De Corruption Perceptions Index (CPI) is het meest bekende onderzoek van Transparency International. De index, die met behulp van experts 133 landen en territoria rangschikt op het waargenomen niveau van corruptie in de publieke sector, gebruikt een schaal van 0 tot 10, waarbij 0 zeer corrupt is en 10 staat voor corruptievrij. TI geeft vervolgens de behaalde score van landen weer in een ranglijst.
CPI 2003
“Zeven van de tien landen scoren minder dan 5 op een schone score van 10 in de TI CPI 2003, die de waargenomen corruptiegraad onder politici en overheidsfunctionarissen in 133 landen weerspiegelt”, legt Peter Eigen, voorzitter van Transparency International, uit. “Vijf van de tien ontwikkelingslanden scoren minder dan 3 van de 10, wat wijst op een hoog niveau van corruptie.” De jaarlijkse CPI weerspiegelt de percepties van zakenmensen, academici en risicoanalisten, uit binnen- en buitenland. Het statistische werk werd gecoördineerd door prof. Dr. Graf Lambsdorff aan de universiteit van Passau in Duitsland. Hij werd hierbij geadviseerd door een groep internationale specialisten.
Corruptie wordt in Bangladesh, Nigeria, Haïti, Paraguay, Myanmar, Tadzjikistan, Georgië, Kameroen, Azerbeidzjan, Angola, Kenia en Indonesië, als “normaal” gezien. Deze landen scoren minder dan 2 punten in de nieuwe index. Landen met een score hoger dan 9 punten, waar weinig corruptie wordt waargenomen, zijn rijke landen. Hierbij gaat het om Finland, IJsland, Denemarken, Nieuw-Zeeland, Singapore en Zweden.
Nederland scoort met 8,9 punten een zevende plek op de Index van 2003.