Amsterdam, 3 febuari 2016 – Binnen het ministerie van Veiligheid en Justitie krijgen klokkenluiders te maken met wraakacties, oneerlijke behandeling en klassenjustitie. Dat laat het voormalig Vertrouwenspersoon Integriteit van het ministerie, Sjaak Jansen, weten aan het NRC. Vorige week liet minister Ard van der Steur weten dat ambtenaren die zich melden met informatie over de Teevendeal bij de Commissie Oosting “dezelfde bescherming” zouden genieten als onder de klokkenluidersregeling. Jansen geeft nu aan dat deze bescherming binnen het ministerie weinig voorstelt.
Vorige week werd bekend dat de Commissie Oosting, die onderzoek deed naar de Teevendeal, het onderzoek zal hervatten. Dit kwam als reactie op het nieuws dat het rekeningafschrift van de Teevendeal al maanden zou zijn gevonden door de ICT-afdeling van het Ministerie, maar dat men de opdracht kreeg dit digitale bestand niet te herstellen. De Commissie Oosting zal nu onderzoeken wat er zich exact heeft afgespeeld en daarbij kunnen klokkenluiders een cruciale rol spelen. D66 en de SP stelden daarom Kamervragen aan minister Ard van der Steur over de bescherming van deze klokkenluiders. Daarop besloot ook Jansen zich in de discussie te mengen.
‘Strafexpedities tegen klokkenluiders’
Als Vertrouwenspersoon Integriteit was de positie van Jansen in de wet verankerd. Medewerkers van het ministerie konden bij hem terecht met informatie over misstanden, lekken of ander onethisch gedrag van collega’s. In de vier jaar dat Jansen deze positie vervulde, werden zijn werkzaamheden hem niet gemakkelijk gemaakt. Zijn contactgegevens werden van het intranet van het ministerie verwijderd. Meldingen van misstanden werden doorgeschakeld naar een ander persoon. Jaarverslagen die Jansen opstelde waren vervolgens nergens terug te vinden voor medewerkers. Dit alles doet vermoeden dat klokkenluiders binnen het ministerie niet erg gewenst waren.
“Mijn ervaring is dat er strafexpedities werden ingesteld jegens ambtenaren die meldingen deden. Het eerste wat men op het ministerie deed, is ontkennen, en vervolgens wegvegen. Alles was er op gericht om het blazoen schoon te houden. Melders van misstanden werden niet gepromoveerd of kregen vervelend werk te doen,” zo laat Jansen weten aan het NRC. Als vertrouwenspersoon was hij vier jaar werkzaam op het ministerie en stuitte hij regelmatig op een defensief ministerie dat op het eigen imago was gericht. Grote vergrijpen werden volgens Jansen “met de mantel der liefde bedekt.” Medewerkers moeten daarom volgens Jansen “wel gek” zijn om met informatie over misstanden te komen.
Kamervragen
Een woordvoerder van minister Van der Steur laat weten dat het ministerie “de casussen niet kent” waar Jansen naar refereert in het NRC. Volgens de voorlichter “doet het ministerie er alles aan om het beleid rond vertrouwelijke meldingen te bewaken en onder ambtenaren te verspreiden.” De Tweede Kamer wil vanmiddag nog opheldering van de minister over de omgang met klokkenluiders op het ministerie. Het debat dat woensdagmiddag zou plaatsvinden met de minister over de nieuwe onderzoeksopdracht van de Commissie Oosting is daarom met een uur verlengd.
SP Kamerlid Michiel van Nispen wil uiterlijk om 16 uur schriftelijk antwoord van minister Van der Steur op de spoedvragen die hij over deze kwestie heeft gesteld. De SP’er stelt dat klokkenluiders de garantie moeten hebben dat zij worden beschermd, “anders kom je nooit achter de waarheid.” Andere Kamerleden sluiten zich hier bij aan: “Een cultuur waarin fouten en misstanden niet gemeld kunnen worden is niet toelaatbaar,” aldus CDA’er Madeleine van Toorenburg. “Het lijkt erop dat diegenen die binnen Veiligheid en Justitie voor de waarheid strijden praktisch vogelvrij zijn,” laat D66’er Sjoerd Sjoerdsma weten. “Het ministerie van Veiligheid en Justitie moet de hoeder van de rechtstaat zijn, maar zelfs vertrouwenspersonen lijken daar niet veilig,” zegt Gert-Jan Segers van de ChristenUnie. Het verzoek van Van Nispen aan de minister om voor 16 uur schriftelijk antwoord te geven op de gestelde vragen wordt breed gedragen in de Kamer, ook door coalitiepartijen VVD en PvdA.
De bescherming en behandeling van klokkenluiders in Nederland laat momenteel nog vaak te wensen over. Al enige tijd wordt er gewerkt aan een wetsvoorstel waarin betere bescherming van klokkenluiders wordt vastgelegd, het Wetsvoorstel Huis voor Klokkenluiders. Deze wet laat echter nog op zich wachten. De onthullingen van Jansen maken in ieder geval duidelijk dat er ook binnen het Ministerie van Veiligheid en Justitie slecht wordt omgegaan met medewerkers die misstanden aan het licht brengen. Dit zou daarom best zijn weerslag kunnen hebben op het onderzoek naar de Teevendeal van Commissie Oosting.