Klokkenluiders trekken vaker aan de bel

Lotte RooijendijkExtern nieuws, Jaarverslagen, Klokkenluiders, Nationaal, News, Nieuws, Uncategorized, Wetgeving

Amsterdam, 13 april 2016 – Mensen trekken vaker aan de bel over misstanden in hun organisatie. Het aantal klokkenluiderszaken is het afgelopen jaar met 32 procent gestegen ten opzichte van 2014. Toch durft bijna een kwart van de mensen die de klok zouden willen luiden en zich bij het Adviespunt Klokkenluiders melden, de melding uiteindelijk niet door te zetten uit vrees voor de gevolgen. Dit blijkt uit het jaarverslag 2015 van het Adviespunt Klokkenluiders, dat afgelopen maandag werd gepresenteerd aan minister Plasterk.

Op maandag 11 april j.l. nam Ronald Plasterk, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het jaarverslag 2015 van het Adviespunt Klokkenluiders in ontvangst. Uit dit jaarverslag blijkt dat vorig jaar 461 personen voor het eerst contact hebben gehad met het Adviespunt Klokkenluiders, waaruit 361 adviesverzoeken voortkwamen. Dit leidde tot 74 nieuwe klokkenluiderszaken ten opzichte van 56 zaken in 2014. Ondanks de stijging in het aantal klokkenluiderszaken besluit een kwart van de melders bij het Adviespunt Klokkenluiders niet door te zetten uit angst voor conflict.

Nieuwe wet Huis voor Klokkenluiders

Het wetsvoorstel Huis voor Klokkenluiders is op 1 maart 2016 aangenomen door de Eerste Kamer en voorziet onder andere in een verbod tegen benadeling van de melder en verplicht bedrijven en semi-publieke instellingen met meer dan vijftig werknemers tot het hebben van een klokkenluidersregeling.

TI-NL hoopt dat melders bij het Huis voor Klokkenluiders even onafhankelijk en deskundig geadviseerd zullen worden als bij het Adviespunt. Een veilig meldklimaat is voor melders essentieel, binnen én buiten de werkomgeving. Hiermee wordt de integriteit van de overheid, het bedrijfsleven en uiteindelijk de maatschappij gediend.

Verder voorziet de wet in de oprichting van het Huis voor Klokkenluiders, waarbij het Adviespunt Klokkenluiders de afdeling advies zal uitmaken. Minister Plasterk verklaart: “Het is van het grootste belang dat maatschappelijke misstanden worden gemeld en niet onder de pet blijven. Het Adviespunt Klokkenluiders heeft zich in de afgelopen drie jaar een positie weten te verwerven in het veld van klokkenluidersvoorzieningen en veel potentiële klokkenluiders weten het Adviespunt te vinden. Het Adviespunt heeft daarmee bewezen van grote toegevoegde waarde te zijn.” Waar en wanneer het huis komt, staat nog niet vast.

Heersende angstcultuur

Volgens Martin Pernis, voorzitter van het Adviespunt Klokkenluiders, heeft het merendeel van de klokkenluiders dat zich meldt bij het adviespunt, uiteindelijk wel het gevoel nadeel te ondervinden van hun melding. “Laat het in werkelijkheid zestig procent zijn die er echt nadeel van heeft, dan is dat nog veel te veel.”

Twintig procent van de melders bij het Adviespunt geeft aan dat er een angstcultuur heerst bij de organisatie waar zij werken. De perceptie van een angstcultuur houdt verband met de afwezigheid van een beschermd meldklimaat, dat meestal een doorslaggevende rol speelt bij het al dan niet melden van een misstand. Ook gaven mensen te kennen dat zij het verwachte conflict en daarmee gepaard gaande spanningen niet over zichzelf of over hun familie wilden afroepen. Drieëntwintig procent van de melders zette een daadwerkelijke melding dan ook uiteindelijk niet door.

Klokkenluiders

Mogelijke negatieve gevolgen die genoemd werden door melders na het melden van een misstand zijn pesterijen, negatieve bejegening door collega’s, bedreiging, isolering, schorsing en ontslag. Andere consequenties kunnen zijn dat iemand geen promotie krijgt of wordt overgeplaatst.

Kloekmoedigheid melders

Desalniettemin benadrukt Pernis dat het van groot belang is dat mensen de moed tonen om iets aan de kaak te stellen. Er mag meer aandacht uitgaan naar de vele goede resultaten die bereikt zijn door het lef van melders een misstand te melden.

Een positieve ontwikkeling is dat het Adviespunt Klokkenluiders steeds vaker in een vroegtijdig stadium wordt geraadpleegd. In 2015 was dit bij 31 procent van de melders het geval, tegen slechts 14 procent het jaar daarvoor. Hoe sneller men is met het inwinnen van goed advies, des te groter de kans dat het aankaarten van een misstand een goede afloop heeft.

De klokkenluider van de Panama Papers

Een recent voorbeeld van een geslaagd resultaat was de bron van de Panama Papers die uitpakte met wereldwijde media-aandacht en een kabinetscrisis in zowel IJsland als Oekraïne. Volgens Süddeutsche Zeitung, het Duitse dagblad waar de klokkenluider zich meldde, was de intentie van de melder de ‘verdorven praktijken’ te stoppen.

Panama Papers

De impact van de Panama Papers komt vooral door de omvang en inhoud van het lek en het besluit van Süddeutsche Zeitung om de documenten te delen met een wereldwijd samenwerkingsverband van journalisten – het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ). Op deze manier konden honderden journalisten over de hele wereld tegelijkertijd in de papieren duiken en de bevindingen op hetzelfde moment ontvouwen.

Zelf de klok luiden?

Een groot lek met grensoverschrijdende data lijkt een terugkerend patroon, met de Offshore Leaks, Swiss Leaks, LuxLeaks en nu de Panama Papers. NRC sprak met Arjen Kamphuis, een IT-security specialist over wat je zelf zou kunnen doen, wanneer je (grote hoeveelheden) belastende informatie openbaar wil maken. Hij gaf aan dat men, indien men (anoniem) informatie wil delen, twee stappen zou moeten ondernemen. Ten eerste is het zaak de juiste partij te kiezen om de informatie mee te delen, bij voorkeur een medium dat zich al eens heeft bewezen in technische competentie en een scherpe pen. Daarnaast moet men als melder zorgen voor de eigen veiligheid en geen bestanden versturen vanaf een computer die met de melder verbonden is.

Naast de traditionele weg van de klokkenluider waarbij de melder direct het medium benadert, kan men tegenwoordig ook gebruik maken van een ‘digitaal luik’. Daarachter zitten één of meerdere nieuwsorganisaties die met de data aan de gang kunnen. In Nederland kunnen melders bijvoorbeeld terecht bij Publeaks. Wie daar lekt, kan de aangesloten media, waaronder Trouw, NRC en NOS tippen. Volgens Marcel Oomens, Publeaks project officer en IT’er bij Free Press Unlimited, gebeurt dit enkele tientallen keren per maand.

Of deze manier van melden meer melders over de streep zal trekken, dat is nog onbekend. Het feit is wel dat ook tipgevers van kleinere verhalen zich via het digitale luik melden, oftewel “verhalen waar niet altijd het allerhoogste niveau van veiligheid voor nodig is”. Volgens Oomens dient dat als bewijs dat er behoefte is aan lekken via een digitaal luik: “Kennelijk lekken mensen vaak liever anoniem.”

Noodzaak cultuurverandering

Het feit dat er tegenwoordig meerdere wegen zijn om misstanden te melden, geeft mogelijk een positieve ontwikkeling weer. Deze positieve ontwikkeling werpt echter pas echt haar vruchten af wanneer er een cultuurverandering plaatsvindt in het melden. Men dient zich te realiseren dat het blootleggen van schimmige praktijken in veel gevallen alleen mogelijk is wanneer individuen daaraan bijdragen. Zoals Publeaks vermeldt op hun platform: “wat men niet weet, kan men niet veranderen. Door aan de bel te trekken kan dat wel.”

Klokkenluiders

Een ander onderdeel van de benodigde cultuurverandering is onze omgang met melders die – door welke omstandigheid of reden dan ook – niet anoniem gebleven zijn. Het is belangrijk deze personen niet te benadelen, op welke wijze dan ook. TI-NL vindt het zorgelijk dat het merendeel van de melders dat zich meldt bij het Adviespunt, het gevoel heeft nadeel te ondervinden van hun melding. Dit is onaanvaardbaar en staat haaks op bovenstaande constatering. Het is daarom noodzakelijk dat de mentaliteit ten opzichte van melders verandert.

Een derde onderdeel dat relevant is voor een gezonde meldcultuur is het belang dat er daadwerkelijk iets wordt gedaan met meldingen, waarmee de zogenaamde ‘organizational justice’ gediend wordt. Melders moeten zien dat er iets met hun melding gebeurt, zodat zij het gevoel hebben dat hun melding serieus genomen is en het heeft bijgedragen aan de oplossing.

Een negatieve kant van de verschillende meldpunten en meldmogelijkheden is dat men kan verdwalen in het web van instanties. Het is daarom des te meer van belang dat men in een vroeg stadium advies inwint over de beste manier van melden. TI-NL zal zich komende tijd verder over deze vraagstukken buigen.