Amsterdam, 12 februari 2016 – De Rotterdamse haven is een van de grootste overslagpunten ter wereld. Jaarlijks wordt er ongeveer 450 miljoen ton aan goederen vervoerd via dit Nederlandse knooppunt. Ook duizenden kilo’s drugs worden via Rotterdam vervoerd naar het Europese achterland, al is een exacte schatting niet mogelijk. Waar de beveiliging van de Rotterdamse haven streng en geavanceerd is, blijven medewerkers de zwakke schakels die worden benut door criminelen. Integriteit zou daarom een aandachtspunt moeten zijn in de Rotterdamse haven.
Corrupte douaniers en havenmedewerkers maken het mogelijk voor criminelen hun internationale smokkeloperatie draaiende te houden. Deze week behandelt het Openbaar Ministerie de zaak-Hozen, waarin zestien verdachten terecht staan voor grootschalige smokkel van cocaïne via de haven van Rotterdam. De zaak-Hozen is een van de vele voorbeelden die aantonen dat de haven van Rotterdam voortdurend lekt.
Zaak-Hozen
In 2013 arresteerde de politie zestien verdachten voor grootschalige smokkel van cocaïne. De smokkel kwam aan het licht toen er informatie bij de politie binnenkwam dat een vrachtwagenchauffeur mensen zou ‘afzetten’ op het haventerrein tegen betaling. Vervolgens werden er vijf mannen betrapt op de ECT-containerterminal toen zij probeerden drugs uit een container te halen. De vijf sloegen op de vlucht maar konden na een achtervolging in de boeien worden geslagen. In de container waar de mannen bezig waren, werd 300 kilo cocaïne ontdekt.
Enkele dagen eerder had de politie een soortgelijk drugstransport onderschept in Beneden Leeuwen. In een container met mangopulp werden sporttassen gevonden met 370 kilo cocaïne. Ook deze vangst werd aan de bende toegerekend. De Amsterdamse Turk Hamdi Bilir werd gezien als het kopstuk van de smokkeloperatie. Op 23 september 2014 werd hij geliquideerd.
Criminelen afhankelijk van medewerkers haven in smokkel
Onder de gearresteerde mannen in de zaak-Hozen waren er vijf werkzaam in de haven als chauffeurs, uitzendkrachten of reparatiemonteur. Zij zouden anderen op het haventerrein hebben toegelaten om drugs uit de containers te halen. Het gebruik van havenmedewerkers om te smokkelen komt vaker voor. Zo werden in 2014 ook al vier havenarbeiders veroordeeld tot celstraffen van 2 tot 8 jaar voor het helpen bij cocaïnesmokkel. Volgens de douane en de zeehavenpolitie is het bijna onmogelijk te smokkelen zonder medewerking van havenmedewerkers.
Cor Stolk van beveiligingsbedrijf Securitas: “Criminelen hebben altijd hulp van binnenuit nodig, alleen al om de containers met sigaretten of een vracht cocaïne op zo’n groot terrein te vinden.” De medewerkers hoeven niet eens fysiek aanwezig te zijn bij de smokkel; het uitlenen van de toegangspas in ruil voor enkele duizenden euro’s is genoeg. Vervolgens zitten de medewerkers vast aan de criminele organisatie: “Een keertje een pas uitlenen voor geld, maakt ze chantabel voor volgende keren,” aldus Stolk.
Een van de problemen is dat havenbedrijven hun personeel in praktijk amper voorlichten. Dertig procent van de bedrijven in de Rotterdamse haven doet dit helemaal niet, terwijl dit volgens de Internationale Code voor de Beveiliging van Schepen en Havenfaciliteiten (ISPS-code) wel verplicht is. Verder is bij veel bedrijven de voorlichting over de risico’s van corruptie voor verbetering vatbaar. “Wij controleren ze en we spreken ze daarop aan, maar een dwangmiddel hebben we niet,” zegt woordvoerder Minco van Heezen van het Havenbedrijf Rotterdam. “Het voorlichten van het personeel is weliswaar een internationale richtlijn, maar geen wettelijke eis.” Of het voorlichten ook daadwerkelijk helpt, is de vraag: de vier medewerkers die in 2014 werden veroordeeld, werkten allen voor ECT, een bedrijf dat juist wél veel aandacht geeft aan de risico’s van betrokkenheid bij smokkel.
Corrupte douaniers
Niet alleen havenpersoneel wordt geronseld door criminelen, ook douaniers worden omgekocht om de gesmokkelde drugs door te laten. In april vorig jaar nog werd douanier Gerrit G. opgepakt in verband met drugssmokkel. De man was al dertig jaar in dienst bij de douane en zat op de afdeling pre-arrival. Hier bepaalde hij of een container wel of niet gecontroleerd moest worden.
De man werd waarschijnlijk al enige jaren betaald om containers met drugs door te laten. Zelf verklaarde G. zeker vijf ladingen te hebben doorgelaten. Uit dossierstukken van de politie blijkt dat hij 7,5% van de opbrengst van iedere doorgesluisde lading drugs ontving. G. hield er dan ook een luxe leven op na: hij bouwde een villa in Nederland, had een woning op Curaçao en genoot regelmatig van luxueuze vakanties. Bij de aanhouding werd een boodschappentas met ruim 1,5 miljoen aan contanten in beslag genomen.
G. is niet de enige omgekochte douanier, zo bevestigde hij tegenover de politie: “Door de mensen waarmee ik ben omgegaan, is bevestigd dat er meer ‘zebra’s’ waren. Die deden hetzelfde als ik en er was er een die nog veel meer kon.” Met zebra’s verwijst hij naar de strepen op de jassen van de douaniers. Onder de omgekochte douaniers die G. heeft genoemd zou een naaste collega zijn. Anderen werkten hogerop of op andere afdelingen en konden controleren of G. zich aan zijn afspraken hield. Ook G.’s vrouw en een andere douanier zijn aangehouden voor betrokkenheid bij de zaak.
Een speld in een hooiberg
De smokkel van drugs via de haven van Rotterdam gaat gepaard met veel criminaliteit. Jaarlijks vinden er meerdere liquidaties plaats die gelinkt worden aan de smokkel van drugs. Verder doen criminelen veel moeite om hun drugs terug te krijgen. Eind vorig jaar werd een truckchauffeur ontvoerd door drugssmokkelaars omdat zijn lading cocaïne zou bevatten. De politie had de 180 kilo cocaïne echter al onderschept, maar de criminelen geloofden dit niet en bedreigden de man en zijn familie. Ook havenpersoneel en handelaren worden regelmatig bedreigd. Daarom hebben politie en justitie in samenwerking met het bedrijfsleven vorig jaar een meldpunt gecreëerd waar medewerkers van de haven, douanepersoneel en (fruit)handelaren, criminele activiteiten en vermoedens kunnen melden.
Het Openbaar Ministerie erkent onvoldoende grip te hebben op de handel via de Rotterdamse haven: “We pakken veel drugs, maar er komt nog steeds heel veel binnen,” aldus een woordvoerster. Bronnen van de NOS uit het criminele milieu bevestigen dit beeld: “Tegenover elk drugstransport dat onderschept wordt, staan er een paar die wel lukken. Soms tippen criminelen zelf een klein transport of een partij van de concurrent weg. Als de opsporingsdiensten daar dan druk mee bezig zijn, wordt een andere partij binnengehaald.” Volgens de douane in Rotterdam is het “zoeken naar een speld in een hooiberg”.
Dat is zeker het geval wanneer criminelen ook mensen binnen de douane zelf hebben omgekocht. In plaats van de focus op geavanceerde beveiligings- en opsporingstechnieken lijkt het een goed idee om te werken aan het verbeteren van de integriteit van havenmedewerkers en douanepersoneel. Uit de zaak van Gerrit G. en de Hozen-zaak blijkt wel dat mensen zelf de zwakke schakel zijn geworden, iets waar criminelen dankbaar gebruik van maken. Al is de beveiliging en opsporing nog zo gedegen, omkoping en corruptie geven criminelen een toegang en een uitgang op het haventerrein.