Amsterdam 13 maart, 2023 – De Wet regels gewezen bewindspersonen is een goede eerste aanzet van het kabinet om de draaideur tussen de publieke en private sector te bestrijden. De aanpak van de draaideur is essentieel om het vertrouwen van burgers in de overheid te herstellen. TI-NL heeft gereageerd op de consultatie van de Wet regels gewezen bewindspersonen (Wgb) en heeft 7 aanbevelingen voor de minister.
Het gevoel dat besluitvorming wordt ondergraven door private belangen is groot. Zo blijkt uit de Global Corruption Barometer dat 42% van de Nederlanders vindt dat de overheid wordt bestuurd voor en door een selecte groep private belangen. Het Sociaal Cultureel Planbureau heeft verder ondervonden dat slechts 50% van de Nederlanders vertrouwen heeft in de politiek. Het is dus duidelijk dat het vertrouwen in de Nederlandse overheid laag is. De Wet regels gewezen bewindspersonen is een goed begin om bij te dragen aan het herstel van vertrouwen in de Nederlandse overheid. Desalniettemin, zijn er enkele punten waar meer aandacht aan moet worden besteed. Hieronder zijn een aantal van die punten uitgelicht die we ook hebben voorgesteld aan de minister tijdens de consultatieronde.
De afkoelperiode
De afkoelperiode is een van twee elementen van de Wet regels gewezen bewindspersonen. Dit houdt in dat een aftredende bewindspersoon eerst een aantal jaar niet aan het werk gaat op het beleidsterrein waar zij voormalig verantwoordelijk voor waren. Dit zorgt er bijvoorbeeld voor dat de nieuwe werkgever van het voormalig bewindspersoon geen concurrentievoordeel kan verkrijgen of een bevoorrechte informatie positie heeft ten opzichte van andere organisaties. In het rapport Lifting the Lid on Lobbying pleit TI-NL dan ook voor een afkoelperiode van twee jaar. Hieronder volgen de aanbevelingen van TI-NL voor een betere implementatie van de afkoelperiode in de Wet regels gewezen bewindspersonen.
- Stel een onafhankelijke commissie in die kan toezien op een integrale gedragscode.
- Integriteit versterken en het aanpakken van risico’s op belangenverstrengeling is een grote opgave. De GRECO, de anti-corruptiewaakhond van de Raad van Europa, vroeg Nederland om een dergelijke integrale integriteitsstrategie. De grondslag en eventuele invulling voor een dergelijke commissie zou idealiter volgen uit een integrale integriteitswet. De reeds gepubliceerde gedragscode bewindspersonen kan een goed startpunt zijn, mits deze wordt aangevuld.
- Stel bindende regels op en leg sancties op bij overtreding.
- De Wet regels gewezen bewindspersonen voorziet in een verplichting tot advies van rechtspersonen. Dit is een goede stap, maar er zijn tegelijkertijd enkele risico’s. Bijvoorbeeld de beoordeling. Het is goed dat apolitieke organisaties als het college Rechtspositie Politieke Ambtsdragers (hierna: college RPA) individuele casussen beoordeelt. Echter, ontbreken bindende regels. Nationale casussen, zoals de casus van Cora van Nieuwenhuizen, maar ook internationale casussen, zoals de casus van Neelie Kroes in de EU, tonen aan dat niet-bindende regelgeving te weinig duidelijkheid geven. Alleen heldere kaders en afdwingbare regels geven de bewindspersoon, de overheid en het publiek voldoende duidelijkheid. Het voorgestelde mechanisme van naming and shaming is dus niet bindend genoeg. In de praktijk wentelt de overheid hiermee zowel de risico’s van belangenverstrengeling als de handhaving van integriteitsregels af op de maatschappij.
- Zorg voor voldoende capaciteit en expertise bij de onafhankelijke commissie.
- De commissie dient expertise aan te trekken om de risico’s op belangenverstrengeling te onderzoeken en te beoordelen. Hoewel het college RPA onder haar taakomschrijving nevenfuncties en neveninkomsten vermeld, wordt er geen melding gemaakt van het beoordelen van integriteitsvraagstukken als specifieke competentie.
- Leg de vragenlijst die ten grondslag ligt aan de beoordeling van de toelaatbaarheid van de vervolgfunctie ter consultatie.
- Gezien het belang van de vragenlijst die ten grondslag ligt aan de beoordeling van de toelaatbaarheid van de vervolgfunctie zou deze op basis van een openbare consultatie moeten worden opgesteld. TI-NL stelt voor om hier een rondetafelbijeenkomst over te organiseren.
Het lobbyverbod
Het lobbyverbod en de afkoelperiode hebben verschillende eindverantwoordelijken (enerzijds “de aangaande minister” anderzijds het college RPA). En kennen ze bij voorbaat een ander uitgangspunt wat betreft de toelaatbaarheid. Het lobbyverbod heeft een “nee, tenzij” logica, lobbyen is verboden tenzij je ontheffing krijgt. De afkoelperiode is in eerste instantie minder strikt met haar adviesverzoek, waar vervolgens ook geen handhaving voor is. Het feit dat de uitvoering van deze maatregelen uiteenloopt is lastig uit te leggen en draagt bij aan een complexere handhaafbaarheid. De aanbevelingen hieronder moeten ook in die context gezien worden, harmoniseer de procedures en uitvoering waar mogelijk.
- Depolitiseer de ontheffing van het lobbyverbod met bindend onafhankelijk advies
- Depolitiseer de beoordeling van het lobbyverbod zo veel mogelijk. Laat een onafhankelijke commissie hier toezicht op houden, net zoals de afkoelperiode. Onder het huidige voorstel keurt de slager zijn eigen vlees en zijn ministers kwetsbaar voor politiek gemotiveerde verzoeken. Integriteit zou geen politieke kwestie moeten zijn.
- Pas het lobbyverbod Rijksbreed toe
- Het lobbyverbod moet van toepassing zijn voor de gehele Rijksoverheid. Bewindspersonen hebben, door het deelnemen aan kabinetsvergaderingen, een buitengewone kennis over lopende zaken op hun beleidsterrein. Dit is een kennis- en machtspositie die een gewone burger met geen mogelijkheid kan verwerven. Er bestaat een risico dat een bewindspersoon een oneerlijk verworven concurrentievoordeel verschaft aan de nieuwe werkgever. Zelfs de schijn hiervan moet worden voorkomen om bij te dragen aan het herstellen van het vertrouwen in de overheid. Een Rijksbreed verbod voor twee jaar dekt dit risico goed af.
- Schrap de naam ‘Draaideurverbod
- De term ‘draaideur’, die in het voorstel wordt gebruikt in referentie tot het aannemen van een betaalde opdracht voor het voormalig ministerie, is verwarrend. Normaal refereert de term ‘draaideur’ naar het bredere fenomeen van voormalige politici die ‘draaien’ tussen de publieke en private functies. Het is dus uitdrukkelijk een fenomeen dat breder is dan de huidige maatregel. Voor de duidelijkheid is het dus van belang om een andere naam te gebruiken voor dit voorstel.