champagne

“Champagne voor wie de klok luidt” – Volkskrant reportage

Lotte RooijendijkAlgemeen, Corruptie, Klokkenluiders, Nationaal, Nieuws, Uncategorized, Wetgeving

Amsterdam, 4 juli 2016 – Graag delen wij een reportage van Lisanne van Zadelhoff voor de Volkskrant over het verhaal van Victor Van Wulfen, klokkenluider van misstanden in de veiligheid bij Defensie. Hoon, minachting en ontslag is vaak het lot van de klokkenluider maar het kan ook anders aflopen. Dat is het geval bij Victor van Wulfen. Ondanks ‘loodzware jaren’ met manipulatie en intimidatie waarin Van Wulfen een vliegverbod kreeg wegens zogenaamde ‘psychische problemen’ en hij uiteindelijk zijn baan als Herculesvlieger verloor, bleef hij strijdvaardig en vastberaden om de veiligheidsproblemen aan de kaak te stellen. Deze klokkenluider is uiteindelijk in het gelijk gesteld. Op basis van een rapport van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid is hij gerehabiliteerd en heeft hij zijn baan terug.

Van Wulfen ging naar zijn leidinggevende met het idee: ik maak het bespreekbaar, we gaan er iets aan doen. Het liep anders. De veiligheidsproblemen werden ontkend. ‘Mijn chef zei: schrijf vooral een rapport. Ik doe er niets mee, maar ik geef het aan mijn baas. Hij doet er ook niets mee – behalve dat hij jou te pakken neemt.’ ‘Ik wist niet wat ik hoorde.’

De champagne opgedronken en het rapport opgeborgen

Toch is het Van Wulfen wél gelukt. De champagne is opgedronken en het rapport is weggeborgen in een van de drie ‘klokkenluidersmappen’. In totaal zat Van Wulfen 4,5 jaar thuis. Hij glimlacht. ‘Ja, het was een hels karwei, maar nu is het geklaard. De misstanden zijn erkend.’ ‘Van dit advies moet en wil Defensie leren’, schreef de secretaris-generaal vorig jaar aan de Tweede Kamer in reactie op het advies van de raad. Defensie heeft hard gewerkt om de problemen op te lossen. Van Wulfen draagt zijn uniform weer met trots: hij is door Defensieminister Jeanine Hennis gerehabiliteerd.

Hij bleef strijdvaardig en vastberaden om de veiligheidsproblemen aan de kaak te stellen. Op een dag besefte hij: shit, nu ben ik dus een klokkenluider. ‘In Amerika is whistleblowers een geuzennaam, in Nederland is het een term die je associeert met mannen die eenzaam in een caravan belanden.’

In de woonkamer van Victor van Wulfen en zijn vriendin Daniëlle heeft een paar dagen een fles champagne op tafel gestaan. Tegen de fles stond een dossier, keurig in een mapje. Op de voorkant daarvan: ‘Advies van de Onderzoeksraad’.

Van Wulfen had wat te vieren. Toen hij het rapport op de deurmat vond, viel er een last ‘van wel tien ton’ van zijn schouders. Hij las het met trots, zijn vriendin met tranen in de ogen. Het was klaar. Voorbij. Deze klokkenluider is in het gelijk gesteld – en meer dan dat. Op basis van het rapport van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid is hij gerehabiliteerd, heeft hij zijn baan terug. ‘Ik heb de twijfelachtige eer de eerste klokkenluider te zijn die zijn zaak goed afsluit’, zegt hij. ‘Maar het waren loodzware jaren.’

Wet ter bescherming van klokkenluiders

Niet alleen voor Van Wulfen was het klokkenluiderproces ellendig. Melders van misstanden in Nederland moeten bijzonder sterk in hun schoenen staan, willen ze hun zaak winnen – en zichzelf niet verliezen. Gerrit de Wit, voorzitter van de Expertgroep Klokkenluiders, stond tientallen klokkenluiders bij. ‘Mensen hebben geen idee waaraan ze beginnen’, zegt hij. Hij zegt het altijd meteen als mensen bij hem aankloppen: ‘Maak je borst maar nat’. ‘De druk wordt groot, het wordt vreselijk stressvol.’

Mede hierom lobbyden De Wit en kompanen jarenlang voor psychische en juridische hulp en een wet die klokkenluiders beschermt. Die wet is in maart aangenomen door de Eerste Kamer en per 1 juli j.l. in werking getreden. Vanaf dan moeten werkgevers met minimaal vijftig werknemers een interne meldregeling hebben.

Van F16-piloot naar Herculesvlieger

Van Wulfen (38) is een nuchtere man. Het type doe-maar-gewoon. Bosschenaar, meestal in spijkerbroek en bloes. Als jongetje was vliegen al zijn droom. Dan keek hij naar de vliegtuigen in de lucht en dacht: dat wil ik ook. Nu zegt hij gekscherend aan de keukentafel: ‘Het is het leukste wat je kunt doen met je kleren aan.’ Dan, serieus: ‘Zo’n bak zelf besturen, de controle hebben: ik vind het prachtig.’

In 1997 ging hij bij defensie aan de slag. Eerst als F16-piloot, daarna liet hij zich omscholen tot Herculesvlieger: in 2007 was zijn eerste vlucht. Hij had het goed getroffen: vliegen bij de luchtmacht is het hoogst haalbare. Toch klopte er veel niet op de vliegbasis in Eindhoven. In de vliegwereld heb je zogenoemde standaardisaties, zodat iedereen, waar en wanneer ook, veilig kan vliegen. Hier ontbraken ze, zag Van Wulfen. ‘Terwijl communicatie in de cockpit zo belangrijk is. Je moet mensen blind kunnen vertrouwen, maar de een had geen idee wat de ander deed.’

Ongetrainde vliegers bij Defensie

Van Wulfen merkte dat vliegers ongetraind waren. Zoals in 2010, tijdens een uitzending naar Afghanistan. ‘Ik vloog met een gezagvoerder boven oorlogsgebied. Bij het landen, klapte hij dicht. De beste man had geen idee meer wat hij moest doen. Ik nam de stuurknuppel over en ik wil niet weten wat er was gebeurd als ik dat niet had gedaan.’ De man bleek, zo stond jaren later in het onderzoeksrapport, ‘niet over alle vereiste kwalificaties voor het uitvoeren van tactische vluchten’ te beschikken. ‘Hoe kwam dan hij toch op die plek?’

Van Wulfen ging naar zijn leidinggevende met het idee: ik maak het bespreekbaar, we gaan er iets aan doen. Het liep anders. De veiligheidsproblemen werden ontkend. ‘Mijn chef zei: schrijf vooral een rapport. Ik doe er niets mee, maar ik geef het aan mijn baas. Hij doet er ook niets mee – behalve dat hij jou te pakken neemt.’ Ik wist niet wat ik hoorde.’

Hij bleef de problemen aankaarten. ‘Tuurlijk, je kunt op zo’n moment denken: ik kap ermee, ik wil mijn baan houden. Maar als ik dat had gedaan, had ik mezelf nooit meer recht in de ogen kunnen kijken. Wat als er doden zouden vallen?’

champagne

Een vliegverbod voor Van Wulfen

Na een vakantie in Zuid-Afrika, kreeg hij bericht. Van Wulfen kreeg een vliegverbod. ‘In mijn medisch dossier staat dat ik op consult ben geweest bij een arts op de vliegbasis, waaruit bleek dat ik psychische problemen had. De grap is: ik was tijdens dat zogenaamde consult in Zuid-Afrika.’

Zijn vriendin Daniëlle: “Bizar, toch? Je wordt voor gek verklaard, terwijl je een misstand aankaart.”

Van Wulfen: ‘Ik besefte: dit is menens. Tijdens mijn afwezigheid werd van alles tegen mij opgezet. ‘In 2011 kwam hij thuis te zitten – dat zou duren tot 2015. Zijn collega’s durfden hun nek niet voor hem uit te steken. ‘Doodsbang dat ze hun baan zouden kwijtraken. Begrijpelijk, maar voor mij ellendig.’ Vanaf dat moment, documenteerde hij alles. Mails met collega’s, leidinggevenden, defensie, de vakbond, adviseurs en onderzoeksraden: hij archiveerde álles. Brieven bewaarde hij in mapjes. ‘Ik wilde overzicht, ik wilde scherp blijven voor als ik de zaak moest uitleggen aan een onderzoekscommissie.’

In totaal zijn het duizenden mails en drie mappen vol papier. Soms werkte Victor ’s nachts door, gesteund door zijn vriendin. Zij zegt: ‘Als het hem te veel was geworden, had ik aan de bel getrokken. Maar hoe zwaar hij het ook had: Victor bleef met mij praten, hij functioneerde goed en bleef nuchter.’

Klokkenluider: in Amerika een geuzennaam, in Nederland een eenzame caravanbewoner

Hij bleef strijdvaardig en vastberaden om de veiligheidsproblemen aan de kaak te stellen. Op een dag besefte hij: shit, nu ben ik dus een klokkenluider. ‘In Amerika is whistleblowers een geuzennaam, in Nederland is het een term die je associeert met mannen die eenzaam in een caravan belanden.’

Van Wulfen verwijst daarmee naar bouwondernemer Ad Bos, die in 2001 de grootste fraude in de Nederlandse geschiedenis aan het licht bracht. Hij verloor zijn baan, zijn geld, zijn huis en belandde in het verdachtenbankje. Twee jaar woonde hij noodgedwongen met zijn vrouw in een camper. In 2009 kregen ze een financiële compensatie van de overheid, in 2013 werd Bos van strafvervolging verlost. Van Wulfen: ‘Ik ben nooit bang geweest dat mij zoiets zou overkomen. Maar ja, ik was ook nooit van plan klokkenluider te worden.’

champagne

Dat ziet Gerrit de Wit bijna altijd: mensen die opeens beseffen dat ze klokkenluider zijn. De voorzitter van de Expertgroep Klokkenluiders was het zelf ook ooit. In 1997 maakte hij fraude en ambtelijke corruptie bij het toenmalige ministerie van Ruimtelijke Ordening bekend. Sindsdien staat hij andere melders bij.

“Die mensen denken echt niet: hé, laat ik eens de held uithangen en een misstand aankaarten. Nee, ze stuiten op iets dat niet klopt en hebben geen idee in wat voor ellende ze zullen terechtkomen.”

Melders stuiten op veel weerstand

Ter ontkrachting van een romantisch beeld: klokkenluiders zijn geen moraalridders, aldus De Wit. Het zijn evenmin mensen met de ambitie misstanden aan te kaarten. Nee, De Wit zag in de afgelopen jaren vooral ietwat naïeve melders langskomen, die hun organisatie blind vertrouwden. Onterecht, dus.

Na de melding komen melders vaak jaren onder druk te staan. Ze stuiten op veel weerstand. De Wit: ‘Ze krijgen geen verlof, declaraties gaan moeizaam, ze worden genegeerd.’ Niet zelden ziet De Wit dat klokkenluiders op hun werk geïsoleerd worden. Demotie, weg bij collega’s, in hun uppie aan een bureau. ‘Het wordt hen geestelijk zwaar gemaakt. De melding wordt gemanipuleerd, de melder wordt geïntimideerd: ‘Als je niet stopt, raak je je baan kwijt’.’

En de garantie dat het uiteindelijk goed komt, als je maar volhoudt, is er niet. ‘Het zijn geen helden die op een voetstuk worden geplaatst.

Unieke zaak vanwege de positieve afloop

De zaak van Van Wulfen is uniek vanwege zijn positieve afloop.’ Zo’n afloop zou De Wit vaker willen zien. Althans, bij de zaken die ertoe doen. Want er zijn ook mensen die zich klokkenluider wánen. Daarom houdt de expertgroep eerst een intakegesprek en wordt er een juridisch en feitelijk kader gehanteerd waaraan melders en meldingen moeten voldoen.

Volgens De Wit kan de nieuwe wet bevorderen dat belangrijke zaken een goede afloop krijgen. Vandaag gaat ook het Huis voor Klokkenluiders open, in een monumentaal pand aan de Maliebaan in Utrecht. Naast het geven van advies en ondersteuning wordt daar ook onderzoek gedaan naar misstanden en de wijze waarop de werkgever zich tegenover de melder gedraagt.

Psychosociale problemen

Ontslag is niet het enige dat dreigt voor een klokkenluider. Ton de Wijs is psycholoog bij de Expertgroep Klokkenluiders en staat melders bij. Hij ziet hoe de meesten ‘compleet overrompeld’ worden door de reacties op wat ze in gang hebben gezet. Stokt een klokkenluiderszaak? Dan komt dat meestal omdat de klokkenluider het psychisch niet meer aankan. ‘De stress nekt mensen. Ze knakken, krijgen een burn-out. Ik heb huwelijken zien stranden. Sommige partners zijn boos: omdat jij je mond niet kon houden, hebben wij nu financiële problemen.’ Heftiger incidenten kent hij ook: mensen die doordraaien, zelfmoord plegen, geweldsdelicten op de werkvloer of bij het gezin. ‘Het komt niet vaak voor, maar het gebeurt.’

Zelden zag De Wijs een melder zonder psychosociale problemen erdoorheen wandelen. ‘Een sociaal vangnet is zó belangrijk tegen de stress. Met goede vrienden en een sterke relatie kan een mens klappen incasseren.’ De Wijs spoort melders aan: blijf leuke dingen doen. Hij leert ze technieken om met stress om te gaan. Een groot gevaar voor iedere klokkenluider is namelijk: fixatie. De Wijs: ‘Mensen raken geobsedeerd, praten over niets anders. Werken nachten door aan dossiers. Ze gaan maar door. Vrienden en familieleden haken af, die denken: nu is het klaar.’

Mensen met een groot verantwoordelijkheidsbesef

Klokkenluider Willeke Ravenna herkent de obsessie. Leef je samen met een klokkenluider, dan krijg je haar of zijn zaak er gratis en voor niks bij. In het heetst van haar strijd tegen haar frauderende baas, verstopten Willekes man en dochter na acht uur ’s avonds haar telefoon. ‘Heel lief en zorgzaam. Anders had ik dag en nacht met gedupeerden aan de lijn gehangen’, glimlacht ze. ‘Ik kon niet ophouden, voelde me te verantwoordelijk.’

Ravenna (52) werkte bij kinderopvang De Parel in Capelle aan den IJssel en ontdekte in 2012 dat haar baas, Moustapha A., fraudeerde.

Jarenlang vroeg hij kinderopvangtoeslag aan, achter de rug van de ouders om, en zonder dat zij daar recht op hadden, omdat hij zich niet aan de voorwaarden van de Belastingdienst hield. Sommige kinderen stonden niet eens ingeschreven bij De Parel. Meer dan honderd ouders zijn gedupeerd: per gezin eist de Belastingdienst tussen de 5.600 en 138 duizend euro terug. ‘Eerst dacht ik: Moustapha maakt een foutje. Ik kende hem al jaren.’

Omdat Willeke toegang had tot een deel van de administratie, zag ze zwart-op-wit: dit klopt niet. Ze besloot met Moustapha te praten. ‘Ik was er heilig van overtuigd dat we dit konden oplossen.’ Hij werd laaiend: geschreeuw, gesmijt met mappen. Willeke werd bedreigd (‘Ik weet je te vinden’), geïntimideerd, wie dacht ze dat ze was?

‘Ik wist dat ik er iets mee moest, maar waar moet je naartoe? De politie? De Belastingdienst?’ Weken twijfelde ze. ’s Nachts lag ze klaarwakker in bed – wat moest ze doen? – overdag was ze doodmoe.

Op het werk ontliep Willeke haar baas. Hart in haar keel, zweet in haar handen: doodsbang dat Moustapha zou ontdekken dat ze naar buiten wilde treden. ‘Ik vreesde dat hij dan snel dingen zou gaan rechtzetten.’ Thuis hing ze uren met gedupeerden aan de lijn. ‘Ik had er een fulltimebaan bij. Eentje die ik niet wilde: strijden tegen een fraudeur.’

champagne

Ook Willeke was niet van plan de klok te luiden. Waarom zou je dat willen? Met het risico zoveel kwijt te raken? De Wit: ‘Het zijn mensen die hun professionele verantwoordelijkheid nemen. Ze zijn begaan met hun werk, hebben een groot verantwoordelijkheidsbesef. Ik vind het niet heldhaftig maar doodnormaal. Je mag toch hopen dat niemand zijn ogen dicht doet bij misstanden?’ Willeke: ‘Ik dacht alleen maar aan die arme ouders die door één man in financiële problemen zouden komen.’

Ze ging eind mei 2012 de ziektewet in en meldde de misstand bij de gemeente, die uiteindelijk de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) inschakelde. ‘Toen ik het vertelde aan iemand, was ik zo opgelucht.’ Het is eruit, dacht ze, nu ligt de bal bij de FIOD.

Maar het bleef stil. Anderhalf jaar. ‘En bij mij ging de ellende door. Ik was bang, verliet mijn huis alleen nog voor de boodschappen. Dan ging ik naar de supermarkt in een andere stad zodat ik Moustapha niet zou tegenkomen. En zelfs dáár keek ik achterom: is-ie hier?’ En ze schaamde zich: ze was het visitekaartje van De Parel. ‘Capelle is niet groot. Ik was onderwerp van gesprek; Moustapha bracht wildwestverhalen over mij naar buiten.’

Vier jaar na haar melding stond de eigenaar van De Parel voor de rechter. Op 21 april dit jaar werd hij veroordeeld tot 2 jaar cel, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Voor Willeke een opluchting. En een dag waarop ze stilstond bij alles van de afgelopen jaren. ‘Dan denk je: moest ik nu door zo’n hel om een misstand aan te kaarten? Het is de omgekeerde wereld.’ Een nieuwe baan zoeken, was lastig. Mensen associeerden haar met de fraudezaak. Ze kreeg steun van haar man, dochter en twee wethouders, maar verder had ze het gevoel dat ze er alleen voor stond.

De Wit herkent het. ‘Melders komen komen altijd te laat bij ons. Ze weten ons pas te vinden als ze onomkeerbare beslissingen hebben genomen. En dan wordt het moeilijker een zaak te winnen.’

‘Van dit advies moet en wil Defensie leren’

Toch is het Van Wulfen wél gelukt. ‘De champagne is opgedronken en het rapport is weggeborgen in een van de drie ‘klokkenluidersmappen’. In totaal zat Van Wulfen 4,5 jaar thuis. Hij glimlacht. ‘Ja, het was een hels karwei, maar nu is het geklaard. De misstanden zijn erkend.’ ‘Van dit advies moet en wil Defensie leren’, schreef de secretaris-generaal vorig jaar aan de Tweede Kamer in reactie op het advies van de raad. Defensie heeft hard gewerkt om de problemen op te lossen. Van Wulfen draagt zijn uniform weer met trots: hij is door Defensieminister Jeanine Hennis gerehabiliteerd.

Hoe hij het volhield? ‘Je moet belachelijk sterk in je schoenen staan. Ik kon dat doordat ik nuchter ben en feitelijk bleef. Ik werkte nachten door, maar verloor mezelf niet. En ik had Daniëlle, mijn luisterend oor. Ik zei: ‘Als wij dit overwinnen, kunnen we alles aan’.’ Het stel heeft net een huis gekocht. Van Wulfen pakt zijn iPad en laat zijn caravan zien. Een joekel van een huis, inclusief immense tuin. De luchtmachtman grijnst. ‘Niet slecht, hè. En dat voor een klokkenluider.’