Onafhankelijk onderzoek naar de Haagse Lobby

Anne Scheltema BeduinExtern nieuws, Feature, Kwesties, Media, Nationaal, Onderzoeken

Amsterdam, 17 oktober 2015 – Graag delen wij een artikel van Anne ter Rele en Pieter van der Lugt, twee jonge, aanstormende journalisten die de ambitie hebben om gevreesde muckrakers (progressieve, kritische onderzoeksjournalisten) te worden. Namens Follow The Money doen ze mee aan de journalistieke contest Scoop! waarin teams van verschillende online media elkaar met hun journalistieke producties naar de kroon zullen steken. Scoop! wordt mogelijk gemaakt doorVereniging Veronica, Stichting Democratie en Media, Google en het V-Fonds.

 

Op onderzoek in de Haagse Lobbyfabriek

Leven we in een lobbycratie of is lobbyen een wezenlijk element van een gezonde democratie? Zeker is dat de lobbywereld wordt gezien als een zeer invloedrijke factor in ons politiek bestel, maar beschrijvingen van die wereld komen doorgaans niet verder dan het woord ‘schimmig’. Follow the Money wil daar verandering in brengen en duikt de lobbywereld in om te zien hoe de worst écht gedraaid wordt.

De ineenstorting van Volkswagen werd feestelijk ingeluid. Kort na het bekend worden van grootschalige softwarefraude bij ‘schone’ dieselauto’s werd de presentatie van de nieuwe Passat nog opgeleukt door Lenny Kravitz. Maar het was die andere onthulling die de aanwezige pers bezighield. ‘We have totally screwed up’, reageerde Michael Horn, CEO van Volkswagen US, als eerste op het uitgekiend misleiden van miljoenen klanten. Na jaren frauderen beschikte Volkswagen plotseling over het morele besef dat ze ‘het verkloot hadden’. Er was alleen wel een Amerikaanse onderzoeksgroep met een budget van 50.000 dollar voor nodig om Volkswagen dat besef bij te brengen.

NA JAREN FRAUDEREN BESCHIKTE VOLKSWAGEN PLOTSELING OVER HET MORELE BESEF DAT ZE ‘HET VERKLOOT’ HADDEN

Niet alleen de Duitse autogigant, ook de Europese politiek lijkt zich te moeten verantwoorden. Want hoe kan het dat dit bedrog door Amerikanen is ontdekt en niet door de Europese instanties? De verklaring is deels te zoeken in de gewoonte van Brusselse politici om het oor gewillig te luisteren te leggen bij de lobbyisten van Volkswagen. Strengere wetgeving wordt al jarenlang tegengehouden of afgezwakt. De Europese emissietesten stammen uit de jaren ‘70 en zijn in 1996 voor het laatst geactualiseerd. De Europese Commissie was bovendien in 2013 gewaarschuwd voor de misleidingsapparatuur van het type dat Volkswagen gebruikte. Met die waarschuwing gebeurde niets. De Europese politiek is door Volkswagen misleid, maar maakt bepaald niet de indruk dat ze een argeloos slachtoffer was.

‘De autolobby heeft de facto vetorecht’, zei Olivier Hoedeman, lobbyonderzoeker bij de NGO Corporate Europe Observatory (CEO), eerder in NRC. De Franse Europarlementariër d’Allones Bonnefoy beschuldigde openlijk Duitse collega’s van belangenverstrengeling: ‘Het leek wel alsof we vertegenwoordigers van Volkswagen in ons midden hadden’. Het schandaal en de politieke reactie erop doen de vraag rijzen hoe makkelijk het is voor bedrijven – maar ook brancheverenigingen en NGO’s – om politici door de gewenste hoepel te laten springen.

DE OMVANG VAN DE BRUSSELSE LOBBY’S IS BEKEND EN BERUCHT, MAAR OOK IN DEN HAAG LOPEN VEEL LOBBYISTEN ROND.

Uit het transparantieregister van de EU blijkt dat Volkswagen 43 lobbyisten heeft met een jaarbudget van 3,3 miljoen euro. De omvang van de Brusselse lobby’s is bekend en berucht. Minder in het het oog springend zijn de lobby-activiteiten in Den Haag, maar toch lopen ook daar veel lobbyisten rond. Op de ledenlijst van de Beroepsvereniging voor Public Affairs (BVPA) zijn meer dan 600 leden geregistreerd. Dat betekent een verhouding tussen Tweede Kamerleden en lobbyisten van een op vier. Waarschijnlijk is die ratio nog kleiner, want het is niet verplicht om je als lobbyist of belangenbehartiger te registreren. Al die lobbyisten proberen wetten en regels zo te beïnvloeden dat die gunstig uitpakken voor specifieke belangen. Hoe groot is hun invloed op onze wetgeving? En hoe gevoelig zijn Nederlandse politici voor particuliere belangen?

Worstjesfabriek

‘Wetten zijn net worstjes, je kunt maar beter niet zien hoe ze gemaakt worden,’ is een bekende uitspraak die vaak, onterecht, wordt toegeschreven aan de Duitse staatsman Otto von Bismarck. De politieke cultuur van het gestaalde Pruisen waarin de ‘IJzeren Kanselier’ de lakens uitdeelde kan tot begrijpelijke verwarring over de origine hebben geleid. Desondanks spreekt het citaat nog altijd tot de verbeelding, want ook ons parlementair-democratisch bestel heeft nogal wat trekjes van een worstjesfabriek.

OOK ONS PARLEMENTAIR-DEMOCRATISCH BESTEL HEEFT NOGAL WAT TREKJES VAN EEN WORSTJESFABRIEK.

De werking van die politieke worstjesfabriek wordt in de schoolbanken doorgaans uitgelegd aan de hand van de ‘trias politica’, de scheiding tussen de wetgevende, uitvoerende en rechtelijke macht. Die scheiding is in de praktijk echter niet altijd even hard. Fractiediscipline van Pruisische proporties en dichtgetimmerde regeerakkoorden maken van de Tweede Kamer soms niet meer dan een stempelmachine en ook de rechtsorde moet maar wijken als die het parlement even niet zint. Dat geldt ook voor de oude verlichte idealen over hoe wetgeving tot stand komt. Want hoe wordt bepaald of de pil uit het basispakket verdwijnt, of bonussen aan banden worden gelegd en hoe streng de milieunormen zijn voor auto’s? Komt de minister daarvoor met een wetsvoorstel op basis van onafhankelijke informatie die is vergaard door het ministerie? En houden Kamerleden daar dan zonder last en ruggespraak een debat over? Controleren senatoren op dezelfde wijze of de wet doelmatig en proportioneel is?

Dit klassieke beeld mag dan wel een simplificatie zijn en blind zijn voor de rol van externe beïnvloeding, het is er wel een dat we vaak voorgeschoteld krijgen. In de media is de lobbyist namelijk nauwelijks zichtbaar. Waar het vaak over gaat is het besluit of de emissietesten voor auto’s al dan niet worden aangescherpt en de argumenten daarvoor, maar niet de totstandkoming van dat besluit. Het gaat er dus om of de worst een beetje te pruimen is maar niet hoe hij is gemaakt, terwijl dat juist van grote invloed is op de kwaliteit ervan.

HET GEBREK AAN ZICHTBAARHEID EN AANDACHT GEEFT LOBBYEN EEN SCHIMMIG KARAKTER

Het gebrek aan zichtbaarheid en aandacht geeft lobbyen ook gelijk een schimmig karakter, een aspect dat veelvuldig wordt benadrukt. Want hoewel verondersteld wordt dat de lobbyist invloedrijk is, wordt nauwelijks duidelijk hoe hij zijn macht aanwendt. Het blijft onduidelijk wat die 600 geregistreerde lobbyisten de hele dag doen. Het telkens alleen benadrukken van die schimmigheid helpt ons echter niet om de daadwerkelijke invloed van lobbyisten bloot te leggen. Als verondersteld wordt dat de lobbyist veel invloed heeft op wetgeving, dan zou daar ook veel meer aandacht voor moeten zijn.

Dubbele petten

Ondanks het negatieve imago is lobbyen niet weg te denken uit de politiek. Achter het beïnvloeden van algemene wetgeving om particuliere belangen te bevredigen, zit ook een behoefte van de ontvangende kant. Kamerleden en ambtenaren kunnen namelijk niet alles weten. Organisaties, bedrijven en verenigingen hebben meer kennis over wat er zich afspeelt in hun werkveld. Om tot de best mogelijke wetgeving te komen op specifieke gebieden is het nodig om zoveel mogelijk informatie te krijgen op basis waarvan de wetgever een eigen afweging kan maken. Lobbyisten zijn nodig om die informatie onder de aandacht te brengen, zo is de redenatie.

Ook Transparency International zegt niet tegen lobbyen te zijn, maar wel als dat ondoorzichtig, niet integer en op ongelijke basis gebeurd. Eerder dit jaar kwam de organisatie met een rapportwaarin ze alle EU-landen toets op deze drie criteria. Nederland kwam er – net als de meeste andere landen – nogal bekaaid van af.

EERDER DIT JAAR KWAM TRANSPARENCY INTERNATIONAL MET EEN RAPPORT OVER LOBBYEN. NEDERLAND KWAM ER NOGAL BEKAAID VAN AF.

Nederland kent wel regels om de lobbyactiviteiten en contacten tussen Kamerleden en lobbyisten transparant te maken, maar erg vergaand zijn die niet. Zo is er eenlobbyistenregister, waarin lobbyisten met een vaste Kamerpas geregistreerd staan. Het register beslaat anderhalf kantje en bevat veel minder namen dan de ledenlijst van de BVPA. Een Kamerpas is ook niet nodig om toegang te krijgen tot een Kamerlid, een afspraak is zo gemaakt. Dat maakt het register weinig waardevol. Ook ontbreekt het in Nederland aan een zogenaamde ‘lobby footprint’. Zo’n footprint is een overzicht van alle lobbycontacten die van invloed zijn geweest op een wet. PvdA-Kamerlid Lea Bouwmeester heeft in 2013 initiatief genomen voor een dergelijke footprint, een voorstel dat nog altijd loopt.

Op het gebied van integriteit valt er ook het nodige af te dingen. In Nederland is het een geaccepteerde praktijk dat Rogier van Boxtel als fractievoorzitter in de Eerste Kamer over zorgwetgeving stemt, terwijl hij op hetzelfde moment voorzitter is van de Raad van Commissarissen van een van de grootste zorgverzekeraars. Hij is ook geen uitzondering. Veel senatoren dragen een dubbele pet en er zijn talloze voorbeelden waarbij die pet nogal oncomfortabel zit. De Algemene Rekenkamer bracht bijvoorbeeld in 2012 een rapport uit over de rookwetgeving, waarbij – zonder zijn naam te noemen – aangegeven werd dat Eelco Brinkman als senator en commissaris bij sigarettenfabrikant Philip Morris negen gesprekken had met minister De Jager. Brinkman bepleitte een neutrale houding van Nederland in een Europese debat over minimumprijzen voor sigaretten. Vertegenwoordigde Brinkman tegenover zijn partijgenoot de CDA-kiezer of de belangen van zijn werkgever?

VOLGENS INTERNATIONALE VERDRAGEN TEGEN CORRUPTIE IS HANDELEN IN INVLOED NIETS ANDERS DAN CORRUPTIE.

Gekozen parlementsleden die tegelijkertijd particuliere belangen vertegenwoordigen, doen in Nederland nog maar weinig wenkbrauwen fronsen. Dat is onterecht volgens Elsevier-journalist Syp Wynia. Hij schreef eerder dit jaar zeer kritisch over al die dubbele petten in de senaat: ‘Eigenlijk zijn het allemaal handelaren in invloed […] Volgens internationale verdragen tegen corruptie is handelen in invloed niets anders dan corruptie.’

De integriteitskwestie speelt niet alleen in bij senatoren. Voormalig ‘spindoctor’ Jack de Vries werd lobbyist voor de aanschaf van de JSF nadat hij als staatssecretaris eerder zelf besluiten had genomen over dat onderwerp. André Rouvoet ging de belangen van zorgverzekeraars behartigen na zijn ministerschap. Gerard Schouw verliet dit jaar de Tweede Kamer om directeur te worden bij Nefarma, de belangenorganisatie voor de ontwikkeling van innovatieve geneesmiddelen. Het is slechts een selecte greep uit de voorbeelden waarbij de draaideur tussen politiek en belangenbehartiging soepeltjes draait. In tegenstelling tot veel andere landen kent Nederland geen afkoelperiode voor politici die een nieuwe functie gaan bekleden waarbij ze specifieke belangen behartigen.

De lobbywereld in

Het gebrek aan regelgeving is volgens de BVPA geen zwaktebod. De vereniging verdedigde de huidige situatie in een reactie op het rapport van Transparency International en vergeleek het met verschil tussen een provinciestad en hoofdstad. In een provinciestad staan misschien minder fietsen op slot, maar dat betekent niet dat het er onveiliger is dan in de hoofdstad. Integendeel zelfs, aldus de vereniging. Weinig regels kunnen dus ook een teken zijn dat het goed gaat. Dat neemt niet weg dat er in de provincie ook wel eens een fiets gejat wordt. Het televisieprogrammaRambam toonde aan hoe makkelijk het is voor een verzonnen bedrijf om Kamervragen te laten stellen via een ingehuurde lobbyist.

Lobbyisten wordt veel macht toebedeeld en ze hebben een negatief imago, maar het blijft onduidelijk wat ze precies doen. De politieke berichtgeving richt zich vooral op onze gekozen volksvertegenwoordigers en leiders, maar niet op de wijze waarop zij in hun belangrijkste taken van buitenaf worden beïnvloed. Wij, Pieter van der Lugt en Anne ter Rele, willen daar namens Follow The Money verandering in brengen. De komende tijd nemen wij de Haagse lobbywereld onder de loep. We interviewen lobbyisten en hun doelwitten, we analyseren hoe innig de band is tussen de lobbywereld en politiek en kijken hoe wetgeving precies tot stand komt. Wij willen meer dan alleen zeggen dat lobby een schimmig imago heeft. Kortom, wij willen met eigen ogen zien hoe de worstjes worden gedraaid.