Amsterdam, 5 augustus 2014 – Graag delen wij met u een tweetal lezenswaardige artikelen over de al dan niet oprichting van een internationaal gerechtshof, dat zich zou moeten buigen over grand corruption cases.
In het eerste artikel bepleit rechter van de rechtbank in Massachusetts (U.S.A.), Mark L. Wolf, de oprichting van een dergelijk gerechtshof (dat opereert op basis van het VN Anti-corruptie Verdrag). Hij benadrukt in zijn betoog de cultuur van straffeloosheid (impunity) die in veel landen heerst. Door middel van het beginsel van complementariteit – het gerechtshof komt alleen in actie wanneer landen stilzitten of weigeren tot berechting of uitlevering over te gaan – zouden landen meer aandacht en middelen besteden aan het bestrijden van corruptie. Een internationaal Klokkenluiders Statuut zou bovendien de civiele afhandeling van zaken door dit Gerechtshof mogelijk moeten maken.
In het tweede artikel, reageert Matthew Stephenson op dit betoog van Wolf. Hij meent dat de inbreuk op soevereiniteit van staten te groot zal zijn en daarmee de bereidheid van staten om de jurisdictie van het Gerechtshof te aanvaarden minimaal. Tevens wijst hij op de verschillende definities van grand corruption en de eventuele verstrekkende gevolgen van een ruime definitie. Volgens Stephenson zullen ook de door Wolf geopperde sancties en handhavingsmechanismen schromelijk tekortschieten.
Wij hopen dat u onder andere op basis van deze artikelen uw mening kunt vormen.