Amsterdam, 30 maart 2016 – De politieke situatie in Brazilië heeft een nieuw dieptepunt bereikt. De Braziliaanse coalitie is uiteengevallen en de kans dat president Dilma Rousseff de door corruptieschandalen gevoede crisis doorstaat, neemt aanzienlijk af. De PMDB, de grootste politieke partij van Brazilië, heeft afgelopen dinsdag haar steun opgezegd en heeft gestemd voor een onmiddellijke exit van de regering van Rousseff.
De top van de PMDB, de Braziliaanse Democratische Beweging, sinds veertien jaar coalitiepartner van de partij van Rousseff, heeft dinsdag na een speciale vergadering aangekondigd dat de zes ministers van de partij hun ontslag moeten aanbieden. Vorige week vertrok ook de Minister van Sport, George Hilton, slechts vijf maanden voor het begin van de Olympische Spelen in Rio de Janeiro.
Al geruime tijd heerst een politieke crisis in Brazilië. Het land is verwikkeld in sociale onrust, een diepe recessie en de grootste politieke crisis sinds de herdemocratisering in de jaren tachtig. President Rousseff en haar voorganger Lula da Silva worden in verband gebracht met grootschalige corruptie. Begin deze maand werd oud-president Lula da Silva opgepakt en ondervraagd op verdenking van betrokkenheid bij het grootste corruptieschandaal ooit aan het licht gekomen in Brazilie. Het management van semi-staatsoliebedrijf Petrobras heeft miljarden aan steekpenningen van bouwbedrijven ontvangen, en een deel van de buit doorgesluisd aan politici. Hoewel Rousseff zelf geen verdachte is in dit schandaal, wankelt haar positie.
Afzettingsprocedure Rousseff
Het congres is in december een afzettingsprocedure tegen Rousseff gestart, omdat ze tekorten in de overheidsbegroting heeft verbloemd. Rousseff heeft tot maandag om haar verdediging naar de kamercommissie te sturen, een speciale commissie bestaande uit 65 leden die alle partijen vertegenwoordigen, waarvan acht leden overigens wel op de verdachtenlijst staan van het corruptieschandaal.
PMDB’s besluit om de coalitie te verlaten, verhoogt de kans dat ook kleinere coalitiepartijen het vertrouwen opzeggen en dat Rousseff kan worden afgezet. De Tweede Kamer moet met twee derde meerderheid akkoord gaan voor de afzetting, waarna Rousseff geschorst wordt voor 90 dagen. In dit stadium beslist de Senaat over haar lot. Er nadert een stemming in de Tweede Kamer over de afzettingsprocedure, die naar verwachting medio april zal plaatsvinden. Het zou Brazilië’s eerste afzetting zijn sinds voormalig president Fernando Collor de Mello die in 1992 werd berecht in de Senaat voor corruptie.
Bevolking eist aftreding Rousseff
Terwijl maar liefst 60 procent van de Braziliaanse bevolking voorstander is van Rousseff’s afzetting en slechts 11 procent haar steunt, peinst ze er niet over om vrijwillig af te treden. Ruim een miljoen mensen gingen deze maand de straat op om het aftreden van Dilma Rousseff te eisen. “Dilma: Institutionalising Corruption 2010-2016”, luidde een van de posters.
Hoewel de politieke situatie uiterst broos blijft en polarisatie enorm is toegenomen de afgelopen maanden, wordt het corruptieonderzoek breed gedragen in de Braziliaanse samenleving. Vooruitgang in de bestrijding van corruptie wordt nu gehinderd door een politiek systeem dat de kosten van het invoeren van de politiek te hoog maakt. Dit stimuleert corruptie onder de politieke klasse. Het feit dat onafhankelijk onderzoek naar politici wordt doorgezet en de bevolking verandering eist, laat zien dat vooruitgang mogelijk is in Brazilië. Het onderzoeken en berechten van degenen die betrokken zijn bij het corruptieschandaal kan fungeren als een kader voor de hervorming.