Staat een zwarte lijst opstellen van bedrijven die vanwege een wetsovertreding met justitie hebben geschikt. Zo wil de Staat de mogelijkheid krijgen om deze ondernemingen uit te kunnen sluiten bij aanbestedingen door de overheid. Het Financieel Dagblad meldt dat de plannen voor een dergelijke zwarte lijst met schikkende bedrijven in een vergevorderd stadium zijn en binnen enkele weken worden onthuld.
De ministeries van Economische Zaken en Financiën zouden al geruime tijd onderzoeken hoe dit soort ondernemingen in de toekomst kunnen worden uitgesloten bij aanbestedingen door de overheid, dan wel hoe contracten worden opgezegd.
Zwarte lijst naar aanleiding van ING
De overheid onderzoekt de mogelijkheid van een zwarte lijst naar aanleiding van de witwasaffaire van ING. Begin september trof ING een schikking van 775 miljoen euro met met het Openbaar Ministerie omdat de bank jarenlang stelselmatig de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) overtrad. De bank heeft tussen 2010 en 2016 structureel te weinig gedaan om te voorkomen dat er geld werd witgewassen. Zo werden veel bankrekeningen maar beperkt gemonitord waardoor de autoriteiten te laat op de hoogte werden gebracht. De oppositie wilde vervolgens af van ING als huisbankier van de Nederlandse Staat. Dat bleek echter niet mogelijk te zijn, omdat dit tegen de huidige regels indruist.
Als het plan wordt ingevoerd, zou dit gevolgen kunnen hebben voor een aantal grote Nederlandse bedrijven die zaken doen met de overheid. Bedrijven zoals ING als huisbankier van de Staat, KPMG als accountant, of Ballast Nedam die verschillende overheidsaanbestedingen heeft gewonnen, hebben in het verleden allemaal met justitie geschikt vanwege een wetsovertreding.
Bij bedrijven die recentelijk een strafzaak hebben geschikt, zoals de ING Bank, kan nu niet zomaar een lopend contract worden verbroken. ING heeft als huisbankier van de staat vijf deelcontracten voor het betalingsverkeer van de overheid. Twee van deze contracten zouden inmiddels zijn opgeschort. Onder de lopende contracten met ING – onder meer de ruim 260 miljoen transacties met en door de Belastingdienst – kan het Rijk niet zomaar uit. Als de plannen worden doorgevoerd zal dit straks veranderen, want ook lopende contracten zouden vanaf dan makkelijker opgezegd moeten kunnen worden als een bedrijf een boete heeft gekregen of heeft geschikt.
Zonder verbeterprogramma op zwarte lijst
Ook zou de overheid mogelijk aanvullende eisen kunnen stellen aan bedrijven die geschikt hebben, als die in aanmerking willen komen voor een overheidscontract. Deze aanvullende eisen betreffen bijvoorbeeld dat bedrijven die een strafzaak afkopen een controleerbaar verbeterprogramma moeten invoeren waarmee ze beloven dat ze niet opnieuw dezelfde strafbare feiten plegen. Voldoen ze niet aan deze eis, dan kunnen ze op de zwarte lijst terecht komen en worden ze uitgesloten voor overheidsopdrachten.
De vraag is echter of dit juridisch wel mogelijk is. Volgens het fundamentele beginsel in het strafrecht “ne bis in idem” mag je niet twee keer gestraft worden voor hetzelfde vergrijp. De Staat treft dus eerst een schikking met het bedrijf waarmee de strafzaak wordt afgekocht en daarna straf je het bedrijf nogmaals door ze uit te sluiten voor overheidsopdrachten. Dit zou een struikelblok kunnen zijn om dit plan in te voeren. Ook ligt de proportionaliteit ter discussie. Hiermee wordt bedoeld dat het wel of niet uitsluiten van een bedrijf voor een overheidsaanbesteding in redelijke verhouding moet staan tot de strafzaak die het bedrijf heeft afgekocht. Maar wanneer is het in redelijke verhouding? Kortom, genoeg voer voor een discussie die Transparency International Nederland de komende tijd nauwgezet zal volgen.