EU-klokkenluidersrichtlijn

EU-klokkenluidersrichtlijn: voortgang na de deadline

Lotte RooijendijkAlgemeen, Europees, Klokkenluiders, Overheid, Wetgeving

Amsterdam, 19 januari 2022 – Twee jaar geleden is de EU-klokkenluidersrichtlijn aangenomen. Op 17 december 2021 verliep de deadline voor de lidstaten om deze te implementeren in hun nationale wetgeving. Het overgrote deel van de  lidstaten, waaronder Nederland, is hier nog niet succesvol in geweest. Slechts in vijf lidstaten is een wetsvoorstel door het parlement aanvaard, terwijl in negen lidstaten nog geen enkel voorstel aan het parlement is voorgelegd.

Klokkenluiden is een van de meest effectieve manieren om corruptie op te sporen en te voorkomen. Helaas voelt maar 47% van de Europeanen zich veilig genoeg om corruptie te rapporteren. Veel te vaak voelen degenen die getuige zijn van wanpraktijken zich niet bevoegd om dit te melden, en als ze dit wel doen worden ze slachtoffer van onaangename repercussies zoals pesterijen, en soms zelfs ontslag. Goede wetgeving, die de klokkenluider beschermt en ervoor zorgt dat de gemelde misstand daadwerkelijk aangepakt wordt, is daarom essentieel.

Daarom heeft de Europese Unie in 2019 een richtlijn aangenomen: “Richtlijn (EU) inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden”. Deze richtlijn moet ervoor zorgen dat klokkenluiders geen schade of represailles ondervinden wanneer zij melding maken van een misstand. Hiertoe verplicht de richtlijn bedrijven, openbare instellingen en autoriteiten om een hoog niveau van bescherming en veilige meldkanalen aan te bieden.

De Europese Unie gaf de 27 lidstaten 2 jaar om de richtlijn in hun nationale wetgeving te implementeren. De officiële deadline verliep op 17 december 2021.

Voortgang van de EU-klokkenluidersrichtlijn

In maart 2021 bleek uit onderzoek dat twee derde van de lidstaten nog niet was begonnen of minimale vooruitgang had geboekt. In december bleek dat de meeste EU-landen niet de officiële deadline gehaald hebben. Bij vijf lidstaten is een wetsvoorstel door het parlement goedgekeurd, maar deze is nog in geen enkele lidstaat daadwerkelijk van kracht geworden. Ook moet de Europese Commissie nog bepalen of de nationale wetgeving in overeenstemming is met de EU-klokkenluidersrichtlijn.

Hoewel vertragingen bij de uitvoering van EU-richtlijnen niet ongebruikelijk zijn, kan men zich wel afvragen of EU-landen de bescherming van klokkenluiders serieus nemen. Bij vertraging van deze richtlijn blijven klokkenluiders namelijk onvoldoende beschermd. Hierdoor blijven wandaden die levens, het klimaat of middelen in gevaar brengen verborgen, omdat degene die dit had kunnen melden bevreesd  zijn dit te doen.

Daarnaast is de EU-klokkenluidersrichtlijn niet perfect. Het biedt namelijk alleen bescherming aan klokkenluiders die een misstand melden die binnen EU-wetgeving valt. Transparency International pleit daarom voor een implementatie die verder gaat dan de minimale standaarden in de richtlijn. Goede voorbeelden hiervan zijn Denemarken en Zweden, waar de toekomstige wet een bredere bescherming biedt. Men is namelijk beschermt als die in het maatschappelijke belang een melding doen van schending van nationaal recht of ‘serieuze zaken’(Denemarken) of van wangedrag (Zweden).

Al is snelheid van de implementatie dus belangrijk, de inhoud van de wet is wellicht nog belangrijker. Goed overleg met belanghebbenden, zoals NGO’s, vakbonden, en mensen en organisaties uit de praktijk die werkervaring hebben met klokkenluiders is van belang om een solide wetgeving te krijgen, die rekening houdt met alle uitdagingen en behoeften.

Eerste wetsvoorstel voor de implementatie in Nederland

In Nederland heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken in juni 2021 een wetsvoorstel naar de Kamer gestuurd  voor de implementatie van de richtlijn. Dit wetsvoorstel ontving veel kritiek, omdat dit onnodig ingewikkeld is. In dit wetsvoorstel is namelijk gekozen om een  scheiding tussen EU-wetgeving en Nederlandse wetgeving aan te blijven houden. Zo wordt naast de bestaande wettelijke definitie van een misstand een inbreuk op het Unierecht geïntroduceerd met afwijkende externe meldkanalen en procedures.

Voor klokkenluiders – maar ook voor de organisaties waar zij werken en voor de autoriteiten die de melding onderzoeken – ontstaat hierdoor een onnodig ingewikkelde en onduidelijke situatie. Waar en op welke manier klokkenluiders een misstand of inbreuk moeten melden, is in het wetsvoorstel namelijk afhankelijk van het soort recht (nationaal- of Unierecht) dat van toepassing is. Een klokkenluider zal dat echter meestal niet kunnen bepalen. De Raad van State gaf in haar advies ook aan dat deze manier van implementeren lastig uitvoerbaar is.

Transparency International Nederland zat hierom in september bij het rondetafelgesprek van de Commissie Binnenlandse Zaken over de EU-Klokkenluidersrichtlijn. In dit gesprek heeft TI-NL haar standpunten duidelijk over kunnen brengen.

Wijziging van het wetsvoorstel

Hoewel TI-NL, diverse andere organisaties, en enkele Kamerleden pleitten het wetsvoorstel in te trekken en te herschrijven, stuurde de minister van Binnenlandse Zaken kort voor de deadline van 17 december  een nota van wijziging van het wetsvoorstel alsmede een nota naar aanleiding van het verslag naar de Tweede Kamer. Al staan er in de voorgestelde wijzigingen een aantal belangrijke verbeteringen, toch blijven er grote tekortkomingen bestaan.

Positief is de aanpassing van de definitie van een misstand, de toevoeging aan die definitie van een ”gevaar voor schending van regels” en aanpassing van de definitie van een inbreuk. Hierdoor is de complexiteit verminderd. Hetzelfde geldt voor het samen voegen van de externe meldkanalen en procedures. Ook worden nu in het voorstel eindelijk zwijgbedingen (ongewenste geheimhoudingsbepalingen) expliciet nietig verklaard. Helaas geldt dit niet voor al bestaande zwijgbedingen.

Vele andere bezwaren van TI-NL blijven echter bestaan. De voornaamste is de loskoppeling van de implementatie van de richtlijn en de evaluatie van de huidige wet, dat tot structurele zwaktes leidt. Het ontbreken van een duidelijke voorziening voor juridische en psychosociale ondersteuning blijft ook een belangrijke tekortkoming. Verder blijft anoniem melden voorlopig op basis van zwakke argumenten niet mogelijk. TI-NL is van plan in de komende weken een brief aan de vaste Kamercommissie te sturen om aandacht te vragen voor deze en andere punten.

Op 13 januari 2022 vond in de vaste Kamercommissie een procedurevergadering plaats over de verdere behandeling van het wetsvoorstel. Hierin is afgesproken dat er verschillende vragen worden gestuurd naar de huidige Minister van Binnenlandse Zaken, Hanke Bruins Slot. De eerste vraag is of ze het huidige wetsvoorstel wil verdedigen, of tot andere inzichten is gekomen. De tweede vraag naar de Minister is of het een mogelijkheid is twee wetsvoorstellen ineen te schuiven. De vaste Kamercommissie wil hier spoedig antwoord op.