Amsterdam, 29 juni 2016 – Gisteren nam de Tweede Kamer verschillende moties aan over de aanpak van belastingontwijking van de EU, die ingediend waren bij de behandeling van het onderwerp een week eerder. Middels de verschillende moties geeft de Tweede Kamer het signaal af een sterke aanpak van het probleem te willen. Verder worden er belangrijke eisen gesteld aan onder andere de plannen voor publieke country-by-country reporting (CBCR), waarbij bedrijven informatie moeten publiceren over de belastingbetalingen die zij in ieder land doen.
Publieke country-by-country reporting
De maatregelen waar vorige week in de Raad van Ministers een akkoord over werd bereikt moeten worden gezien als een eerste stap om belastingontwijking tegen te gaan en niet als een volledige oplossing voor het probleem, zo stelde een meerderheid de Tweede Kamer. De motie van Arnold Merkies (SP) en Rik Grashoff (GroenLinks) die dit bepleitte werd gisteren aangenomen. Eén van de volgende stappen is publieke CBCR, een maatregel waar de komende tijd over zal worden onderhandeld op EU-niveau. Middels enkele moties probeert de Tweede Kamer de Nederlandse positie op dit onderwerp te sturen.
De Kamerleden Arnold Merkies (SP), Rik Grashoff (GroenLinks) en Carola Schouten (ChristenUnie) constateerden in hun motie dat onder de huidige voorstellen voor publieke CBCR alleen een uitsplitsing hoeft worden gegeven van de belastingbetalingen aan lidstaten en belastingparadijzen. De betalingen aan andere landen mogen worden geaggregeerd, wat het lastig maakt inzicht te krijgen in de activiteiten en betalingen van bedrijven in bijvoorbeeld ontwikkelingslanden. Daarom verzochten de Kamerleden per motie dat het kabinet zich inzet om publieke CBCR volledig te maken, waarbij de informatie voor ieder land individueel zal worden weergeven. Een Kamermeerderheid stemde gisteren voor deze suggestie.
Kamerleden Ed Groot (PvdA) en Steven van Weyenberg (D66) kwamen vorige week met een soortgelijke motie. In de motie van Groot en Van Weyenberg wordt gesteld dat de beperkte reikwijdte van het voorstel afdoet aan de effectiviteit en dat multinationals die binnen Europa opereren zouden moeten worden verplicht informatie te geven over hun belastingpositie in alle landen waar zij opereren. Wederom stemde een meerderheid van de Tweede Kamer voor de motie, waardoor het kabinet deze positie zal moeten uitdragen in de verdere onderhandelingen.
Faciliteren belastingontwijking aanpakken
Naast het breder trekken van publieke CBCR ziet een meerderheid van de Tweede Kamer ook noodzaak voor het aanpakken van facilitering van belastingontwijking en -ontduiking. Aan de ene kant zal Nederland voorzichtiger moeten worden in het aangaan van verdragen ter voorkoming van dubbele belastingheffing met andere landen. Momenteel heeft Nederland een flink aantal van deze verdragen, onder andere met landen die op de conceptversie van de zwarte lijst van belastingparadijzen van de EU staan. In een motie verzoeken Kamerleden Carola Schouten (ChristenUnie) en Ed Groot (PvdA) daarom dat Nederland deze verdragen gaat heroverwegen zodra de zwarte lijst definitief is vastgesteld, zodat Nederland belastingontwijking niet onnodig makkelijk maakt. Een meerderheid van de Tweede Kamer stemde in met dit voorstel.
Aan de andere kant werd er gisteren ook aandacht gegeven aan de faciliterende rol van personen en bedrijven bij belastingontduiking. In een motie vroegen Aukje de Vries (VVD) en Ed Groot (PvdA) de regering te onderzoeken of er voldoende instrumenten zijn om faciliterende partijen juridisch aan te pakken. Omdat belastingontduiking illegaal is, in tegenstelling tot belastingontwijking, moet het Openbaar Ministerie wel in staat worden gesteld degenen die dit faciliteren te vervolgen. Mocht het ontbreken aan instrumenten om dit te doen, dan zal de regering met voorstellen moeten komen, zo valt te lezen in de gisteren aangenomen motie.
Een van de sectoren die vaak betrokken is bij het faciliteren van belastingontwijking, en soms ook ontduiking, is de trustsector. Gezamenlijk dienden daarom de Kamerleden Steven van Weyenberg (D66), Rik Grashoff (GroenLinks), Ed Groot (PvdA), Carola Schouten (ChristenUnie) en Arnold Markies (SP) een motie in waarin wordt gevraagd om meer informatie te publiceren over onderzoeken, waarschuwingen en sancties binnen de trustsector. Momenteel wordt dergelijke informatie nog niet openbaar gemaakt, maar verwacht wordt dat naming-and-shaming een preventieve werking kan hebben. Dit zou moeten compenseren voor de zwakkere instrumenten van de toezichthouder van de sector. De motie werd Kamerbreed gedragen; alleen de fractie van Houwers stemde tegen.
Overige moties
Tot slot werden er nog enkele moties aangenomen over belastingontwijking. Kamerleden Carola Schouten (ChristenUnie) en Rik Grashoff (GroenLinks) dienden tezamen een motie in waarin het de regering vroeg te bekijken of het tegengaan van belastingontwijking kan worden opgenomen in de convenanten voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Deze convenanten stelt het kabinet samen met het bedrijfsleven en zijn stakeholders op en bieden een goede mogelijkheid om bedrijven er bewust van te maken dat belastingontwijking een belangrijk risico is voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook deze motie werd aangenomen.
Een andere motie schonk aandacht aan de rol van klokkenluiders bij het aanpakken van belastingontwijking. De Panama Papers hebben laten zien dat zij een cruciale rol kunnen spelen in het aankaarten van misstanden. Arnold Markies van de SP vroeg daarom via een motie het kabinet om te reflecteren op de juridische behandeling van dergelijke klokkenluiders. De maatschappelijke functie die zij vervullen zou in acht moeten worden genomen wanneer besloten wordt hen te vervolgen en veroordelen voor wat zij hebben gedaan. Het kabinet zal door de motie moeten onderzoeken of klokkenluiders op gepaste manier worden behandeld in Nederland en zal in EU-verband over het onderwerp moeten spreken.
Verworpen moties
Een aantal moties werd afgelopen dinsdag verworpen. Kamerleden Grashoff (GroenLinks) en Merkies (SP) probeerden via een motie af te dwingen dat de regering de deelnemingsvrijstelling zou aanpassen, maar hier kregen zij onvoldoende bijval vanuit de Kamer voor. Momenteel komt door de deelnemingsvrijstelling veel inkomen Nederland binnen zonder dat hier effectief belasting over is ingehouden en Grashoff en Markies hadden graag gezien dat binnenkomen inkomen aanvullend zou worden belast tot het Nederlandse tarief. De deelnemingsvrijstelling wordt vaak gezien als het kroonjuweel van het Nederlandse fiscale vestigingsklimaat, maar werkt ook belastingontwijking in de hand. Omdat het voor de concurrentiepositie van Nederland een belangrijke maatregel is, kon de motie op onvoldoende steun rekenen.
Ook de motie van Steven van Weyenberg (D66) voor een minimumtarief voor de vennootschapsbelasting binnen de EU werd verworpen. De afgelopen jaren is binnen de EU een concurrentiestrijd zichtbaar op het gebied van vennootschapsbelasting, waarmee volgens Van Weyenberg een “race to the bottom” is ingezet. Om te voorkomen dat deze concurrentie ten koste gaat van de belastinginkomsten van de staat stelde Van Weyenberg voor de regering te laten aandringen bij de Europese Commissie op een onderzoek naar een Europees minimumtarief. Dit zou effectief een einde brengen aan de belastingconcurrentie. De SP, de PvdD, de PvdA, GroenLinks, D66 en kamerlid Klein stemden in met dit voorstel, waarmee er geen meerderheid werd gehaald.
Tot slot werd er een motie van Kamerlid Joram van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren) verworpen. In de motie werd gesteld dat de aanpak van belastingontwijking gepaard zou kunnen gaan met een verlies op het gebied van soevereiniteit. Belastingen zijn tot op heden altijd een puur nationale aangelegenheid gebleven en door de richtlijn zouden bevoegdheden over dit onderwerp terecht komen bij de EU. Van Klaveren stelde daarom voor dat de regering niet door zou moeten gaan met de verdere convergentie van belastingstelsels binnen de EU. De motie kon alleen op steun rekenen van 50PLUS, de Groep Bontes/Van Klaveren en de PVV.