Corruptie in Latijns-Amerika: omkoperij hoort erbij

Anne Scheltema BeduinFeature, Internationaal, Kwesties, News, Nieuws

Amsterdam, 28 juli 2015 – Bijna alle landen in Latijns-Amerika staan in het onderste deel van de Corruptie Perceptie Index, opgesteld door Transparency International (TI). De enige drie landen die hierop een uitzondering vormen zijn Chili, Uruguay en Costa Rica.

Om de haverklap duikt er een nieuw corruptieschandaal op, waardoor inwoners van deze landen zich afkeren van de politiek en het publieke vertrouwen afneemt. Het gaat hierbij om grote nationale schandalen; affaires die verder reiken dan een omgekochte politiefunctionaris.

Voorbeelden hiervan zijn het Petrobras-schandaal in Brazilië, waar het staatsoliebedrijf 1,3 miljard euro aan smeergeld heeft betaald, of in Argentinië, waar openbaar aanklager Nisman de dag voordat hij zou getuigen tegen president Cristina Kirchner vermoord werd. En in Panama wordt ex-president Martinelli verdacht van corruptie.

“Latijns Amerika toont stagnatie en zelfs achteruitgang als het gaat om machtsmisbruik en plunderen van grondstoffen voor de elites”, schrijft Alejandro Salas, regionaal hoofd voor Latijns-Amerika van TI. En ook de bevolking lijkt schoon genoeg te hebben van corruptie en vriendjespolitiek: meer dan ooit wordt er geprotesteerd tegen corruptie en de straffeloosheid in hun landen.

Ongelijkheid in Latijns-Amerika

Ook is er een grote ongelijkheid in Latijns-Amerikaanse landen, onder andere een gevolg van corruptie en belastingontduiking. Zonder belastingen geen mensenrechten en sociale rechten, zegt Francisca Quiroga, expert openbaar beleid van de Universiteit van Chili.

Al is de middenklasse in die landen gegroeid, de economische groei vlakt af zonder dat aan de schrijnende ongelijkheid een einde is gekomen. En voortdurend steken die twee oude zeren de kop weer op: corruptie en drugsgeweld.

Democratie

Velen dachten dat met de toegenomen democratisering en markthervormingen van de jaren ’80 corruptie wel zou afnemen, maar het tegendeel was waar: er werden juist nieuwe manieren gevonden om corruptie in de hand te werken.

Democratie gaf de mogelijkheid voor partijen om donaties te zoeken en voor politici om hun beloningen te oogsten. Uit verschillende surveys komt naar voren dat politieke partijen in Latijns-Amerika als minst betrouwbaar worden beschouwd. Ten aanzien van de markthervormingen geldt dat de opbrengst van de privatisering van staatsbedrijven naar de kleine heersende elite en aanhangers van regerende politieke partijen ging. Ook de stijging van de prijzen van grondstoffen stimuleerde corruptie. De toename van drugshandel in de jaren ’80 was nog destructiever: hierdoor ontstond het idee dat iedereen, van politie tot de president, “een prijs had”. Deze nieuwe bronnen van nieuw geld, zowel legaal en illegaal, zorgde voor een stijging in ‘grand corruption’.

Gevolgen

De voortdurende corruptie leidt tot enorme economische problemen voor bijna alle inwoners van Latijns-Amerika. Volgens schattingen van het Instituut voor Internationale Financiën was in 2014 de reële economische groei in Latijns-Amerika 0.4%. Dit instituut voorspelt dat het in 2015 nog maar 0.2% zal zijn.

Daarnaast stroomt er een grote illegale geldstroom die landen binnen, om witgewassen te worden ten behoeve van de Latijns-Amerikaanse belastingontduikers, corrupte politici en ambtenaren en criminele netwerken. Volgens Global Financial Integrity, een organisatie die zich onder andere bezighoudt met het inperken van illegale geldstromen, omvatten deze illegale geldstromen ongeveer 3% van het Bruto Binnenlands Product. Dit is mogelijk een onderschatting, aangezien deze schatting is gebaseerd op legale handel en er geen schatting bestaat van de illegale middelen van criminele netwerken.

Corruptie is een van de redenen waarom de drugshandel nog niet is gestopt. Het maakt de weg vrij voor kartels en bendes om politiemensen en andere ambtenaren om te kopen. Hierdoor ontlopen zij bestraffing en worden de corrupte systemen gevoed en in stand gehouden.

Nieuwe initiatieven

Dat de leiders van de deze landen zijn verstrikt in schandalen zorgt ook voor hoopvolle ontwikkelingen. Door deze schandalen ontstaan er nieuwe initiatieven om corruptie een halt toe te roepen. Zo zijn er in Mexico anti-corruptie hervormingen aangekondigd en heeft de president van Honduras een overeenkomst getekend met NGO’s om als “parallelle auditoren” op te treden op het gebied van onderwijs, gezondheid en andere overheidstaken. Het is een goed teken dat Latijns-Amerikaanse landen steeds meer grip proberen te krijgen op een probleem dat ze al zo lang teistert.

Hoewel deze initiatieven hoopvol lijken, zijn er ook tegengeluiden. Zo wordt het initiatief van Mexico om corruptie aan te pakken door feitelijk meer bureaucratie in het leven te roepen niet door iedereen goed ontvangen. Hoe corruptie dan wel opgelost moet worden, blijft een moeilijke vraag.