Amsterdam, 30 november 2015 – Op dinsdag 24 november hield het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS) de Dag van de Integriteit 2015. De dag stond in het teken van thema ‘de ongemakkelijke realiteit.’ Volgens BIOS krijgt integriteit meer aandacht dan ooit, maar kent het toch veel pijnpunten. Hieronder volgt een bloemlezing van de middag, waarbij verwezen wordt naar de integriteitscourant en het Jaarboek Integriteit 2015 van het BIOS.
Tijdens de dag van de integriteit werd gesproken door Leo Huberts, Edgar Karssing, Joris Luyendijk, Paul van Tongeren, Mark van Vugt, Willeke Slingerland, Leonie Heres, Ed Fenne, Hans Groot, Marijntje Zweegers, Dick de Cloe, Claire Zalm en Pieter Tops.
Commitment en taal
Volgens Marijntje Zweegers, hoofd van BIOS, laat het integriteitsbeleid van overheidsorganisaties meestal nog te wensen over. Maar wie valt dat te verwijten? Zweegers vindt het commitment aan de top van overheidsorganisaties ‘veel en veel te laag’. ‘De ongemakkelijke realiteit is dat de doorsnee topmanager veel te gemakkelijk denkt over integriteit. Terwijl juist de topmanager zelf aan de bak moet! Met een visie op integriteit, zichtbaar in de organisatie, als ethisch leider, handelend en uitdragend waar de organisatie voor staat. Én die topmanager moet ervoor zorgen dat integriteitsfunctionarissen hun werk kunnen doen. Totdat er structureel tijd, geld en commitment komt, blijft integriteit een ondergeschoven kindje.’
Ook Leo Huberts – hoogleraar wees op het belang van commitment: ‘Zet integriteit prominent en hoog op de agenda en besteed er aandacht aan binnen álle lagen van je organisatie. Zorg voor ethisch leiderschap op alle niveaus. Organiseer integriteit met een code, meldpunt, vertrouwenspersonen, onderzoek en preventie’. Hij ziet met name pijnpunten in de verwatering van het woord integriteit (“integritisme”, de neiging om steeds meer zaken onder integriteit te scharen) en het grijze gebied, waar een bepaalde vorm van willekeur beslist of iemand wel of niet over de schreef gaat. Een oplossing hiervoor is volgens Huberts ‘moresprudentie’.
Edgar Karssing – universitair hoofddocent beroepsethiek en integriteitsmanagement verbonden aan Nyenrode Business Universiteit – gaat net als Huberts in op de rol van taal in het integriteitsdebat. We zijn volgens Karssing gijzelaars van onze eigen afbakeningen en argumentatiepatronen. Een goed begrippenkader is dus essentieel als we het werkelijk willen hebben over integriteit. Hij legt uit dat we inmiddels wel al een beter begrip hebben bij woorden als: correct of corrupt, cultuur, bewustwording, het grijze gebied, integriteit en de spiegeltest.
Besturen, netwerkcorruptie en macht
Besturen is ingewikkeld, beslissingen kunnen pijnlijk zijn en de druk komt van alle kanten; in de vorm van verleiding of bedreiging. ‘Wat maakt integer besturen nu zo lastig?’ Hans Groot, integriteitsprofessional, ziet dat de ‘angst voor de bananenschil’ ten koste gaat van bestuursmoed en bestuurskracht: ‘in het openbaar bestuur is men te bang om uit te glijden over het onderwerp integriteit. Terwijl de houding ‘durf te leren van je fouten’ integer besturen beter en uiteindelijk makkelijker maakt.’ Hier sluit Leonie Heres, promovenda op ethisch leiderschap, op aan: ‘als het i-woord eenmaal op tafel ligt, wil vooral de buitenwereld een afrekening. Door die afstraffing kan er ook geen leerproces op gang komen.’
Pieter Tops, hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg, meent dat elke gemeente te maken heeft met netwerkcorruptie. Willeke Slingerland, gepromoveerd op netwerkcorruptie in Europa, bevestigt dat netwerken veel goeds opleveren voor de gemeenschap, maar er schuilt ook een gevaar in met name naar binnen gekeerde, niet-transparante netwerken. Dick de Cloe, gewezen Tweede Kamerlid en waarnemend burgemeester, ziet als oplossing dat je mensen durft aan te spreken en lef toont om maatregelen te nemen.
Mark van Vugt, hoogleraar evolutionaire psychologie en organisatiepsychologie aan de Vrije Universiteit, sprak over leiderschap. Gedurende 99 procent van de menselijke geschiedenis worden onze samenlevingen geleid op basis van gezag. ‘Pas de laatste 10.000 jaar worden we geconfronteerd met leiders die zich baseren op macht’. En macht vermindert empathie. ‘Dat is een groot integriteitsrisico! De andere risico’s die integer gedrag ondermijnen zijn: normen, testosteron, persoonlijkheid en een gebrek aan manieren om niet-integere mensen te stoppen.’ Deze risico’s kun je verkleinen met overtuiging en competenties. ‘Hiermee kun je bouwen aan goed leiderschap, gebaseerd op gezag. Gezag is de invloed die iemand heeft door zijn competenties. Die expertise kan een groep vooruit helpen. Goed leiderschap levert kwaliteit en zorgt voor integriteit.’
Jaarboek Integriteit 2015
Zoals ieder jaar presenteerde BIOS tijdens de dag van de Integriteit het jaarboek. Dit jaar bestaat het uit een voorwoord van mr. J.P.H. Donner, en interessante bijdragen van Jitse Talsma en Edgar Karssing (Tijd voor kritische reflectie), Leo Huberts (Integriteit anno 2015: pijnpunten op de agenda), Leonie Heres (Van amoreel naar ethisch leiderschap), Edgar Karssing en Marc de Droog (Structuur versus cultuur), Hans Wilmink en Thijs Jansen (Bouwstenen voor een krachtig ambtenarenstatuut), Jitse Talsma in gesprek met Arno Visser (Integriteitsrisico’s van decentralisaties onvoldoende op de kaart), Fanny Tahalele (Klokkenluiders, nog steeds te kwetsbaar), Hans Groot (Integriteitsonderzoek: valkuilen en praktijkervaringen), Huub Evers (Telkens weer afwegen. De integere journalist), Marijn Zweegers (Screening nog niet uit de kinderschoenen) en tot slot Ron van der Jagt en Jasper de Boom (Een goede reputatie moet je verdienen).
U kunt het Jaarboek downloaden via deze link.