Anonieme politieke donaties in de Verenigde Staten

Lotte RooijendijkExtern nieuws, Feature, Internationaal, Kwesties, Media, News, Nieuws, Wetgeving

Amsterdam, 22 oktober 2015 – In de verkiezingsstrijd rondom de presidentsverkiezingen van de Verenigde Staten in 2016 kunnen kandidaten alle financiële steun gebruiken. Iedere vier jaar worden er miljoenen in promotiecampagnes van Democratische en Republikeinse kandidaten gepompt door bedrijven en belanghebbenden. Maar met het oog op een open overheid is het op zijn minst opmerkelijk te noemen dat veel van deze donaties anoniem kunnen worden gedaan. Via slimme constructies kunnen donoren anoniem blijven terwijl dit eigenlijk niet de bedoeling is in de verkiezingsstrijd.

Individuen kunnen een directe donatie doen aan een kandidaat, maar voor bedrijven en vakbonden is dit minder eenvoudig. Volgens de wet mogen bedrijven en vakbonden geen directe contributies doen aan federale campagnes. Wel mogen ze sinds 2010 betalen voor onafhankelijke uitgaven in politieke campagnes. In de praktijk komt het erop neer dat bedrijven en vakbonden betalen voor de promotie-activiteiten van een kandidaat. Eerder was ook dit verboden, maar de Supreme Court sprak in de zaak Citizens United v. FEC uit dat delen van de Campaign Reform Act van 2002 anders op moesten worden gevat omdat ze anders in strijd waren met de grondwet. 

Om geld direct bij de kandidaat te laten komen zonder dat hier een specifieke kostenpost tegenover hoeft te staan, zijn Political Action Committees (PACs) in het leven geroepen. Deze organisaties bundelen donaties van verschillende donoren voor verkiezingen op alle niveaus. PACs, kandidaten en partijen zijn allen verplicht volgens de wet te rapporteren over hun inkomsten en uitgaven. Iedereen die een donatie van meer dan $200 doet moet met naam, beroep, werkgever en adres worden benoemd in de rapportages. Dit betekent voor bedrijven ook dat hun donatie publiekelijk is. In 2012 kwam de meerderheid van politieke donaties binnen via PACs.

Een anonieme manier: 501(c)(4)-organisaties

Echter, tijdens deze verkiezingen lijkt een nieuwe methode erg populair geworden te zijn waar bedrijven en rijke individuen anoniem donaties mee kunnen doen. Veel donateurs maken nu gebruik van organisaties die volgens de Amerikaanse belastingdienst (IRS) onder ‘social welfare’ organisaties vallen. Deze worden 501(c)(4)-organisaties genoemd, naar het artikel in de Internal Revenue Code dat deze organisaties omschrijft. Deze groepen hoeven geen informatie te verstrekken over hun donoren zolang het primaire doel van de organisatie het vergroten van de maatschappelijke welvaart is en donaties niet primair worden gedaan om aan politieke campagnes bij te dragen.

Organisaties voldoen volgens de IRS aan de eerste voorwaarde wanneer ze het gemeengoed en het belang van de samenleving dienen. Politieke donaties kunnen hierbij een middel vormen. Maximaal de helft van hun middelen mag aan politieke interventie worden besteed. Een maas in deze wetgeving is echter dat 501(c)(4)-organisaties ook aan andere organisaties mogen doneren zonder dat dit wordt aangemerkt als politieke interventie. Veel geld wordt daarom verschoven van de ene naar de andere organisatie. Dit werkt voor zowel andere 501(c)(4)-organisaties als PACs.

In de praktijk betekent dit dat 501(c)(4)-organisaties wel geld aan politici kunnen doneren, maar de anonimiteit van hun donoren beschermen. Hoe politici gebruik maken van deze slimme constructie wordt op komische wijze uitgelegd door Stephen Colbert in dit filmpje.

Een voorbeeld van de rol die 501(c)(4)-organisaties spelen in de huidige verkiezingsstrijd zijn de campagnecontributies aan Republikeins presidentskandidaat Bobby Jindal, momenteel gouveneur van Louisiana. Jindal ontving afgelopen kwartaal $3.7 miljoen van zijn PAC genaamd ‘Believe Again’. De primaire bron van inkomsten was een geheimzinnige non-profit organisatie genaamd America Next, die meer dan $4 miljoen bij elkaar sprokkelde. America Next is een organisatie die onder het 501(c)(4)-artikel valt en niet bij de Federal Election Commission geregistreerd hoeft te staan als politiek donor. De organisatie claimt dat het een onderzoeksinstituut is voor een conservatieve vrije markt en dat het geen politieke invloed zoekt. Toch besteedde America Next meer dan $340.000 aan advertenties voor Jindal op televisie. 

De conservatieven domineren op het gebied van 501(c)(4)-organisaties: in 2012 waren er 20 groepen die meer dan $1 miljoen ophaalden aan donaties voor de Republikeinen tegenover 7 liberale groepen voor de Democraten. Dat deze maatschappelijke organisaties bij de verkiezingen van 2016 een grotere rol gaan spelen dan in 2012, is inmiddels duidelijk: samen hebbende organisaties inmiddels al meer dan $4,6 miljoen uitgegeven aan campagnes voor 2016, terwijl dit een jaar voor de verkiezingen van 2012 nog slechts $300.000 was.

Bobby JindalBobby Jindal, een van de kandidaten namens de Republikeinen, maakt veel gebruik van 501(c)(4)-organisaties.

In 2013 deed de IRS een voorstel om donaties voor politieke activiteiten van maatschappelijke 501(c)(4)-organisaties publiekelijk te maken: wanneer er direct aan een politieke activiteit bij werd gedragen, zouden de organisaties hun donoren bekend moeten maken. Dit leidde tot een storm aan kritiek over de definitie van ‘politieke activiteit’, vooral van vele conservatieve groepen zoals de American Conservative Union. Volgens deze groepen zou dit voorstel tegen politiek activisme van conservatieve kant ingaan en het rechts-georiënteerde, conservatieve organisaties harder raken. Het voorstel werd daarom snel ingetrokken om te herzien. Uiteindelijk is de nieuwe wetgeving zodanig verlaat, dat deze geen rol van betekenis zal spelen in de verkiezingen van 2016.

Wat is het probleem van anonimiteit?

Wanneer organisaties niet hoeven te publiceren waar zij hun financiering vandaan halen, is niet duidelijk welke belangen achter politieke donaties schuil gaan. Voor bedrijven is dit makkelijk, aangezien ze zo invloed uit kunnen oefenen op de politiek zonder dat zij hierop aangesproken kunnen worden. Voor een eerlijk, democratisch proces zou de burger het volledige plaatje moeten kunnen zien; de belangen van bedrijven en donateurs kunnen haaks staan op die van de kiezer, maar als dit niet duidelijk wordt uit de beschikbare informatie kan de kiezer geen weloverwogen keuze maken. Rechter Anthony Kennedy van de Supreme Court of Justice van de Verenigde Staten schreef: “The First Amendment protects political speech; and disclosure [of donation information] permits citizens and shareholders to react to the speech of corporate entities in a proper way. This transparency enables the electorate to make informed decisions and give proper weight to different speakers and messages.”

Is meer transparantie dan de oplossing? Het aan banden leggen van anonieme donaties, onder andere via 501(c)(4)-organisaties, zou zeker een optie zijn. Tegenstanders hiervan beargumenteren dat hiermee de privacy van individuen in het geding kan komen: mensen kunnen onderwerp van intimidatie worden wanneer bekend wordt dat zij een donatie hebben gedaan. Het verschil hier zit in wat men beschouwd als private informatie en geheime informatie. Politiek filosoof Ben Laurence van de Universiteit van Chicago: “Citizens have a right to know who is behind the attack ads. Given that they have this right to know, the campaign contributions cross that line from privacy to secrecy.” Politiek filosoof Jason Brennan van Georgetown University is het hier niet mee eens en beschouwt campagnecontributies vergelijkbaar aan stemmen zelf: “If you know how people spend their money just in the same way that if you know how people vote and then you have power, you can use that to retaliate against those people.”

Een andere oplossing is misschien nog wel interessanter: maak donaties volledig anoniem. Dit klinkt paradoxaal en absurd, maar zou best kunnen werken: wanneer donaties ook anoniem zijn voor politici en politieke partijen, dan weten deze niet welke ‘belangen’ zij hiervoor moeten vertegenwoordigen. Donaties van individuen zullen op deze manier wel anoniem blijven, dus vormt intimidatie en privacyschending ook geen probleem. Donaties kunnen bijvoorbeeld gemaakt worden aan de Federal Election Commission, waarna deze gelijkmatig en anoniem worden overgemaakt naar de politieke partij of politicus voor wie het geld bedoeld was. Om te zorgen dat bedrijven en individuen de anonimiteit van de donaties niet doorbreken, kan wetgeving worden opgesteld die het strafbaar maakt deze informatie naar buiten te brengen. De vraag is alleen of dit echt werkbaar kan worden gemaakt.

De verkiezingsstrijd van 2012 tussen Obama en Romney was de duurste in de geschiedenis van de Verenigde Staten: de kandidaten gaven gecombineerd meer dan $2 miljard uit. Naar alle waarschijnlijkheid zal Hillary Clinton dit record met gebruik van haar officiële campagneorganisatie ‘Hillary for America’, verschillende PACs en ook vele 501(c)(4)-organisaties in haar eentje breken. Geschat wordt dat zij $2,5 miljard op zal halen, ondanks strengere regelgeving en een kleinere lijst donoren dan Obama in 2012. Dit is alleen mogelijk vanwege de zaak Citizens United v. FEC, die bedrijven de kans gaf financieel bij te dragen aan campagnes. Deze zaak werd in 2008 voor de Supreme Court gebracht door een conservatieve groep die wilde dat het mogelijk was meer bij te dragen aan de campagne van de Republikeinse partij. De reden: Clinton werd derde in de Democratische caucus van Iowa, een voorverkiezing die vaak een goede indicatie geeft van wie de uiteindelijke kandidaten worden. De conservatieve groep zag in Clinton een te grote bedreiging voor de Republikeinen en besloot dat het meer contributies nodig had. Ironisch genoeg zal dit Clinton in 2016 de mogelijkheid bieden campagne te voeren als nooit tevoren.

————————————————————————————————————————————–

Meer informatie over de wereldwijde wetgeving rondom donaties aan politieke partijen en individuen kan worden gevonden in de database van het International Institute for Democracy and Electoral Assistance (IDEA). Meer informatie over donaties in de Verenigde Staten is beschikbaar op de website van Open Secrets.