Amsterdam, 18 januari 2016 – Een Amerikaanse studie genaamd ‘Who walks through the revolving door? Examining the lobbying activity of former members of Congress‘, laat zien hoe veelvuldig de draaideur eigenlijk draait in Amerika. Deze studie biedt mogelijk ook een aanknopingspunt voor een studie naar de draaideur in Nederland, hoewel de data in Nederland niet direct beschikbaar is.
Who walks through the revolving door?
De studie, uitgevoerd door drie politicologen (Jeffrey Lazarus, Amy McKay en Lindsey Herbel), bevat interessante data over welke politici tussen 1976 en 2012 van Congress (parlement) naar de lobby zijn overgestapt. Hieruit blijkt onder andere dat het in de jaren 1970-1989 relatief uitzonderlijk was dat leden van het parlement overstapten naar de lobby. De lobbyindustrie was toen ook nog niet zo florissant. Pas vanaf 1990 werd het echt lucratief om in Washington te lobbyen. Ter illustratie: tussen de jaren 1998 en 2015 ging er jaarlijks gemiddeld 2,7 miljard dollar om in de lobby industrie. Opmerkelijk is dat het totaal aan lobby-uitgaven de afgelopen jaren weer is afgenomen.
Figuur afkomstig van www.opensecrets.org.
Omdat deze aantallen gebaseerd zijn op geregistreerde lobbyisten (in Amerika bestaat – in tegenstelling tot Nederland – een lobbyregister) en veel oud-politici zich liever niet registreren (hoewel zij wel activiteiten verrichten die verdacht veel op lobbyen lijken), zullen de werkelijke aantallen lobbyisten veel hoger liggen. Politicoloog Tim LaPira schat dat er ongeveer twee keer zoveel lobbyisten rondlopen in Washington dan de geregistreerde 11.169. Zo zijn veel oud-politici werkzaam als consultants bij advocatenkantoren. Bovendien waren voor 1995, het jaar waarin de Lobbying Disclosure Act werd aangenomen, de registratievereisten veel soepeler dan nu.
Trends in Amerika
Met deze kanttekening in gedachten, konden de onderzoekers toch een aantal trends waarnemen. Zo is er geen significant verschil tussen het aantal ‘Kamerleden’ (House members) en Senatoren dat de overstap maakt. Ook heeft bij voormalig Kamerleden de positie binnen de Kamer (partijleiding, commissievoorzitters, etc.) doorslaggevend effect op het al dan niet worden van lobbyist, terwijl dit bij senatoren minder belangrijk is. Ook is er bewijs dat Republikeinse Senatoren eerder lobbyist worden dan de Democraten, hoewel dit verschil dan weer niet significant genoeg is om hetzelfde te stellen over Kamerleden.
Hieronder ziet u een figuur uit het onderzoek, waarin is weergegeven hoeveel Kamerleden en Senatoren hun functie hebben neergelegd, en hoeveel daarvan als lobbyist zijn gaan werken. Opvallend is de piek rond 1998, waar 75 senatoren als lobbyist zijn ingeschreven. Senatoren en Kamerleden die vanwege strafrechtelijke veroordelingen uit het parlement zijn gezet, zijn in het onderzoek niet meegenomen. De gebruikte data is afkomstig van het Center for Responsive Politics, dat lobby data verzamelt en openbaar maakt in de database op OpenSecrets.org.
De tabellen hieronder laten zien welke factoren bijdragen aan het worden van lobbyist na een functie in het parlement. Belangrijkste factor is het jaar waarin uit het parlement is gegaan, daarna de functie die men in het parlement vervulde, vervolgens de leeftijd van de vertrekkende parlementariër (seniority), de partij (waarbij meerderheid of minderheid overigens geen verschil lijkt te maken), stroming (liberaal vs. conservatief) en “extremisme”. Het al dan niet winnen of verliezen van een verkiezing blijkt geen invloed te hebben.
De draaideur in Nederland
In Nederland is deze data lastig te verzamelen, omdat er geen register bestaat waar lobbyisten zich registreren. Wel is de draaideur een onderwerp dat steeds meer aandacht krijgt, zoals een recent in het voorstel ‘Lobby in daglicht‘ van Lea Bouwmeester van de PvdA opgenomen ‘. Draaideurbeleid bewindspersonen aanscherpen’ en Dijsselbloem die in mei 2015 pleitte voor een afkoelingsperiode voor politici die overstappen naar banken. Voor een uitgebreidere analyse van de draaideur in Nederland, verwijzen wij graag naar het rapport ‘Lifting the Lid on Lobbying‘, pagina’s 31-34.
Zodra er meer data beschikbaar is streeft TI-NL ernaar een vergelijkbare studie te verrichten, om de invloed van de draaideur in Nederland inzichtelijk te maken.