Amsterdam, 9 september 2021 – Cora van Nieuwenhuizen moet zich de aankomende twee jaar tóch aan het lobbyverbod houden. Demissionair premier Rutte spreekt zich hierover uit in antwoorden op Kamervragen. Een heldere regelgeving is nodig om misstanden te voorkomen.
Per 1 oktober maakt demissionair minister Van Nieuwenhuizen de overstap naar Energie-Nederland, waar zij de rol als voorzitter zal bekleden. De overstap was het zoveelste voorbeeld van de draaideur in Nederland. Het resulteerde in grote verontwaardiging en creëerde discussie over het gebrek aan regels en de onduidelijkheid van bestaande regelgeving. Volgens demissionair minister Van Nieuwenhuizen respecteerde ze wel de morele grens. Ze reageerde zelf hierover: “Ik houd me aan de regels zoals wij die in dit land hebben opgesteld.”
Lobbyverbod van 2017
In 2017 werd door het kabinet Rutte II een contactverbod voor oud-bewindspersonen ingesteld. Onder het contactverbod mochten oud-bewindspersonen minimaal 2 jaar niet lobbyen met ambtenaren van hun eerdere ministerie. Dit lobbyverbod is per 1 januari 2020 is ingetrokken, maar demissionair minister Kasja Ollongren bevestigde al eerder dat deze nog wel van kracht is. Ook is dit lobbyverbod terug te lezen in het handboek voor bewindspersonen.
Nu heeft demissionair premier Rutte zich uitgesproken over de kwestie. In de antwoorden op vragen uit de Tweede Kamer geeft Rutte aan dat het lobbyverbod inderdaad actief is en geldt voor demissionair minister Van Nieuwenhuizen: “Het is denkbaar dat de voormalige bewindslieden in het kader van hun nieuwe functie belangen behartigen die liggen op het beleidsterrein van hun voormalige ministerie. In dat geval zijn zij voor medewerkers van dat ministerie als lobbyist niet aanvaardbaar, tenzij de secretaris-generaal een uitzondering maakt.”
Dit betekent dat, op grond van het lobbyverbod, ambtenaren het ministerie van I&W geen contact mogen hebben met Van Nieuwenhuizen.
Regelgeving schept helderheid
TI-NL is van mening dat heldere draaideur wetgeving met een onafhankelijke toezichthouder deze onwenselijke praktijk tegen kan gaan. De huidige praktijk, waarbij er veel onduidelijk is over wat toegestaan is, legt teveel verantwoordelijkheid bij de individuele bewindspersonen. Een onafhankelijke toezichthouder zou helderheid en precedent kunnen scheppen met bindende aanbevelingen naar bewindspersonen en ministeries.
Nederland is momenteel het enige West-Europese land zonder toezichthouder. Hier wordt Nederland regelmatig op aangesproken door GRECO, het Europese anticorruptieorgaan.