Amsterdam, 17 oktober 2019 – Het gerechtshof Den Haag heeft besloten dat drie klagers ontvankelijk zijn in hun artikel 12-procedure waarmee zij alsnog vervolging van ING willen afdwingen. De schikking van het OM met ING zal nu alsnog door de rechter worden getoetst.
Vorig jaar september kocht ING nog voor 775 miljoen euro strafvervolging af voor het faciliteren van witwassen en overtreden van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft), nadat het OM in onderzoek ‘Houston’ “breed falend” beleid bij de bank had vastgesteld. In de megaschikking werd ING vrijwaring van vervolging beloofd voor alle andere witwasgerelateerde kwesties van 2010 tot 2018. Een essentieel onderdeel van de schikking is dat deze wordt ontbonden als derden alsnog vervolging van de bank weten af te dwingen. In dat geval moet de staat 775 miljoen euro terugbetalen aan ING.
Art. 12-procedure
Dat derden vervolging van de bank weten af te dwingen lijkt sinds 2 oktober een reële mogelijkheid, nu het Haags gerechtshof heeft geoordeeld dat drie klagers in de zogenaamde artikel 12-procedure ontvankelijk zijn verklaard. Het gaat hier om de Amerikaanse curator van de IB-Capital-beleggingsfraudezaak, de Nederlandse ondernemer Sam van Doorn en de Stichting Onderzoek Bedrijfsinformatie van Pieter Lakeman. Deze laatste klager probeert vervolging van ING-topman Ralph Hamers af te dwingen. Ook Sam van Doorn, die zijn trustkantoor kwijtraakte nadat zijn zakenpartner frauduleuze transacties had verricht, overweegt aanvullende artikel 12-procedures te beginnen om Hamers en andere individuele ING-bankiers strafrechtelijk te laten vervolgen.
Dat de drie ontvankelijk zijn verklaard, betekent dat nu een inhoudelijke behandeling van de zaken van start kan gaan. In het kader hiervan heeft het OM het volledige dossier van het ING-onderzoek ‘Houston’ aan het gerechtshof moeten overleggen. Het hof zal relevante delen hiervan ter beschikking stellen aan de klagers ter voorbereiding van de inhoudelijke zaak.
Automatische rechterlijke controle van schikkingen
Het is de eerste keer dat de rechter een megaschikking van een groot bedrijf toetst. Transparency International Nederland juicht deze beslissing toe, maar blijft samen met andere instanties voor een standaard rechterlijke controle bij grote schikkingen van belangrijke strafzaken pleiten. Onder anderen Geert Corstens, oud-president van de Hoge Raad, spreekt zich al sinds 2014 uit voor een automatische rechterlijke fiattering van megaschikkingen. Reden hiervoor is het gebrek aan transparantie bij grote schikkingen, en daarmee het gebrek aan publieke controle. Dat de artikel 12-procedure in deze zaak tot rechterlijke toetsing leidt, is niet voldoende: de drempel van ontvankelijkheid bij een art. 12-procedure is immers bij eerdere grote schikkingen te hoog gebleken. Daarnaast vinden artikel 12-procedures grotendeels achter gesloten deuren plaats.
Vorig jaar is door de Tweede Kamer een motie van SP en D66 aangenomen die het kabinet oproept megaschikkingen door een rechter te laten toetsen. Aanleiding voor de motie was het ongenoegen over de sfeer van achterkamertjes en het gebrek aan openlijke verantwoording bij eerdere grote schikkingen. Ook Marcel Pheijffer, hoogleraar accountancy, pleit voor voor rechterlijke controle van schikkingen omdat hij zorgen heeft over de rechtswaarborgen, rechtsbescherming en transparantie in de afspraken die het OM met verdachten maakt.