Amsterdam, 4 juli 2016 – Het openbaar Ministerie (OM) doet onderzoek naar advieskantoor Baker Tilly Berk (BTB) vanwege belastingfraude. Voormalig medewerkers van het advieskantoor zouden jarenlang dubieuze belastingconstructies voor Nederlandse ondernemers hebben opgezet via onder meer Cyprus en de Britse Maagdeneilanden, waarbij in ten minste een van de gevallen sprake zou zijn van belastingontduiking. De voormalig medewerkers, een oud-bestuursvoorzitter van BTB en een betrokken ondernemer zijn verdachten in het onderzoek. Voor het omzeilen van de Nederlandse fiscus zou het kantoor gebruik hebben gemaakt van dezelfde constructies als die recentelijk zijn onthuld in de Panama Papers.
Het huidige onderzoek van het OM richt zich nu enkel op één geval van mogelijke belastingfraude, omdat er over andere ondernemers geen concrete aanwijzingen zouden zijn en het advieskantoor BTB heeft geweigerd namen van andere klanten die gebruik maken van internationale belastingconstructies op te geven. Er zouden nog tientallen identieke constructies op hetzelfde adres in Cyprus zijn geregistreerd, waarbij niet duidelijk is wie de uiteindelijke belanghebbende is.
Onderzoek gericht op Nederlandse ondernemer in woondecoratie
Het onderzoek van het OM richt zich op een Nederlandse ondernemer in woondecoratie, die in 2007 op advies van zijn fiscalist de merkrechten van zijn producten aan een bedrijf op Cyprus zou hebben verkocht, waarvan hij ook eigenaar zou zijn geworden. Volgens een onderzoek van de Volkskrant betaalde de ondernemer jaarlijks een vergoeding aan zijn eigen brievenbusbedrijf voor het gebruik van het merk. Deze vergoeding kwam via Cyprus en de Britse Maagdeneilanden terecht op de bankrekening van een trust op Cyprus die het kantoor voor de ondernemer had opgericht. In totaal gaat het om een bedrag van circa 7,5 ton euro.
Een medewerker van het Functioneel Parket stelt het volgende: “Hij heeft vermoedelijk een deel van zijn omzet afgeroomd met gebruik van een buitenlandse rechtspersoon. Dat afgeroomde gedeelte zou zwart zijn uitbetaald aan de verdachte.” Het OM is in de laatste fase van het onderzoek waarvan de verwachte tijdsperiode nog niet duidelijk is.
De dubieuze belastingconstructie
Het onderzoek van de Volkskrant wijst uit dat in de zomer van 2006 een gesprek plaats heeft gevonden tussen de ondernemer en zijn vaste fiscalist van Baker Tilly Berk Rotterdam waarin hij zijn belastingadviseur vertelde over zijn plannen een nieuwe kwaliteitslijn muurdecoratie op te zetten. Hiervoor zou de ondernemer een bestaande merknaam hebben gekocht die hij wilde gebruiken om zijn producten beter in de markt te kunnen zetten. Tijdens dit gesprek zou de fiscalist een voorstel hebben gedaan om een internationale belastingconstructie op te zetten voor de ondernemer, zodat hij over vier jaar verspreid grofweg zo’n 800 duizend euro zou kunnen besparen. Volgens de belastingadviseur betrof dit een standaardproduct, waarbij met een constructie lopend via Cyprus, de Britse Maagdeneilanden door middel van een trust en royaltycontracten, een groot deel van de winst zou kunnen worden afgeroomd.
Spil in de belastingconstructies was een voormalig partner van het BTB-kantoor Den Bosch. Hij zou verantwoordelijk zijn geweest voor de internationale contacten van Baker Tilly Berk. De Volkskrant stelt dat hij persoonlijk met zijn klanten naar Cyprus vloog om aldaar de benodigde contracten te tekenen en bankrekeningen te openen om de internationale belastingconstructie op te zetten. Zo vloog ook de bewuste ondernemer naar Cyprus in 2007 om daar zijn handtekening te zetten onder een stapel papierwerk en werd hij groot-aandeelhouder van een internationale belastingconstructie.
De ondernemer werd hiermee eigenaar van een vennootschap op Cyprus, een limited op de Britse Maagdeneiland en begunstigde van een trust op Cyprus, waarbij de bedrijven werden bestuurd en vertegenwoordigd door lokale trustkantoren, zodat niet zichtbaar werd dat hij de eigenaar was. De vennootschap op Cyprus werd vervolgens eigenaar van het gekochte merk dat de ondernemer op zijn producten wilde gebruiken. Om die merknaam te kunnen gebruiken, betaalde hij een jaarlijkse vergoeding aan zijn vennootschap op Cyprus, waarna die vergoeding via Cyprus en de Britse Maagdeneilanden, op de rekening van zijn trust terecht kwam.
Disclaimer Baker Tilly Berk
Volgens het onderzoek van de Volkskrant werden door middel van een opdrachtbrief aan de ondernemer ook waarschuwingen gegeven door BTB. De voormalig partner van het BTB-kantoor zou hierin het volgende hebben vermeld: ‘De door u gewenste structuur zal naar verwachting de aandacht van de Nederlandse Belastingdienst trekken, hetgeen tot allerlei discussies met de Belastingdienst kan leiden.’ De adviseur zou de ondernemer in deze brief ook hebben aanbevolen de trust niet aan te geven bij de Belastingdienst. Een disclaimer van BTB zou het bedrijf indekken tegen eventuele aansprakelijkheid: ‘Wij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid over een door u tot stand gebrachte truststructuur, noch over de gevolgen op de belastingheffing en de hoogte van de door u beoogde besparing.’
Nederlandse fiscus op de hoogte van de trust
In 2012 zou de Belastingdienst lucht hebben gekregen van de zaak en willen de inspecteurs van de fiscus weten hoe het zit met de opgezette trust door BTB. Hierop volgde onenigheid tussen Bakter Tilly Berk en de belastingdienst over de gebruikte Cyprus-route die bijna twee jaar duurde. De fiscalist van de ondernemer zou de ondernemer hierna hebben verzocht gevoelige informatie te wissen waarbij hij zou hebben gesteld dat correspondentie tussen een belastingplichtige en zijn adviseur vertrouwelijk is.
In september 2014 zouden de partners van BTB ook lucht hebben gekregen blijken de partners van de onenigheid met de Belastingdienst. Om verdere imageschade te voorkomen trad de toenmalige bestuursvoorzitter noodgedwongen af, werd de betrokken fiscalist op non-actief gesteld en werden bevoegdheden van andere betrokken medewerkers ingeperkt. De Raad van Commissarissen van BTB stelde een onafhankelijk onderzoek in naar ‘mogelijke betrokkenheid van medewerkers bij een fiscaal ontoelaatbare structuur voor een directeur-grootaandeelhouder van één van zijn mkb-cliënten’, namelijk de ondernemer in kwestie.
Baker Tilly Berk al eerder in opspraak vanwege mogelijke belastingfraude
Baker Tilly Berk heeft in Nederland zeventien vestigingen met ruim 700 medewerkers en is onderdeel van het wereldwijde netwerk Baker Tilly International, in 141 landen actief. Een aantal medewerkers van Baker Tilly Berk in Nederland werd in 2014 al ontslagen. Het kantoor schreef toen in een persbericht dat er sprake was van een ‘fiscaal ontoelaatbare structuur’. Nu blijkt dat het gaat om belastingontduiking. Ook de bestuursvoorzitter trad in 2014 terug. In datzelfde jaar beloofde Baker Tilly Berk beloofde schoon schip te maken door tientallen vergelijkbare gevallen te onderzoeken. Echter liet BTB de Belastingdienst vervolgens weten dat er in deze gevallen niets fout was gegaan.
Schikking met de Belastingdienst
Ondertussen heeft de betrokken ondernemer de zaak rondom de belastingfraude geschikt met de Belastingdienst. Hij heeft inmiddels een andere accountant en belastingadviseur in de hand genomen en is een civiele zaak begonnen tegen Baker Tilly Berk vanwege onjuist advies en het schenden van de zorgplicht.
Ongewenste fiscale structuren ook Nederlands probleem
Deze zaak laat zien dat de problematiek van het opzetten van ongewenste fiscale structuren net zo goed een Nederlands als een Panamees probleem betreft. TI-NL bepleit vergaande transparantie van eigenaarschap van diverse juridische structuren om belastingfraude tegen te gaan. Tevens moeten faciliterende tussenpersonen verantwoordelijkheid nemen voor hun rol in het proces.