Amsterdam, 28 mei 2014 – Vorige week vrijdag heeft de minister van Buitenlandse Zaken antwoord gegeven op de vragen van de Tweede Kamerleden Omtzigt (CDA), Segers (ChristenUnie) en Dijkgraaf (SGP) (CDA) met betrekking tot het rapport “The European Union Integrity System” van Transparency International.
De minister schuift voor een groot deel de verantwoordelijkheden van de opvolging van de aanbevelingen van het rapport af op de Europese Unie. Zo dienen de aanbevelingen aan de orde te worden gesteld in de EU-instellingen die bij het wetgevingsproces betrokken zijn en is de bestrijding en preventie van corruptie en belangenverstrengeling is een zaak die alle Europese instellingen aangaat. Veel van de aanbevelingen die in het rapport zijn gedaan worden volgens de minister momenteel al in de Raad besproken.
Wel hecht het kabinet aan een zo groot mogelijke transparantie ten aanzien van Europese wetgevings- en besluitvormingsprocessen en acht het het van belang dat principes van de rechtsstaat in de gehele EU op alle niveaus worden nageleefd.
Afsluitend geeft de minister aan dat er toch óók een rol is weggelegd voor de lidstaten: “Overigens is het niet zo dat uitsluitend de EU de rechtsstatelijkheid van de lidstaten controleert, juist de lidstaten zelf hebben hierin een essentiële taak te vervullen.” De minister gaat helaas niet in op de wijze waarop lidstaten dit doen of zouden moeten doen.
TI-NL zal de vraagstellers op de hoogte stellen van het Nederlandse NIS rapport, waar specifiek voor Nederland toepasselijke aanbevelingen zijn gegeven: Aanbevelingen uit de NIS Landenstudie
Lees hier de volledige beantwoording: Dijkgraaf_over_het_rapport__The_European_Union_Integrity_System__van_Transparency_International