Amsterdam, 19 augustus 2014 – In navolging van ons bericht over de McCutcheon zaak in Amerika, waarin de het Hoge Gerechtshof de limiet op financiering van politieke partijen in strijd met de Grondwet achtte, is door de GOP (Grand Old Party, de Republikeinse Partij) een nieuwe zaak aangespannen over financiering van politieke partijen.
Wall Street is één van de grootste bronnen van inkomsten voor presidentiële campagnes in Amerika. Nu in 2016 de strijd weer zal losbarsten, heeft de GOP een klacht ingediend waarmee zij hopen de zogenaamde pay-to-play wet ongeldig te doen verklaren. De gewraakte pay-to-play wet bevat een overweging op grond waarvan instellingen die de AOW (‘state pensions’) beheren geen grote donaties aan politieke partijen mogen doen: “Elected officials who allow political contributions to play a role in the management of these assets and who use these assets to reward contributors violate the public trust”.
In het Amerikaanse AOW systeem gaat ruim $3 miljard om, en de handhavers van de SEC (Security and Exchange Commission) willen niet dat de contracten van het beheren van pensioenen (de managementkosten van de pensioenfondsen zijn niet mals) worden uitbesteed op basis van de voorkeur van politici om hun presidentiële campagne-donateurs terug te betalen.
De klacht komt vlak na de eerste keer dat de SEC een boete heeft uitgedeeld op grond van de pay-to-play wet. De SEC kondigde aan dit in de toekomst vaker te zullen gaan doen.
De klacht omvat de stellingen dat de SEC niet voldoende kennis in huis heeft de pay-to-play wet op goede wijze te handhaven. Ook ligt in de wet volgens de klagers een “impermissible choice” besloten, tussen “exercising a First Amendment right and retaining the ability to engage in professional activities.” Om deel te kunnen nemen aan de race om de meeste campagnegelden, moeten kandidaten wel bij de managers van Wall Street kunnen aankloppen, die – als de kandidaat eenmaal is verkozen – in ruil daarvoor contracten krijgen van diezelfde kandidaat.
Kortom: ze claimen dat Wall Street het grondwettelijk recht heeft om politici en de investeringsbeslissingen die zij nemen ten behoeve van pensioenengerechtigden, te beïnvloeden.
Als de klacht gegrond wordt geacht, en de pay-to-play wet ongrondwettig wordt verklaard, zijn de contracten van de publieke pensioen voor de hoogste bieder.
Dit artikel is gebaseerd op een artikel uit SFGate.