Amsterdam, 12 augustus 2014 – TI-US, de Amerikaanse afdeling van Transparency International, bracht juli dit jaar een rapport uit over de controle (‘verification’) van anti-corruptie programma’s. De afgelopen twintig jaar is er aanzienlijke vooruitgang geboekt door bedrijven ten aanzien van het ontwikkelen en implementeren van anti-corruptie programma’s. Dergelijke programma’s zijn essentieel voor het bestrijden van corruptie op internationaal niveau.
Toch is het enkel aannemen van anti-corruptie beleid niet voldoende. Controle – waarbij alle interne en externe inspanningen wordt meegewogen om te beoordelen of een bedrijf passende risico-inschattingen kan maken en een effectief programma heeft voor de voorkoming en opsporing van corruptie in de gehele lijn van operaties – is essentieel. Het staat bedrijven toe vast te stellen of hun anti-corruptie programma’s effectief zijn, en in hoeverre verbeteringen noodzakelijk zijn.
Hoewel een groeiend aantal bedrijven investeren in deze beoordeling van hun anti-corruptieprogramma’s, is er geen gedetailleerde beoordeling van de vraag of de meest gebruikte methodes van compliance controle eigenlijk wel werken, en welke lessen er uit de verschillende controleprocessen getrokken kunnen worden.
Het TI-US rapport bevat een dergelijke beoordeling en aanbevelingen voor bedrijven die een vorm van controle willen toepassen. De aanbevelingen strekken ter versterking van de kwaliteit van anti-corruptieprogramma’s van bedrijven en het vergroten van het publieke vertrouwen in hun effectiviteit. Bedrijven worden gevraagd een voortrekkersrol te nemen in het verbeteren van hun eigen programma’s.
De belangrijkste bevindingen zijn:
- Publieke rapportage is een belangrijke manier om het beleid t.a.v. en de betrokkenheid de bestrijding van corruptie aan businesspartners en externe betrokkenen, maar ook binnen de organisatie te communiceren;
- Er zijn belangrijke voordelen om externen de controle te doen uitvoeren;
- Certificatie van compliance is een ontwikkelend gebied en moet – vanwege diversiteit aan methoden en beoordelingen – nog aanvaard worden door toezichthouders en andere stakeholders;
- De bestaande milieu- en sociale certificatiesystemen zijn gebaseerd op internationaal geaccepteerde standaarden en veel gebruikt door en op vertrouwd door consumenten, verkopers, de pers, overheden en investeerders als indicatie van ‘good practice’. Er zijn echter problemen om deze milieu- en sociale certificatiesystemen één-op-één te gebruiken om anti-corruptie programma’s te controleren, omdat corruptie meer subjectieve elementen behelst.
De belangrijkste aanbevelingen uit het rapport zijn:
- De interne controle door een bedrijf is het belangrijkst. Door deze controle kunnen bedrijven ontdekken in hoeverre ze op hun eigen voorzieningen kunnen vertrouwen, en of het nodig is deze aan te vullen met voorzieningen van buitenaf.
- Een risico-gebaseerde benadering is essentieel om zowel de passende reikwijdte van de compliance programma’s te bepalen, als die van de controle. Hierbij moeten de geografische locatie, sector, businesspartner, aard van transacties en het aantal interacties met ambtenaren worden meegewogen.
- Naast interne controle, zijn regelmatige, onafhankelijke externe controles noodzakelijk. De omvang en hoeveelheid zijn afhankelijk van het risicoprofiel van het bedrijf. Een bedrijf dat veel risico loopt zou ernaar moeten streven elke drie jaar een externe controle te doen uitvoeren.
- Bedrijven zouden informatie aan het publiek moeten verstrekken over hun anti-corruptie programma’s (inclusief de implementatie en controles), om transparantie en vertrouwen te vergroten.
- Certificatie-organisaties, bedrijven, investeerder en NGO’s moeten een bredere overeenstemming bereiken met betrekking tot standaard-certificatie. Dit draagt bij aan grotere transparantie met betrekking tot de omvang van de controle.
Hiermee samenhangend is het rapport: ‘Overcoming compliance fatigue: Reinforcing the commitment to ethical growth‘, de 13e Global Fraud Survey van EY.
Het volledige rapport van TI-US download u hier.