Amsterdam, 9 november 2015 – Hoe transparant en integer zijn de individuele staten van de Verenigde Staten (VS)? Die vraag staat centraal in het State Integrity Investigation van Global Integrity en het Center for Public Integrity. Tijdens het onderzoek is gekeken naar de wetgeving binnen de staten op het gebied van anti-corruptie en de implementatie hiervan. Vandaag werden de cijfers bekend gemaakt en het blijkt dat veel staten nog zeer slecht scoren op het gebied van integriteit: alleen Alaska, Californië en Connecticut scoren een voldoende.
Nog veel staten hebben loopholes in hun wetten. Zo heeft Arkansas wel wetten die verbieden dat volksvertegenwoordigers cadeau’s aannemen van lobbyisten, maar heeft deze wet geen betrekking op het dineren met lobbyisten. In Idaho gaf een lobbyist in 2013 $2.250 uit om de staatssenator en zijn vrouw bij een golftoernooi te krijgen. De wetgeving geeft $50 als maximum voor cadeau’s van lobbyisten maar kent bijna geen voorwaarden voor het bijwonen van evenementen voor geld. En in New Mexico werd in 2013 een wet aangenomen die de e-mails van volksvertegenwoordigers buiten de publieke archieven houdt, waarmee transparantie over het wetgevingsproces verminderd wordt. Ook komen uitzonderingen op wetten helaas nog te vaak voor, hetgeen belangenverstrengeling en corruptie in de hand speelt.
Het onderzoek
De State Integrity Investigation is een initiatief van Global Integrity en het Center for Public Integrity. Het onderzoek wordt sinds 2011 gedaan en gepubliceerd om aandacht te krijgen voor de vaak zwakke anti-corruptiewetgeving op het niveau van individuele staten. Het project geeft dus geen weerspiegeling van het corruptieniveau zelf, maar van de checks and balances die aanwezig zijn om corruptie op te sporen en aan te pakken.
De eerste publicatie van cijfers vond plaats in 2012. Het onderzoek van 2015 bestond uit 245 vragen over 13 kernindicatoren van integriteit: publieke toegang tot informatie, politieke financiering, electoraal toezicht, uitvoerende verantwoording, wettelijke aansprakelijkheid, gerechtelijke verantwoording, overheidsbegrotingsprocessen, civil service management, aanbestedingen, interne audits, openbaarmaking van lobbyen, pensioenfondsmanagement en ethiek-handhavende agentschappen.
Op deze 13 indicatoren kregen de staten op basis van de vragen een cijfer, van A tot F. Het resultaat is niet fraai: alleen Alaska en Californië halen een C (of een zesje) en Connecticut scoort een C-. Onderaan de lijst vinden we staten die beperkt overheidsingrijpen prefereren, zoals Nevada, South Dakota en Wyoming. Verder zijn er staten zoals Maine en Delaware die gewoon achterlopen in het aannemen van wetgeving op het gebied van integriteit en transparantie. Michigan, laatste op de lijst, valt ook in deze categorie.
Dat het slecht gesteld is met integriteit en transparantie op staatsniveau is kwalijk, zeker aangezien twee-derde van de Amerikanen aangeeft dat ze wetgeving op staatsniveau zien als oplossing voor de verharde en gepolariseerde politiek in Washington. Volgens Paula A. Franzese, een expert op het gebied van ethiek binnen staten en lokale overheden van de Seton Hall University School of Law, is het echter niet verwonderlijk: veel staten hebben het financieel moeilijk en dan is integriteit een van de laatste onderwerpen waar budget voor is. “It’s not the sort of issue that commands voters,” zo stelt zij.
Slechte resultaten
In vergelijking met de eerste State Integrity Investigation zijn veel staten er op achteruit gegaan. Voor een deel heeft dat te maken met de veranderde methodologie van het project, waarin vragen zijn opgenomen over ‘open data’ beleid van de staten. Maar daarnaast hebben veel staten de afgelopen drie jaar met schandalen te maken gehad. Zo hebben 12 staten te maken gehad met een integriteits- of corruptiezaak rondom hogere ambtenaren en wetgevers. New York spant de kroon met maar liefst 14 volksvertegenwoordigers die sinds 2012 hun werkzaamheden neer hebben moeten leggen vanwege integriteitskwesties. Van deze 14 ambtenaren is er tot nu toe slechts één bestraft door de ethische commissie van de staat New York. Los van deze 14 gevallen werden dit jaar ook nog eens de voorzitters van de New York State Assembly en de New York State Senate beschuldigd van betrokkenheid in (niet verwante) corruptiezaken.
De staat met het grootste verval is New Jersey, dat in 2012 nog verrassend als beste uit de bus kwam met een B+ dankzij harde anti-corruptiewetgeving. Nu krijgt de staat een D, onder andere omdat de lokale overheid ervan beschuldigd wordt toegang tot informatie te verhinderen en vanwege het zogenaamde ‘Bridgegate’ schandaal, waarbij personeel van Gouverneur Chris Christie betrokken was bij het veroorzaken van een gigantische verkeersopstopping op de George Washington brug tussen New Jersey en New York als politieke retributie. Verder bemoeide de lokale overheid zich in New Jersey ook meermaals met de zaken van de State Ethics Commission.
Ook verbetering?
Toch zijn er ook stappen vooruit gezet in sommige staten. Zo werd in Iowa een aparte autoriteit in het leven geroepen die zaken behandelt waarbij informatieverzoeken worden geweigerd door ambtenaren. Deze autoriteit bekijkt onafhankelijk de grond waarop het verzoek is geweigerd en beoordeelt of dit rechtmatig is. Dankzij deze wet scoort Iowa in het onderzoek als beste in de categorie ’toegang tot informatie’. Verder werd in Georgia, dat vorige editie als slechtste scoorde, aangedrongen op strengere wetgeving door civil society, met als resultaat een grens van $75 voor cadeau’s van lobbyisten.
De grootste positieve verandering vond plaats in Virginia, waar in 2013 een groot schandaal aan het licht werd gebracht. Aftredend Gouverneur Robert McDonnell en zijn familie bleken meer dan $170.000 in leningen en cadeau’s aangenomen te hebben van een zakenman uit Virginia. Tot dan toe was er geen wetgeving die een grens stelde aan de waarde van cadeau’s die lobbyisten gaven. McDonnell werd begin dit jaar veroordeeld tot twee jaar cel voor corruptie. Sinds het schandaal heeft nieuwe Gouverneur Terry McAuliffe er werk van gemaakt wetgeving rondom dit onderwerp op te stellen. Zo is er nu een grens van $100 voor giften van lobbyisten ingesteld en is er een onafhankelijke raad voor ethiek opgericht.
Naast deze individuele voorbeelden zijn er een aantal categorieën waarin staten over het algemeen goed scoren. Zo lijken audits voor veel staten goed geregeld te zijn, waarbij 29 staten een B- of beter scoorden. Ook transparantie van het budget is een categorie waarin veel staten goed scoren, met 16 staten met een B- of hoger. Toch is transparantie nog vaker de uitzondering dan de regel. Iedere staat heeft wel wetgeving voor openbare documenten en meetings, maar deze wetgeving wordt vaak gekenmerkt door vele mazen en uitzonderingen. Verder is er in veel staten weinig aandacht voor de naleving van de wetten; de mechanismes om transparantie en integriteit af te kunnen dwingen, ontbreken. Burgers kunnen naar de rechter gaan, maar dit is voor velen toch een te grote (en vaak kostbare) stap.
Al met al werpt het onderzoek van Global Integrity en het Center for Public Integrity licht op de huidige transparantie en integriteit van de staten van de VS. Met het onderzoek kan het maatschappelijk middenveld de druk op lokale overheden opvoeren om veranderingen teweeg te brengen. Zeker gezien de grote rol die de staten spelen in wetgeving is het gebrek aan goede wetgeving en naleving op het gebied van transparantie en anti-corruptie een kwalijke zaak. Een transparante en integere overheid die te controleren is door de burgers zou geen ideaalbeeld maar realiteit moeten zijn, zeker in een land dat claimt de rechten van de burger hoog in het vaandel te hebben staan. Gezien de uitkomsten van het onderzoek is dit nog lang geen realiteit.