Amsterdam, 13 juni 2016 – De grootste verzekeraar van de Nederlandse Antillen is financieel ernstig verzwakt door mogelijke onoorbare transacties met haar eigenaar. Jaren geleden zijn toezichthouders DNB en CBCS al gewaarschuwd voor misstanden bij de Antilliaanse verzekeraar. Dit blijkt uit een geheim DNB-rapport uit 2015 dat is ingezien door het FD. De afgelopen jaren zou de eigenaar via vestzak-broekzak-transacties omgerekend €570 miljoen van de verzekeraar uit hebben gegeven. Het bedrijf lijkt daardoor de beloofde uitkeringen aan tienduizenden klanten niet te kunnen waarmaken.
De deals hebben betrekking op de aanschaf van dubieuze activa afkomstig van andere onderdelen uit de groep bedrijven van de eigenaar. De verzekeraar besteedde ruim driekwart van haar reserves aan de omstreden deals. Het uithollen van de verzekeraar gebeurde onder de ogen van de twee toezichthouders, de Centrale Bank van Curacao en Sint Maarten (CBCS) en De Nederlandsche Bank (DNB). Werknemers van de verzekeraar en andere partijen zouden de toezichthouders al sinds 2010 hebben gewaarschuwd.
Alarmeringen over Antilliaanse verzekeraar
Uit gerechtelijke documenten blijkt dat de afgelopen zes jaar minstens vier medewerkers bij verschillende gelegenheden en onafhankelijk van elkaar alarm zouden hebben geslagen over mogelijk onoorbare transacties bij de Antilliaanse verzekeraar. Al in 2010 heeft een klokkenluider de Centrale Bank van Aruba gealarmeerd over dubieuze deals die binnen het bedrijf plaatsvonden. De Centrale Bank van Aruba eiste daarop maatregelen van de verzekeraar tegen zijn riskante economische transacties.
De DNB-directie zou reeds in 2011 zijn gewaarschuwd dat de eigenaar zijn verzekeringsbedrijf uitholde. Echter, de Nederlandse toezichthouder DNB stelde pas in 2015 een onderzoek in op het hoofdkantoor van de verzekeraar in Curaçao.
DNB bekritiseert dubbelzinnige posten Antilliaanse verzekeraar
In het geheime rapport van DNB wordt volgens het FD gedetailleerd beschreven hoe geschoven werd met activa van de verzekeraar. Hierin bekritiseert DNB de twee grootste en tegelijkertijd meest dubbelzinnige posten op de balans van de dochteronderneming van de verzekeraar, namelijk ‘andere leningen’ ter waarde van omgerekend €292 miljoen en ‘andere investeringen’ ter waarde van €279 miljoen. Achter de ‘andere lening’ zou de aanschaf van aandelen in een grote olie- en gastoeleverancier schuilen, die op dat moment dezelfde eigenaar heeft als de verzekeraar. De ‘andere investering’ is de aankoop van de braakliggende vastgoedterrein op Sint Maarten, dat ook in handen was van de verzekeringseigenaar.
Door deze twee transacties bestaat 77% van de gehele balans van de levensverzekeraar uit beleggingen in zusterbedrijven. Hierdoor zijn de klanten van de verzekeraar voor ruim driekwart van hun zekerheden afhankelijk van vorderingen op andere bedrijven van de eigenaar. Met andere woorden, tienduizenden polishouders van de grootste verzekeraar van de Antillen zitten nu, zonder dat zij dit weten, met mogelijk onvoldoende afgedekte verzekeringen.
Dit alles is in strijd met de grote postenregeling, die moet verhinderen dat een verzekeraar afhankelijk is van slechts één crediteur. Volgens DNB is het schuiven met activa door de eigenaar tevens in strijd met voorschriften tegen belangenverstrengeling. De toezichthouder noemt de toestand bij de verzekeraar dan ook ‘onverenigbaar’ met de toezichtcriteria.
Zorgen DNB over tweede toezichthouder
Uit het jaarlijkse rapport over het toezicht op de financiële sector van DNB, Staat van het Toezicht 2015, blijkt dat de Nederlandse toezichthouder toenemende zorgen heeft over de Antilliaanse toezichthouder, CBCS, en plaatst haar vraagtekens bij de integriteit van het orgaan. DNB stelt dat verbeteringen in de kwaliteit van de identificatie en analyse van integriteitsrisico absoluut noodzakelijk zijn. De uitkomst hiervan dienen de basis te vormen ter beheersing van integriteitsrisico’s voor lokale instellingen, zoals het transactiemonitoringsysteem.
Daarnaast blijkt ook dat de soliditeit nog niet op orde is bij alle instellingen. Naar aanleiding van de zorgen heeft DNB gevraagd om uitbreiding van haar prudentiële toezichtbevoegdheden om zo op te kunnen treden op CBCS-grondgebied. Bij het prudentiële toezicht zijn naast het financieel risico en het kredietrisico ook aspecten van governance en algehele compliance met wet- en regelgevende punten van belang. De wens van DNB om haar toezichtbevoegdheden te vergroten is inmiddels gehonoreerd door het ministerie van Financiën.
Integriteitsonderzoek DNB bij instellingen in Caribisch Nederland
Uit het Staat van het Toezicht-rapport van DNB blijkt dat zij in 2015 onderzoek heeft gedaan naar integriteit bij vrijwel alle onder toezicht staande banken, verzekeraars, trust- kantoren en casino’s in Caribisch Nederland. Hierbij heeft DNB zich gericht op identificatie en beheersing van het witwas- en terrorisme financieringsrisico en het risico van corruptie door middel van omkoping en/of belangenverstrengeling. Iets wat onder meer heeft geleid tot diverse hersteltrajecten bij instellingen.
Al eerder sprak DNB haar zorgen uit over de integriteit in de trustsector. Inmiddels staan trustkantoren staan al een jaar onder verscherpt toezicht. De onderzoeken bij de trustkantoren in de regio Caribisch Nederland (BES) hebben er toe geleid dat diverse trustkantoren hun vergunning hebben moeten inleveren. Dit heeft als gevolg dat sinds eind 2015 nog maar één trustkantoor actief is in de BES-regio.
Het gezag van toezichthouder DNB
In een NOS-interview met Jan Sijbrand, DNB-directeur Toezicht, blijkt dat duidelijke regels vanuit een toezichthouder belangrijk zijn maar dat het DNB soms ontbreekt aan de middelen om door te pakken. Op de vraag of DNB als toezichthouder voldoende gezag heeft in de financiële wereld, antwoordde Sijbrand: “gezag is een gevoel. Het laat zich ook lastig meten. Soms wordt er slecht geluisterd, en soms vindt men dat wij te veel gezag hebben.”
DNB vindt integriteitskwesties bij instellingen een probleem en een punt van zorg. “Relatief veel instellingen hebben een slecht beeld van de integriteitsrisico’s die ze lopen en hoe dat aangepakt moet worden”, stelt Sijbrand. Het gaat bij integriteitsrisico’s en het vertrouwen in de financiële sector niet alleen om het gehoorzamen van regels. Af en toe vinden zaken plaats binnen het kader van de wet, maar klopt het niet met het gewenste “maatschappelijk betamelijk gedrag”. Sijbrand geeft aan dat DNB geen “ultieme moraalridder” wil zijn die bepaalt wat wel of niet behoorlijk is. Dat is in grote mate aan de samenleving en onderhevig aan verandering.
“Tien jaar geleden dachten we heel anders over bonussen en beloningen dan nu, en dat geldt ook voor belastingparadijzen”, aldus Sijbrand.
Sijbrand hoopt met nieuwe wetgeving die financiële constructies verbiedt die enkel tot doel hebben geldstromen en belanghebbenden te versluieren, een stok achter de deur te hebben om onwillige instellingen de goede kant op te krijgen.
DNB meldpunt misstanden
Op 12 februari 2016 heeft DNB zelf een klokkenluidersloket opgericht voor medewerkers van banken, onafhankelijke adviseurs en anderen in de financiële sector die onder toezicht van DNB staan. Financiële instellingen hebben doorgaans zelf een klokkenluidersregeling, maar DNB denkt dat er behoefte is aan een onafhankelijk meldpunt. Het DNB Meldpunt Misstanden is bedoeld voor professionals in de financiële sector die gegronde vermoedens hebben van of in aanraking zijn gekomen met vormen van ernstige overtreding van wet- en regelgevend. DNB zegt dat hierbij gedacht kan worden aan zaken als fraude, corruptie, belangenverstrengeling, witwassen en terrorismefinanciering die de klokkenluider niet bij de eigen werkgever kan melden. De meldingen worden vertrouwelijk behandeld ter bescherming van de melder.
Het nieuwe meldpunt is onderdeel van het integriteitstoezicht van de bank dat ‘zich richt op een schone en integere financiële sector’, aldus DNB. Bij dit integriteitstoezicht heeft de centrale bank ook oog voor handel met voorwetenschap, het niet naleven van sancties, verduistering, oplichting en valsheid in geschrifte.