Amsterdam, 9 februari 2015 – In aanloop naar de publicatie van ons lobbyrapport Lifting the lid on lobbying: Enhancing trust in public decision-making in the Netherlands en de conferentie ‘Lobbyen in Nederland’ op woensdag 15 april, duiken we dieper in op het onderwerp lobbyen. Vandaag kijken we naar een onderdeel van het OESO rapport Lobbyists, Governments and Public Trust dat in december vorig jaar gepubliceerd is. Destijds hebben we u op de hoogte gesteld van de belangrijkste conclusies uit het rapport. In de volgende reeks artikelen besteden we meer aandacht aan specifieke onderdelen van het rapport. Dit eerste stuk betreft het vertrouwen in overheden en hoe dit vertrouwen vergroot kan worden.
Uit het OESO rapport blijkt dat het vertrouwen in nationale overheden in de afgelopen tien jaar aanzienlijk gedaald is. Dit is vooral het geval sinds de crisis uit 2008. Een belangrijke reden hiervoor is de perceptie dat overheden niet in staat zijn om de financiële markt te reguleren. Het idee dat de zakenwereld onevenredig veel invloed uitoefent op de politiek is hier sterk mee verbonden. Verder lijkt er minder vertrouwen te zijn in het vermogen van de overheid om de baten en lasten eerlijk te verdelen. In Nederland is er ook sprake van weinig vertrouwen in de overheid. 43% van de ondervraagde Nederlanders heeft aangegeven geen vertrouwen te hebben in de nationale overheid(fig. 1).
Uit andere onderzoeken komt hetzelfde naar voren. Volgens de Edelman Trust Barometer uit 2013 wantrouwt de helft van alle respondenten uit 26 landen de overheid. Een groot deel van de respondenten geeft aan dat dit komt door corruptie en fraude bij de overheid. Respondenten wijzen er ook op dat de drijfveren van de politiek verkeerd zijn. Uit een ander onderzoek blijkt bovendien dat de transparantie van besluitvormingsprocessen gecorreleerd is aan vertrouwen in politici. Deze gegevens laten zien dat er in de maatschappij zorgen zijn over onrechtmatige invloed, oneerlijke competitie en het aan de leiband raken van onderdelen van de publieke sector.
De OESO heeft vijf beleidsdimensies geïdentificeerd die overheden moeten helpen bij het terugwinnen van het publieke vertrouwen:
– Integriteit;
– Eerlijkheid in het publieke besluitvormingsproces;
– Openheid en inclusiviteit;
– Betrouwbaarheid;
– Aanspreekbaarheid.
Vooral de eerste drie zijn relevant voor lobbyen. Bij lobbyen is eerlijkheid en een gelijk speelveld belangrijk voor belanghebbenden die het besluitvormingsproces proberen te beïnvloeden. De informatie die belanghebbenden in staat stelt om mee te doen, moet daarvoor beschikbaar zijn. De integriteit van de beslissingsmakers is cruciaal om er voor te zorgen dat het belang van het publiek prevaleert boven het belang van enkele organisaties die in staat zijn lobbyisten te financieren.
Om de integriteit, eerlijkheid in het publieke besluitvormingsproces en openheid en inclusiviteit te bevorderen, moet er gewerkt worden aan een aantal elementen:
– Betrouwbare, relevante informatie;
– Een duidelijke informatie-uitwisseling structuur;
– Een effectieve verwoording van het gedrag en de verwachtingen van actoren.
Het leveren van betrouwbare en relevante informatie zorgt ervoor dat organisaties en burgers zichzelf snel kunnen informeren over relevante naderende beleidsveranderingen. Door een duidelijke informatie-uitwisseling structuur krijgen ze de mogelijkheid om hier invloed op uit te oefenen. Een effectieve verwoording van het gedrag en de verwachtingen van actoren stelt de overheid in staat om conflicten tussen belanghebbenden sneller te identificeren en beter te managen. Door het transparante karakter van dit proces, wordt een hoge mate van integriteit in de publieke sector waarschijnlijker. Bovendien geeft het organisaties en burgers het gevoel dat ze gehoord worden, waardoor hun betrokkenheid bij de overheid en bij het beleidsvormingsproces wordt vergroot.
In het volgende artikel gaan we kijken naar een aantal mechanismen, dat overheden in staat stelt om alle belanghebbenden te betrekken bij besluitvormingsprocessen.