Amsterdam, 11 december 2015 – De anti-corruptiemaatregelen van de Chinese overheid hebben tussen 1 en 1,5 procent van het BNP gekost, zo stelt Chi Lo, China senior economist bij BNP Paribas. Op een congres in Londen vorige week legde Lo uit dat investeringen nog steeds achterblijven bij de verwachtingen. De structurele veranderingen die onderdeel zijn van het nieuwe anti-corruptiebeleid zouden hieraan ten grondslag liggen. Toch kun je ook vraagtekens plaatsen bij deze aanname: hoe is de invloed van het anti-corruptiebeleid los te koppelen van andere factoren?
Anti-corruptie in China
Sinds eind 2012 voert de Communistische Partij van China actief campagne tegen corruptie. Dit is onderdeel van de nieuwe koers van President Xi Jinping. Bij zijn aantreden sprak hij over het aanpakken van zowel ’tijgers’ als ‘vliegen’, oftewel de machtige leiders en de lage ambtenaren. Tijdens de campagne zullen alle 280 organisaties die onderdeel uitmaken van de centrale overheid voor het einde van 2017 gecontroleerd worden.
Tot 2012 was corruptie in China wijdverbreid, zowel lokaal als in de hoogste lagen van het bestuur. Door de sterke centralisatie van de staat zijn er in China in het verleden invloedrijke groepen ontstaan rond de staatsbedrijven, de Communistische Partij, banken en het leger.
De cijfers doen vermoeden dat de campagne tot nu toe een behoorlijk succes is. Sinds 2012 zijn er 149 van de 280 organisaties gecontroleerd door de anti-corruptie instanties. Ook zijn meer dan 100.000 personen aangeklaagd voor corruptie, voornamelijk ambtenaren en politici. Onder hen ook enkele ‘grote tijgers’ zoals Zhou Yongkang, voormalig lid van de Standing Committee van het Politburo van de Communistische Partij, en Generaal Xu Caihou, voormalig lid van het Politburo en Vicevoorzitter van de Central Military Commission. Natuurlijk moeten deze grote zaken ook gezien worden als onderdeel van het politieke spel binnen de Communistische Partij, waar Xi Jinping snel zijn stempel heeft willen drukken. Desalniettemin is het een verbetering ten opzichte van de oude situatie.
De effecten van de campagne zijn nog niet duidelijk zichtbaar in de Corruption Perceptions Index. Zo is China er in indexpunten in de CPI van 2014 ten opzichte van die van 2013 zelfs op achteruit gegaan. Een mogelijke verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de campagne corruptie meer onder de aandacht van de burgers heeft gebracht. Hierdoor kan de perceptie van corruptie binnen de publieke sector zijn toegenomen.
Ook heeft het aanpakken van corruptie prioriteit gekregen over rechtspraak: zo is Zhou Youngkang sinds zijn arrestatie niet meer gezien, net als honderden anderen. Corrupte ambtenaren worden namelijk tijdens interne, geheime procedures binnen de Partij veroordeeld. Tot slot is het aantal van meer dan 100.000 aangeklaagden eigenlijk helemaal niet zo hoog: professor Roderick MacFarquhar van Harvard University schat dat het aantal corrupte Chinezen rond de 40 miljoen ligt.
Invloed op de economie
De bewering van Chi Lo lijkt niet uit de lucht gegrepen te zijn want ook Lu Ting, analist van de Bank of America Merrill Lynch, komt met vergelijkbare cijfers. Hij schat dat het BNP tussen de 0,6 en 1,5 procent gezakt is door de strenge aanpak van corruptie. Bank of America Merrill Lynch bracht hier in 2014 zelfs een rapport over uit. Mark Zandi, chief economist van Moody’s Analytics, heeft Moody’s global forecasting model er op los gelaten. Uit zijn berekeningen komt dat een verbetering van China’s score op de CPI met één indexpunt ongeveer 2% van het BNP zou kosten en voor de volgende vier jaar een negatief effect op de economie hebben.
De achterliggende gedachte is dat de anti-corruptiemaatregelen in de vorm van verscherpte regelgeving voor veel economische activiteit een extra hindernis vormt. Waar eerder omkoping en het geven van cadeaus behoorden tot de mores van het zakendoen, moet men nu opeens op zoek naar andere methoden om het gewenste resultaat te bereiken. Verder zijn Chinezen opeens huiverig geworden geld uit te geven dat met corruptie is verkregen. Bovendien worden er minder goederen gekocht om als ‘cadeau’ te geven aan corrupte personen.
Er zijn dus heel wat uitgaven die niet meer gedaan worden. Volgens het rapport van Bank of America Merrill Lynch zien restaurants een terugval in omzet, net als verkopers van typische cadeaus zoals alcoholische dranken op basis van sorghum en mooncakes. Luxe hotels probeerden dit jaar zelfs hun ratings omlaag te halen omdat ze bang waren als vijf-sterrenhotel winst mis te lopen. Dit alles zou China dit jaar dus 1 tot 1,5 procent van hun BNP kosten.
Kloppen de cijfers wel?
Matthew Stephenson gaat in zijn blog in op de concrete cijfers en die berekeningen laten zien dat de claims van Lo misschien wel overschat zijn. Als men het BNP van 2014 neemt en daar 1% bij optelt, dan is het verschil $ 104 miljard. Dit is het bedrag dat China misgelopen zou zijn door de anti-corruptiemaatregelen. Dit is volgens Stephenson vrij onwaarschijnlijk. Om het in perspectief te plaatsen: in 2014 ontving China $ 128 miljard aan buitenlandse investeringen. Of een andere vergelijking: volgens deze berekeningen zijn de kosten van het anti-corruptiebeleid ongeveer gelijk aan de totale omvang van de economie van Bangladesh.
Daarnaast wijst Stephenson op een nog belangrijker probleem: zelfs als het BNP 1 tot 1,5 procent lager uitvalt dan verwacht, hoe is dan vast te stellen dat dit door het genoemde beleid komt? De genoemde percentages zijn behoorlijk precies, wat verrassend is gezien de beschikbare data, de relatief korte looptijd van de campagne en alle andere factoren die van invloed kunnen zijn. De auteurs van het rapport van Bank of America Merrill Lynch geven ook toe dat hun berekeningen een “back-of-the-envelope estimate of fiscal contraction” zijn, oftewel een schatting uit de losse hand. De cijfers zijn gebaseerd op een terugval in verkoop van luxegoederen, minder investeringen en een zwakkere vastgoedmarkt.
Hoe moeten we kijken naar deze cijfers?
De invloed van het anti-corruptiebeleid op de economie moet kritisch worden bekeken. Zoals gezegd zijn de cijfers wellicht niet een perfecte afspiegeling van de werkelijkheid, maar ze geven wel een indicatie van mogelijke effecten. Zelfs als blijkt dat het effect slechts half zo groot is, is de economische impact niet te verwaarlozen. Welke positieve economische effecten het anti-corruptiebeleid heeft is lastig met precisie te zeggen, maar ook deze effecten moeten niet vergeten worden. Er wordt geschat dat er tussen 1990 en 2011 18.000 corrupte ambtenaren uit China zijn gevlucht met ongeveer $129 miljard. Als dit soort sommen geld wél kunnen worden besteed aan de dingen waarvoor ze bedoeld zijn, is dat een aanzienlijke positieve post op de begroting.
Ook Yu Song, analist van Goldman Sachs ziet veel voordelen voor China op de lange termijn. Overheidsbestedingen zullen effectiever kunnen worden gedaan en sociale spanningen over ongelijkheid en het corrupte systeem zullen afnemen. Een schone overheid zal innovatie en productiviteit bevorderen. “China’s economy matures and increasingly benefits from having a clean and rules-based system,” schrijft Song in zijn rapport.
Tot slot zijn de cijfers niet hetzelfde voor alle landen. Hoewel de langetermijneffecten op grote lijnen vergelijkbaar zijn, zijn de kortetermijneffecten niet overal hetzelfde. De geschatte invloed van het anti-corruptiebeleid op de economie in China is in sommige opzichten context-specifiek. In China bestond lange tijd een cultuur van ‘cadeau’s’ geven bij het zakendoen, al dan niet met de bedoeling iemand om te kopen. Dat door het tegengaan van deze werkwijze de luxegoederen industrie een klap krijgt is dus niet verbazingwekkend. In andere landen zijn er weer andere factoren die meespelen. Volgens Mark Zandi van Moody’s Analytics heeft Rusland bijvoorbeeld op korte termijn veel te winnen van anti-corruptiebeleid omdat het investeringen in energiebedrijven zou stimuleren, een sector die als motor kan worden gezien voor de Russische economische groei. Ook India zou er snel iets op vooruit gaan door het verbeterde investeringsklimaat, wat compenseert voor een afname van consumptie.
Conclusie
Het is dus zeker niet zo dat anti-corruptiebeleid automatisch leidt tot een afname van de economische groei in alle landen. China zal mogelijk de komende jaren nog te maken hebben met een negatieve impact van de anti-corruptiecampagne, al is niet helemaal duidelijk hoe groot deze invloed is. Op lange termijn zal het land echter de vruchten kunnen plukken van de ingezette koers, want de aanpak van systematische corruptie is nodig in China’s transformatie naar volwaardig ontwikkeld land.