Amsterdam, 21 oktober 2016 – Er is opnieuw een hoge ambtenaar in China veroordeeld voor aanklachten van corruptie. Wei Pengyuan, voormalig vice-voorzitter van de steenkolen afdeling binnen de Nationale Energie Maatschappij, kreeg een levenslange gevangenisstraf voor het aannemen van steekpenningen. In zijn huis zou in 2014 de grootste hoeveelheid aan contant geld ooit gevonden zijn in een corruptieonderzoek. Wei bezat voor meer dan 45 miljoen euro aan geld, goud, auto’s, en kunstobjecten.
Veroordeling ambtenaar
In 2014 startte het onderzoek naar Wei Pengyuan, die de vice-voorzitter van de steenkolen afdeling binnen de Nationale Energie Maatschappij was. Wei zou zijn rijkdom hebben verkregen door steekpenningen aan te nemen om vervolgens steenkolenprojecten goed te keuren.
In zijn huis werd voor 211 miljoen yuan aan contact geld aangetroffen, en had hij voor 131 miljoen yuan aan eigendommen. Omgerekend is dit meer dan 28 miljoen euro aan contant geld en 17 miljoen euro aan eigendommen. Nog nooit zou tijdens een corruptieonderzoek in China zo een grote som contant geld zijn gevonden. Er waren zestien machines nodig om het geld te tellen, waarvan vier machines werden overbelast en stuk gingen. Wei bewaarde zijn fortuin in vier verschillende valuta, enkele kilogrammen goud, drie auto’s, en kaligrafie- en kunstvoorwerpen.
Op dinsdag sprak de rechtsbank in de noordelijke stad Baoding een vonnis uit. Wei krijgt een opgeschorte doodstraf, wat in de praktijk betekent dat hij levenslang in de gevangenis zal zitten en geen mogelijkheid tot vervroegde vrijlating heeft. Een vroegere baas van Wei, Liu Tienan, werd twee jaar eerder veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor het aannemen van 6 miljoen dollar in steekpenningen.
De steenkoolsector wordt de laatste twee jaren onder de loep genomen nadat een documentaire over luchtvervuiling door de kolenindustrie begin 2015 ‘viral’ ging. De film was erg kritisch over het energiebeleid van de overheid en stelde dat milieuwetgeving te weinig wordt nageleefd en niet wordt gehandhaafd door de autoriteiten.
Anti-corruptiebeleid Xi Jinping
De veroordeling van Wei Pengyuan is een van de vele gevolgen van het strenge anti-corruptiebeleid dat huidige president Xi Jinping voert sinds hij in 2012 de leider van de Chinese Communistische Partij (CCP) werd. Xi kondigde bij zijn aantreden aan dat hij zowel hoog- als laaggeplaatste ambtenaren, zogenaamde ‘vliegen’ en ‘tijgers’, binnen het overheidsapparaat wilde onderzoeken op corrupte praktijken. Sinds de start van zijn campagne tegen corruptie zijn meer dan een half miljoen partijleden onderzocht, en 120.000 leden aangeklaagd. Hiervan waren ongeveer 200 personen hooggeplaatste ambtenaren binnen de regering, waaronder een voormalig lid van het Permanente Comité van de CCP.
Of het beleid succesvol is, is echter lastig te zeggen. Tussen 2013 en 2015 werkten er gemiddeld 7,4 miljoen ambtenaren in China, en slechts minder dan 0,5% van hen werden vervolgd. De kansen om gepakt te worden als corrupte ambtenaar zijn dus nog steeds erg klein. Professor Ding van de Hong Kong University of Science and Technology schat dat ongeveer 80% van alle ambtenaren minstens één keer in hun carrière betrokken zijn geweest bij een corrupte activiteit.
Fundamentele verandering nodig
Onderzoeker en professor Minxin Pei denkt dat de CCP niet in staat is om corruptie uit te roeien, omdat het zo wijdverspreid is; op elk niveau binnen het politieke systeem komt corruptie voor. Volgens hem versnellen de anti-corruptiemaatregelen van Xi Jinping de val van het regime, doordat het verdelingen binnen de partij veroorzaakt.
Om corruptie echt tegen te gaan zou China fundamenteel moeten veranderen. Corruptie wordt mogelijk gemaakt door onduidelijke eigendomsrechten, het gedecentraliseerde staatsbestuur, en het gebrek van democratische controles op de macht van politici door een onafhankelijke rechterlijke macht, vrijheid van pers, en politieke competitie. De CCP zal als autoritair regime het beleid op deze fronten niet veranderen, en kan dus geen werkelijke veranderingen in de cultuur van corruptie brengen.
Analisten en journalisten vrezen dat Xi de anti-corruptiemaatregelen gebruikt om politieke tegenstanders uit de weg te ruimen en meer macht naar zich toe te trekken. Het is niet duidelijk wanneer de campagne zal eindigen. De termijn voor een president in China is 10 jaar, dus Xi Jinping zal nog tot 2022 aan de macht blijven.
Corruptie Perceptie Index Transparency International
De Corruptie Perceptie Index (CPI) van China heeft de afgelopen jaren flink geschommeld. In 2013 scoorde het 40 uit 100 punten en stond het land op nummer 80 in de ranglijst, de beste score in de laatste tien jaar. In 2014 viel dit echter weer naar 36 punten en een ranking van plaats 100 (van de 168 landen), en in 2015 was de score 37 met plaats 83 op de ranglijst. Dat het land nog steeds zo een lage score heeft na vier jaren van anti-corruptiemaatregelen, kan op verschillende manieren worden verklaard. Een mogelijkheid is dat corruptie, ondanks de campagne, nog steeds overal gaande is en er geen zichtbare vooruitgang is geboekt. Een tweede optie is dat hoe meer aandacht er is voor het bestraffen van corrupte ambtenaren, des te meer mensen het idee hebben dat corruptie overal plaatsvindt.
Wat de werkelijke effecten van het anti-corruptiebeleid en Xi Jinping’s leiderschap zullen zijn, is nog niet met zekerheid te zeggen. Vooralsnog lijkt de kans gepakt te worden als corrupte ambtenaar nog steeds zeer klein en is de systematische corruptie wijdverbreid. Echter geeft het strenge anti-corruptiebeleid van Xi Jinping wel een positief signaal af dat corruptie niet meer getolereerd wordt binnen de Chinese samenleving.
Door Gabriëlle Smith