Amsterdam, 6 september 2016 – Uit een strafdossier ingezien door het Financieele Dagblad (FD) blijkt dat het Openbaar Ministerie (OM) na jaren onderzoek probeert twee omstreden groothandelaren in lege BV’s veroordeeld te krijgen. Zij zijn hoofdverdachten in een strafonderzoek naar een nieuwe vorm van fraude: turboliquidatie, oorspronkelijk bedoeld als snelle manier om een vennootschap te ontbinden. Deze turboliquidaties worden echter gebruikt om een BV met schulden eenvoudig in rook op te laten gaan. Betrokken ministeries onderzoeken nu of de wet wellicht moet worden aangepast om fraude te verminderen.
De ministeries Veiligheid en Justitie en Economische Zaken zijn samen met de Belastingdienst en de Kamer van Koophandel (KvK) aan het onderzoeken of een wetswijziging nodig is tegen de nieuw opkomende vorm van fraude met de zogenaamde ‘plof-BV’s’. Dit zijn BV’s die via turboliquidatie worden opgeheven. De overheid heeft het vermoeden dat fraudeurs door een maas in de wet zowel de fiscus als crediteuren van bedrijven voor miljoenen weten te benadelen. De FIOD en het OM zijn al enkele strafzaken gestart tegen fraudeurs die hier op grote schaal misbruik van zouden maken.
Hoe werkt het?
Een ondernemer koopt een inactief bedrijf – ook wel plof-BV genoemd – huurt een leegstaand pand, bestelt allerlei goederen en regelt vervolgens een turboliquidatie. Een turboliquidatie, waarbij een BV binnen een dag wordt opgeheven, is eenvoudig uit te voeren. De aandeelhoudersvergadering besluit tot opheffing en de bestuurder meldt dit bij de KvK door middel van het ondertekenen van een formulier waarop staat aangegeven dat er geen baten zijn. Of de BV vol zit met schulden, wordt niet gevraagd door de Kamer van Koophandel. Die verwerken simpelweg het ontvangen formulier, waarna de BV ontbonden wordt. Ook de wet zegt niets over schulden en de Hoge Raad oordeelde vorig jaar nog dat ook een bedrijf met schulden zich via deze methode mag opheffen.
Er zijn ondernemers die dit steeds weer doen. De Kamer van Koophandel weet hier wel van, maar mag niet weigeren de ondernemer opnieuw in te schrijven. Dit alles biedt gelegenheid tot fraude, omdat het mogelijk maakt een BV vol te pompen met schulden, de vennootschap op naam van een stroman te zetten en hem vervolgens te laten ‘ploffen’. Er komt geen curator aan te pas en het opheffen hoeft niet gemeld te worden aan schuldeisers. Hierdoor kunnen schuldeisers, de Belastingdienst en dus ook de samenleving fors worden benadeeld.
Meerderheid BV’s ontbonden via turboliquidatie
Sinds 1994 is het mogelijk ondernemingen te ontbinden via turboliquidatie. Deze manier van ontbinding wint de laatste jaren echter gezwind aan populariteit. Volgens het FD zijn sinds 2013 88% van de BV’s en 95% van de stichtingen op deze wijze opgeheven, waar het in 2007 nog ging om twee derde van alle BV’s. Jaarlijks worden bijna 40.000 BV’s ontbonden. Een beleidsadviseur in fraudepreventie van de KvK vindt de toename van turboliquidaties een “zorgwekkende ontwikkeling”. Hij geeft aan dat het nu al onmogelijk is voor de KvK te controleren of een bestuurder naar waarheid invult dat er geen baten zijn in een ontbonden vennootschap.
De FIOD denkt dat fraudeurs in toenemende mate overstappen van klassieke faillissementsfraude naar turboliquidatie-fraude. Eerstgenoemde zou namelijk minder aantrekkelijk zijn geworden omdat het OM hier de laatste jaren harder tegen optreedt en de wet is aangepast. Daarnaast heeft de civiele rechter geoordeeld dat een bestuurder die zich vlak voor een bankroet voor een symbolisch bedrag van zijn BV ontdoet, toch aansprakelijk blijft voor de eventuele schulden.
Het grote nadeel van een turboliquidatie voor schuldeisers is dat er geen curator bij van pas komt waardoor schuldeisers onbeschermd zijn. Publicatie van een turboliquidatie is niet verplicht waardoor de schuldeisers geen idee hebben dat het bedrijf waarvan zij geld te goed hebben niet meer bestaat. Zo kunnen fraudeurs de BV leeghalen en een stroman benoemen, een handlanger die als directeur van de BV optreedt.
Twee grote zaken rondom turboliquidatie
Het FD schrijft dat er momenteel twee grote zaken rondom turboliquidatie lopen bij de FIOD. De eerste zaak betreft belastingfraude met pensioenvennootschappen waarbij klanten worden geadviseerd geld uit hun pensioen-BV te halen. De BV met schulden komt bij een stroman die de BV vervolgens opheft. De adviseur en de notaris zijn de hoofdverdachten in deze zaak.
In het tweede dossier met turboliquidatie zijn een notaris uit Amstelveen en twee kandidaat-notarissen uit Bunnik de verdachten. Hierin worden ook twee BV-groothandelaren genoemd, de hoofdverdachten van de frauduleuze turboliquidaties. De notarissen zouden de grootschalige fraude mogelijk hebben gemaakt. De advocaat van een van de BV-groothandelaren stelt daarentegen de indruk te hebben dat een bij de curator bekende stroman hoofdverdachte is. De katvanger zou echter spoorloos verdwenen zijn.
Strafrechtelijk onderzoek naar groothandelaren
Uit het strafdossier ingezien door het FD blijkt dat bij het OM al jaren een groot strafrechtelijk onderzoek loopt naar het tweetal verdachte BV-groothandelaren die op grote schaal gefraudeerd zouden hebben met plof-BV’s. Zij zouden gehandeld hebben in lege BV’s, die ze vervolgens turbogewijs liquideerden en hebben daarbij naar verluidt hulp gekregen van de de notaris uit Amstelveen en de twee kandidaat-notarissen uit Bunnik. Overigens ontkennen alle betrokkenen strafbare handelingen te hebben gepleegd.
Er zouden naar schatting honderden bedrijven waar de twee groothandelaren bij betrokken waren zijn omgevallen. Beide handelaren werden in andere zaken al eerder onder de loep genomen door het OM. In 2010 zou een van de twee groothandelaren door fouten van het OM zijn weggekomen in een andere zaak. Hij zou daarbij 189 lege BV’s hebben verhandeld, waarvan er 116 omvielen. Volgens het OM heeft hij de schuldeisers hiermee voor 9 miljoen euro gedupeerd. Omdat de schuldeisers onbeschermd zijn leiden zij vele miljoenen schade. De andere groothandelaar werd in 2011 door Dagblad Stentor omschreven als “een bekende van justitie die openlijk handelt in lege BV’s”. Hij zou onder meer hebben bemiddeld bij het bankroet van een mediabedrijf.
Vijf arrestaties wegens faillissementsfraude
In juni 2015 meldde het OM vijf arrestaties wegens fraude met ‘een groot aantal faillissementen’. Onder hen waren de drie verdachte (kandidaat-)notarissen. Zij kwamen na enkele dagen weer op vrije voeten, maar zijn volgens het OM nog wel verdachte op grond van het vervalsen van akten.
De twee andere arrestanten zouden naar blijkt de twee groothandelaren in lege BV’s zijn. De advocaat van een van de handelaren meldt dat zijn cliënt zes weken in voorarrest zat en het dossier bij hem de indruk gaf dat de hoofdverdachte niet zijn cliënt maar de stroman is. Het verwijt van het OM dat de groothandelaar crediteuren zou benadelen, mist volgens zijn advocaat feitelijke en juridische onderbouwing.
De handelaar heeft via zijn advocaat laten weten dat hij “bemiddelt bij de aandelenoverdracht van insolvabele BV’s” en wijt de strafzaak aan gebrekkig inzicht van de FIOD in aandelentransacties. De FIOD herkent een patroon waarbij de handelaren met regelmaat een BV voor slechts €1 doorsluist naar een katvanger, waarbij activa vervolgens uit de BV vloeien, de administratie zoek raakt en de met schuld beladen BV in een turboliquidatie valt. De stroman betrokken bij de gefailleerde vennootschappen biedt de schuldeisers geen verhaal en is daarna zelfs vaak spoorloos verdwenen.
Fraudeurs moeten worden gestopt
Dat de fraude zo eenvoudig lijkt te zijn, is opmerkelijk. Vooral gezien het feit de wet voor turboliquidatie juist bedoeld was om misbruik te voorkomen. Nu zijn werknemers, banken, leveranciers, de fiscus en de samenleving de dupe.
Een BV met schulden zou niet op deze wijze mogen worden ontbonden. Dit zou vermeden kunnen door een wetswijziging door te voeren in de opgave bij ontbinding. Op grond van de huidige wet is de enige voorwaarde voor ontbinding dat de onderneming geen baten meer heeft op het tijdstip van ontbinding. Over lasten (schulden) zegt de wet niets.
Allereerst is het van belang dat van alle BV’s de uiteindelijk belanghebbende (UBO) bekend is. Op die manier wordt voorkomen dat er katvangers en stromannen worden ingezet waardoor de daadwerkelijke schuldige kan verdwijnen en kunnen patronen herkend worden. Ook zou de directeur bij wet verplicht moeten zijn een actuele balans te overhandigen aan de KvK bij turboliquidatie, waar ook de lasten van de BV zichtbaar zijn. Deze balans zou tevens toegankelijk moeten zijn voor schuldeisers.
Tot slot zouden bestuurders die eerder faillissementsfraude hebben gepleegd gedurende maximaal vijf jaar niet opnieuw een bedrijf mogen beginnen of bestuursfunctie mogen bekleden. Onder de faillissementswet bestaat de mogelijkheid dat de civiele rechter op verzoek van het OM in een dergelijk geval een bestuursverbod kan opleggen.
Het is belangrijk de maas in de wet tijdig te dichten om grootschalig misbruik van turboliquidaties tegen te gaan. Zeker gezien de mogelijke omvang van het verschijnsel (even ter herinnering: in 2013 werd 88% van de 40.000 BV’s opgeheven door middel van een turboliquidatie) is het noodzakelijk hier spoedig een stokje voor te steken.