Amsterdam, 16 maart 2016 – De afgelopen twintig jaar is de aandacht voor integriteit van het openbaar bestuur aanzienlijk toegenomen. Maar hoe kijkt de burger naar de begrippen ‘vertrouwen’ en ‘integriteit’ en welke factoren hangen samen met de perceptie van een integer openbaar bestuur? Deze vragen stonden centraal in het rapport Public integrity and trust in Europe dat geschreven is in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in verband met het EU-voorzitterschap. Het rapport bekijkt uitvoerig hoe de perceptie van integer openbaar bestuur wordt gevormd binnen de lidstaten van de EU en de EU zelf. Op basis van uitvoerig onderzoek komt het rapport tot de volgende vijf conclusies.
- Integriteitsbeleid baseren op meetbare indicatoren is mogelijk
In de eerste plaats blijkt publiek vertrouwen in het openbaar bestuur met redelijke precisie vast te stellen met meetbare indicatoren. De literatuur rondom governance heeft de afgelopen jaren een substantiële ontwikkeling doorgemaakt. Daarom is het mogelijk bewijs te leveren op basis waarvan kan worden bepaald of het openbaar bestuur daadwerkelijk integer is en hoe deze integriteit kan worden verbeterd.
Het rapport biedt zes factoren die een indicatie kunnen geven over de integriteit van het openbaar bestuur, namelijk red tape, handelsbelemmeringen, transparantie en e-government, standaarden voor audits en accounting, de onafhankelijkheid van de rechtelijke macht en de betrokkenheid van burgers. Deze zes factoren worden in het rapport gecombineerd in één publieke vertrouwensindex. Op de uitkomsten van de zes indicatoren kunnen landen vervolgens hun integriteitsbeleid baseren.
- Verschillende contexten vragen om verschillende oplossingen
De integriteitsproblemen van het openbaar bestuur in de lidstaten van de EU zijn erg divers en complex. De lidstaten zijn allen in een andere fase van economische en institutionele ontwikkeling. Dit betekent ook dat moet worden geaccepteerd dat er geen uniforme methode is om de integriteitsproblemen op te lossen. Het is ambitieus en tegelijk naïef om één beleid te schrijven voor alle 28 lidstaten; in plaats daarvan moeten de integriteitsstrategieën worden gebaseerd op de specifieke nationale context. Ook de integriteitsproblemen binnen de instituties van de EU zelf vragen om een doelgerichte, aangepaste aanpak.
- Voorkomen is beter dan genezen, ook bij corruptie
Uit het onderzoek komt naar voren dat de lidstaten die het beste scoren op het bestrijden van corruptie ook het hoogst scoren in transparantie. Transparantie hangt sterk samen met het vertrouwen van de burger en de perceptie van integer openbaar bestuur. De beste methode om het vertrouwen van de burger te vergroten, is het wegnemen van mogelijkheden voor corruptie en het aanbrengen van beleid ter preventie.
De maatregelen die worden aangebracht, moeten zijn gericht op het voorkomen dat straffen nodig is, niet op het straffen zelf. Het onderdrukken van corruptie door het aanbrengen van strenge straffen is niet genoeg; transparantie is de sleutel tot succes. Met gebruik van nieuwe IT-technologieën en big data kan men “digital citizens” creëren: geïnteresseerde burgers met toegang tot informatie die op goedkope manier toezicht kunnen houden op de integriteit van het openbaar bestuur.
- Het gaat niet alleen om wetgeving, maar ook om normen en waarden
Uit het rapport komt naar voren dat landen met veel vertrouwen en integriteit ook weinig regulering en red tape hebben en juist meer normatieve, ongeschreven regels. Het gaat bij het vergroten van integriteit dus niet alleen om wat wettelijk wordt vastgelegd, maar ook om de handelingen en normen van degenen die het tot uitvoer moeten brengen.
Wetten vallen of staan bij een specifieke sociale context; een context die naleving stimuleert of ontmoedigt. De focus moet bij het vergroten van integriteit dus meer komen te liggen op de daadwerkelijke uitwerking van wetgeving dan op de invoering daarvan, aangezien het resultaat in de praktijk niet altijd overeen komt met de bedoelingen.
- Politici spelen een sleutelrol in het scheppen van publiek vertrouwen
Hoewel er bij het eerlijk en efficiënt leveren van diensten door de instituties van de EU nog een hoop ruimte voor verbetering is, kijken de burgers van de lidstaten van de EU vooral kritisch naar de acties van Europese politici. Het gebrek aan vertrouwen in de EU dat de afgelopen jaren zichtbaar is geweest, is het resultaat van een combinatie van bezuinigingen voor de burger en het zelfzuchtige gedrag van politici.
Het publieke vertrouwen hangt vooral af van het gedrag van publieke figuren, niet zozeer van het functioneren van abstracte instituties. In een tijd van economische crisis wordt van politici soberheid verwacht in het vervullen van hun publieke functie, zo ook in de EU. Op nationaal niveau wordt dit over het algemeen goed begrepen; in Brussel is dit besef bij sommigen nog niet helemaal gekomen.
Wilt u meer lezen over de perceptie van integriteit van het openbaar bestuur binnen de lidstaten van de EU en de EU zelf, dan kunt u het volledige rapport hier lezen.