Door Paul Arlman, voorzitter TIN
Tijdens de in januari te Den Haag gehouden Conferentie van alle Nederlandse ambassadeurs werd een speciale sessie georganiseerd voor de zogenaamde”civic society” dat wil zeggen voor de contacten tussen deze ambassadeurs en vertegenwoordigers van in Nederland gevestigde non-gouvernementele organisaties (NGO) waaronder ook de Nederlandse afdeling van Transparency International. In gesprekken met een zevental ambassadeurs – in een uurtje is dat een mooie score!- bleek dat zij meer dan ooit tevoren gespitst zijn op het ondernemen van acties, vaak maar niet uitsluitend in EU verband- ter voorkoming of bestrijding van corruptie.
Daarbij bleken zij open oog te hebben voor de uitwerking van de internationale Verdragen en Conventies op dit terrein van de VN en van de OESO, maar ook dat de sociale en humanitaire aspecten van corruptie een belangrijke rol spelen in hun werk.
Erkend wordt dat Nederland alleen weinig effectief in de melk heeft te brokkelen maar dat gezamenlijke actie, met ook andere OESO-landen inclusief de VS resultaten kunnen boeken die soms wel soms niet direct zichtbaar zijn.
Het deed mij plezier te constateren dat onze voornaamste vertegenwoordigers corruptie niet beschouwen als een NGO hobby maar juist als een inhoudelijk punt van Nederlands en internationaal beleid.
Blijvende druk vanuit TI als ook van andere organisaties blijft echter van cruciaal belang.