Amsterdam, 7 juli 2016 – Gisteren eiste het Openbaar Ministerie (OM) 30 maanden onvoorwaardelijke celstraf tegen een voormalig bestuurslid van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs voor belastingfraude, valsheid in geschrifte en het witwassen van ruim elf miljoen euro. De gerenommeerd fiscalist, tevens docent fiscaliteit aan de Erasmus Universiteit, wordt er van verdacht ruim elf miljoen euro via een constructie op de Antillen wit te hebben gewassen.
Afgelopen dinsdag begon de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen de fiscalist en drie medeverdachten, namelijk zijn schoonvader, zwager en schoonzus. Het strafonderzoek tegen hen loopt al vijfenhalf jaar, maar pas vorige week donderdag legde het OM beslag op de woningen van de hoofdverdachte, ter waarde van €3.551.232, aldus het Financieel Dagblad. Volgens het OM zou het bedrag gelijk staan aan het onrechtmatig verkregen voordeel van de fiscalist.
Het witgewassen geld, ruim elf miljoen euro, was afkomstig van de verkoop van een verfhandel door de schoonvader van de fiscalist. De fiscalist hielp hem na de verkoop met het opzetten van een illegale belastingconstructie. Daarbij werd gewerkt met schijnleningen, schijnschenkingen en schijndocumenten, aldus het OM. Het geld van de verkoop werd op advies van de fiscalist vanuit Nederland naar België overgeheveld en vervolgens bij drie Stichtingen Particulier Fonds (SPF) op de Antillen ondergebracht, met als doel het uit het zicht te houden van de fiscus. De notulen, documenten en huishoudelijke reglementen van de vergaderingen van de SPF’s zouden volgens het OM ook vervalst en geantedateerd zijn.
Strafeis: 30 maanden voor fiscalist
Woensdag eiste het OM 30 maanden onvoorwaardelijke celstraf tegen de fiscalist. Hij zou zich schuldig hebben gemaakt aan belastingfraude, vervalsen en witwassen. Ook zijn zwager hoorde een flinke onvoorwaardelijke strafeis van 20 maanden cel. Tegen de schoonzus werd 15 maanden celstraf geëist en de schoonvader kreeg zes maanden voorwaardelijk. Naast de celstraffen wil het OM ook €9,5 miljoen ontnemen bij het viertal.
Volgens het OM hadden de vier moeten melden dat zij betrokken waren bij een buitenlandse trust wanneer zij hun belastingaangiften deden. “Maar ze hebben jarenlang het bestaan van de SPF’s verborgen gehouden voor de Belastingdienst,” sprak een van de officieren woensdag. Verder zouden de verdachten valsheid in geschrifte hebben gepleegd toen zij in 2008 antwoord moesten geven op vragen van de Belastingdienst over de buitenlandse trusts. “Ik weet niet af van een trust of iets dergelijks wat vermeld wordt in de aanhef van uw brief,” valt te lezen in de brief geschreven door de schoonzus. In werkelijkheid gebruikten de verdachten hun buitenlandse kapitaal dat was ondergebracht in de SPF’s om huizen en auto’s te kopen.
De SPF’s werden op papier bestuurd door verschillende stromannen, onder hen ook de bekende Antilliaanse trustdirecteur Gregory Elias. De vier verdachten hielden echter de volledige beschikkingsmacht over het geld. Ook de huisbank van de familie, Van Lanschot, heeft het OM laten weten van mening te zijn dat de familie de uiteindelijk begunstigde en gerechtigde was van het geld in de SPF’s. De familie was ook gewaarschuwd om hun buitenlands vermogen op te geven aan de fiscus.
Medeverdachten wijzen naar fiscalist
Tijdens de zitting afgelopen dinsdag beweerden de medeverdachten niets te weten van de constructies die door de fiscalist waren opgezet. Zijn schoonzus liet weten dat haar vader slechts verschillende ‘potjes’ wilde creëren om de nalatenschap te verdelen over zijn drie kinderen. Zijn zwager noemde de fiscalist ‘de Messias van de familie’, die iedereen blindelings zou hebben vertrouwd. Samen met de schoonvader deden zij aangifte van oplichting tegen de fiscalist en merkten hem aan als ‘de hoofdverdachte’ van de zaak.
Het OM ziet daar echter niets in, zo liet het woensdag weten. Volgens het OM is het niet geloofwaardig dat de familie pas bij de berechting beweert dat de fiscalist overal verantwoordelijk voor is, terwijl het onderzoek vijfenhalf jaar heeft geduurd. Het OM ziet wel dat de fiscalist kan worden aangemerkt als de initiator van de belastingconstructies. Desalniettemin zou hij zijn schoonfamilie hebben ingelicht over de fiscale en strafrechtelijke risico’s van de gebruikte constructies.
De fiscalist zelf beroept zich tot op heden voornamelijk op zijn zwijgrecht. Vandaag was het de beurt aan de verdediging van de vier verdachten om hun betoog te houden. De advocaat van de fiscalist heeft eerder in een toelichting laten weten van mening te zijn dat de gebruikte belastingconstructies volstrekt legaal zijn. Volgens hem heeft de Fiod een ‘misleidend’ strafdossier opgesteld op basis van achterhaalde jurisprudentie. De beklaagde zou zwaar aangedaan zijn door de beschuldigingen, zowel die van het OM als zijn schoonfamilie.