Amsterdam, 9 juni 2016 – Het jaarlijkse Activity Report van de Group of States Against Corruption (GRECO) werd op 1 juni jl. gepubliceerd. Het rapport geeft een overzicht van de vooruitgang die lidstaten boeken bij het implementeren van GRECO-aanbevelingen. De voorzitter van GRECO geeft aan dat het onder de lidstaten goed gaat met het invoeren van anti-corruptiewetgeving, maar dat de transparantie rondom financiering in de politiek nog steeds een onderwerp is waar veel lidstaten slecht op scoren.
GRECO over Nederland
De GRECO is het orgaan, opgericht door de Raad van Europa (RvE), dat de implementatie van de RvE Anti-corruptieverdragen evalueert. Er zijn in 2015 onder andere 21 compliance rapporten over individuele lidstaten uitgebracht ten aanzien van de vierde evaluatieronde die in 2013 plaatsvond. Deze ronde ging over het voorkomen van corruptie bij parlement, rechters en officieren van justitie. Het compliance rapport over Nederland werd in augustus 2015 gepubliceerd en concludeerde dat er zeer weinig wordt gedaan met de aanbevelingen uit 2013. De inspanningen zouden “wereldwijd onbevredigend” zijn. Eén van de pijnpunten is volgens GRECO dat de Eerste en Tweede Kamer weigeren extra procedures in te voeren ter controle en handhaving van de integriteit onder parlementariërs. Er wordt in het rapport begrip getoond voor het argument dat het constitutioneel vastgelegde vrije mandaat van de kamerleden betekent dat zij niet zomaar uit functie gezet kunnen worden. Dit betekent volgens GRECO echter niet dat minder vergaande sancties, zoals een berisping of uitsluiting van bepaalde sessies, worden uitgesloten door dit recht. Het nieuwe Activity Report geeft wel aan dat Nederland vorderingen maakt door meer eisen te stellen aan de openbaarmaking van nevenwerkzaamheden en –inkomsten van de parlementariërs.
Nederland: politiek integer?
Nederland heeft sinds het laatste individuele rapport zelf aangegeven dat de toegenomen aandacht voor integriteitskwesties binnen het parlement en de media heeft geleid tot het opstappen van een aantal kamerleden. In 2015 vonden er inderdaad een aantal incidenten plaats die elkaar snel opvolgden. Mark Verheijen (VVD) stapte op na een NRC-publicatie over onterecht gedeclareerde bedragen in zijn tijd als gedeputeerde in de provincie Limburg. Johan Houwers werd uit de VVD-fractie gezet na de boete die hij betaalde aan justitie inzake fraude met hypotheken. Uiteindelijk besloot hij zelf in de kamer te blijven als eenmansfractie. René Leegte, wederom oud-kamerlid van de VVD-fractie, besloot te vertrekken na de bekendwording van een betaalde nevenfunctie die zijn portefeuille raakte.
Vrij Nederland bracht januari jl. de Politieke Integriteits-index 2015 uit, een overzicht van politici in opspraak. Net als in voorgaande jaren had de VVD van alle politieke partijen in 2015 de meeste affaires. Deze score is volgens Vrij Nederland deels ook te verklaren door de grootte van de partij, hoe meer mensen des te groter de kans op integriteitsschendingen. Hierna komen D66 met acht en de PvdA met zes affaires in 2015. In totaal is het aantal integriteitsincidenten met 64 hoger dan 2014, maar komt het cijfer overeen met de score uit 2013. Volgens Vrij Nederland is er de laatste jaren zeker meer aandacht voor integriteitskwesties. Dit is een positieve ontwikkeling, maar heeft dit ook zijn keerzijde. Conflicten of fouten die onder de gewone politieke gang van zaken vallen worden opeens opgeblazen tot integriteitsschendingen. Eén van de gevolgen hiervan is overbelasting van de Rijksrecherche. Op dit moment is het al niet mogelijk om alle dossiers in behandeling te nemen, zelfs bij vrij duidelijke zaken is dit vaak het geval.
GRECO-lidstaten: stand van zaken
Het rapport noemt ook nog een aantal algemene punten die door de voorzitter van GRECO werden aangehaald tijdens de ministersbijeenkomst in 2015. Ten eerste komen de integriteitsproblemen waar parlementariërs, rechters en officieren op stuiten grotendeels overeen binnen de lidstaten. Voor de meeste leden is het nog steeds hoognodig om voor deze beroepsgroepen de preventie van belangenverstrengeling te reguleren. Met name parlementariërs lopen een groot risico op ongepaste beïnvloeding door derden.
Ten tweede is er een grotere inspanning nodig om de verdragen effectief te implementeren. Enkel het invoeren van wet- en regelgeving is vaak niet genoeg. Er vinden onvoldoende integriteitstrainingen plaats en er moeten procedures worden opgezet waarmee men effectief kan reageren op integriteitsschendingen.
Tot slot nog het gebrek aan transparantie rondom financiering binnen de politiek. Dit was het thema van de derde GRECO-evaluatieronde die van 2007 tot 2011 liep. Ondanks de aanbevelingen die zijn gedaan blijft het een punt van zorg en wordt er door lidstaten weinig vooruitgang geboekt. Het blijkt voor politieke partijen namelijk lastig om tot een consensus te komen over de bevordering van transparantie rondom financiering.
Dit jaar wordt er door GRECO gewerkt aan de voorbereiding van de vijfde evaluatieronde die in 2017 wordt gelanceerd. Het thema zal corruptie en integriteit binnen de centrale overheid en handhavingsorganisaties zijn.