Amsterdam, 5 november 2014 – Teveel internationale grote bedrijven zwijgen over de impact die ze lokaal maken. Met name de grondstoffenindustrie is nog niet klaar om per land individueel te rapporteren. Chinese bedrijven scoren het slechts op transparantie en anti-corruptie. Dit zijn de drie voornaamste conclusies uit het TRAC Report 2014 dat Transparency Internationaal vandaag publiceerde.
Het rapport, ‘Transparency in Corporate Reporting’ analyseert 124 bedrijven van de Forbes lijst van ’s werelds grootste beursgenoteerde ondernemingen. Deze bedrijven hebben samen een beurswaarde van meer dan US$ 14 biljoen en worden gerangschikt op basis van de mate waarin zij rapporteren over de maatregelen die zij treffen om corruptie te voorkomen en informatie te verstrekken over dochtermaatschappijen en holdings alsmede over overzeese operaties. Volgens deze criteria scoren bedrijven uit het VK het best, terwijl Chinese bedrijven het slechtst presteren.
De grootste bedrijven rapporteren geen of weinig financiële gegevens over werkzaamheden die zij buiten de landsgrenzen ondernemen. Negentig van de 124 bedrijven zijn niet transparant over de belastingen die zij in andere landen betalen, terwijl 54 bedrijven zwijgen over de inkomsten uit andere landen.
We need more transparency from multinational companies, whose power in the world economy closely rivals the biggest countries. With greater economic power comes greater responsibility.
José Ugaz, Chair Transparency International
Transparency International benadrukt dat slecht gedrag van bedrijven ervoor zorgt dat corruptie kan voortbestaan, gepaard met armoede en instabiliteit. Door niet te reageren op de roep van de samenleving van grote transparantie en verantwoordelijkheid, lopen bedrijven het risico schade aan hun merk te berokkenen en klanten kwijt te raken.
Grondstoffenindustrie niet klaar voor strenge regels
Uit het rapport blijkt dat de grootste olie, gas en mijnbedrijven niet klaar zijn om te rapporten volgens de transparantieregels die vanaf juli 2015 in Europa van kracht worden. Volgens deze regels moeten bedrijven die grondstoffen winnen rapporteren over betalingen zoals belastingen, per land en per project. In de VS bevat de 2010 Dodd-Frank act al een dergelijke maatregel (Sectie 1504), maar de inwerkingtreding daarvan is voorlopig uitgesteld door een rechtszaak van de olielobby. Deze regels gaan gelden voor respectievelijk grote bedrijven die in de EU geregistreerd staan of beursgenoteerd zijn, en bedrijven die op de Amerikaanse beurs genoteerd zijn.
Van de 24 bedrijven uit de grondstoffenindustrie die onder deze nieuwe regels zullen vallen, zijn er 19 die over minder dan de helft van de landen waar zij opereren rapporteren. Alleen BHP Billiton, Statoil en de Indiase bedrijven ONGC en Reliance rapporteren over belastingen die zij in bijna alle landen waar zij opereren betalen.
TI-NL Voorzitter Paul Arlman onderstreept de door veel bedrijven bereikte vooruitgang die voortkomt uit maatschappelijke motivatie gemengd met reputatie management.
De uitwerking van de Dodd Frank wetgeving staat stil door heftig lobbyen in de VS en zal na de verkiezingsuitslag twijfelachtig worden. De EU wetgeving treedt pas in 2015 in werking en zal indien toegepast en gecontroleerd, z’n effect zeker niet missen.
TI-NL zal zich ook komende tijd weer inzetten om Nederlandse ondernemingen te adviseren het Britse voorbeeld te volgen.
Bedrijven VK scoren goed
De 13 VK bedrijven die geanalyseerd zijn in het rapport scoren goed op anti-corruptie rapportages. Zij wijden zich publiekelijk aan compliance en hebben klokkenluidersregelingen en gedragscodes of anti-corruptiebeleid die op alle werknemers van toepassing zijn. Ook Amerikaanse bedrijven scoren goed op deze punten. Vier bedrijven (BHP Billiton, Eni, Statoil en Vodafone) scoren meer dan zes van de tien punten. Zij rapporteren vrij gedetailleerd over anti-corruptiemaatregelen en over hun dochtermaatschappijen.
Chinese bedrijven blijven ver achter
Onderaan bungelen 11 bedrijven die minder dan twee van de tien punten scoren. Zij geven vaak geen enkele informatie over preventieve maatregelen ten aanzien van corruptie. Alle acht Chinese bedrijven uit de lijst scoren minder dan 3 punten, terwijl zes daarvan minder dan 2 punten scoren.
- In six of the eight Chinese companies, leadership does not demonstrate public support for anti-corruption,
- Only one reports a policy on gifts and hospitality, and only one reports whistleblower protection and channels for reporting corruption,
- None explicitly prohibit facilitation payments (small bribes used to gain favour),
- None disclose financial data in any of the 59 foreign countries where they operate around the world.
Uit een eerder rapport van Transparency International uit 2011, bleek dat onder 3000 geïnterviewde CEO’s de indruk bestond dat Chinese bedrijven het meest waarschijnlijk worden geacht om te kopen tijdens het internationaal zakendoen. Transparency International roept China – ’s werelds grootste handelsland – dan ook wederom op zich aan te sluiten bij het OESO Verdrag tegen omkoping.
Tech bedrijven stellen teleur
Op de lijst staan 44 Amerikaanse bedrijven. Amazon, Berkshire Hathaway en Google scoren het slechtst. Slechts twee van de US bedrijven publiceren informatie over buitenlandse belastingen (ConocoPhilips in Canada, Walmart in Chili).
Verrassend genoeg is de sector die transparantie mogelijk maakt zelf een van de minst transparante. Tech reuzen Amazon, Apple, Google en IBM scoren allemaal minder dan 3 van de 10 punten.
Tech companies are driving changes that are making our societies more open and accountable. They should be setting an example for other companies on transparency. We hope they will live up to the promise of their products and be more transparent about the way they operate.
Cobus de Swardt, Managing Director Transparency International